31 mei 2010

30 Hoog

Als ik gezegend was geweest met het lef in mijn donder, had ik het werk willen doen dat Frénk van der Linden doet. Mensen inzichten ontlokken waarvan ze vermoedelijk zelf niet eens wisten dat ze die inzichten hadden. Denk aan de citaten die ik verzamel. Ik ben eigenlijk dol op gesprekken voeren en mensen doorgronden. En dat puur voor mijn egoïstische zelf. Omdat, zoals Frénk in een hieronder aanbevolen interview ook zei, ik meer wil weten hoe ik zelf in elkaar steek. Helaas durf ik mensen meestal niet te vragen wat ik eigenlijk van ze zou willen weten. Het is eng om de brutaliteit aan de dag te leggen, ook al zie je in de praktijk dat mensen juist goed reageren als ze aandacht krijgen.

Ik ben gek op Frénks huidige programma 30 Hoog en kijk het altijd via Uitzending Gemist. Interview na interview, uren achter elkaar. Van de serie interviews die ik vandaag heb gekeken wil ik jullie het gesprek met Lucia Rijker en dat met Keith Bakker vooral aanraden. Fascinerende, mooie mensen.

En voor wie een dosis ergernis wil ervaren: kijk het interview met Heleen Mees. Slecht acteerwerk is te herkennen en de maniertjes van Mees zijn zo'n pose. Ik ben er van overtuigd dat Heleen Mees (die eigenlijk Heleen Nijkamp heet) een rol speelt. En daarnaast is ze ook nog onintelligent maar wordt wel voor intelligent aangezien. Dat heeft ermee te maken dat ze twee diploma's heeft. Economie en Rechten. Maar in haar geval betekenen ze voor haar algemene kennis en eigenwaarde weinig. Ze wil liever iemand anders zijn.

30 mei 2010

Historisch verantwoord bezig

Eén van de gebleken oudste woorden in het Nederlands is één van mijn favorieten. Zoals jullie weten is het Nederlands een Germaanse taal. De Germanen, eerst levend in wat we nu Duitsland en Scandinavië noemen, trokken tussen 1000 en 500 voor onze jaartelling Nederland in. Dat was toen al geen leeg gebied. Onder andere de mensen die de hunebedden bouwden woonden er al. Van hen hebben de Germanen leenwoorden overgenomen die nu nog in de Nederlandse taal zitten.

Dit is geconstateerd omdat de Germaanse taal afstamt van het Arisch. De Ariërs leefden in Zuid-Rusland en zwermden van daaruit over heel Eurazië uit. India heeft talen die afstammen van het Arisch, het Latijn en het Grieks stammen af van het Arisch en dus ook het Germaans. Grote delen van het oorspronkelijke Germaans zijn woorden die je niet alleen verbasterd vindt in het Nederlands, Duits en Engels maar ook in het Hindi, het Latijn en het Grieks.

Nu kwamen de Germanen natuurlijk in aanraking met de Romeinen en namen leenwoorden uit het Latijn over. Kat van cattus is zo'n voorbeeld. In het Arisch heeft die harde beginklank niet bestaan. De uitspraak van het stamwoord is aangepast door de Romeinen. Dat zouden de Germanen ook gedaan hebben, maar die zouden van de zachte uitspraak van de stam een andere beginletter hebben gemaakt dan de Romeinen hebben gedaan. Zodoende weten taalkundigen dat kat, met de harde k, niet uit Germaanse aanpassing van het Arisch is voortgekomen maar uit Romeinse.

Die woorden die de Germanen van de eerdere bewoners van Nederland hebben overgenomen zijn dus in bepaald gebiedstechnisch opzicht oudere Nederlandse woorden dan het Germaans, dat uit een ander gebied is meegenomen. Voorbeelden van deze oudere woorden die nog in het Nederlands zitten zijn drempel, honk, kont en stronk. Het zijn afgeleiden van de oude woorden dorpel, hok, kut en struik. Kut is volgens die theorie geen Nederlandse verbastering van het Engelse woord cut, maar heeft waarschijnlijk de omgekeerde weg afgelegd. Het komt uit een inheemse taal gesproken in de Lage Landen en is door de Germanen naar de Britse eilanden gebracht. Het is één van mijn favoriete woorden, moet ik eerlijk toegeven, maar dan met een betekenisverschil. Het betekent tegenwoordig vaker 'vervelend', 'slecht' of 'nee hè'. Net als bij bij voorbeeld het oudste beroep ter wereld is de geschiedenis van de menheid opvallend ordinair. Zoiets lezen geeft me toch het gevoel dat ik met trots één van de oudste woorden in het Nederlands dien uit te spreken.

Ik las dit trouwens in De Geschiedenis van het Nederlands in een Notendop door Nicoline van der Sijs.

24 mei 2010

Fear is the path to the dark side

Gezegde

"Geluk komt voor een westerling neer op doen wat je wilt en voor een oosterling op willen wat je doet."
- Joris Luyendijk

Galileo

Ach, ik ben toch al oud spul aan het posten. Via Facebook kwam ik aan een filmpje van een speech van Stephen Fry waarin hij zijn bezwaren tegenover de katholieke kerk uitlegt. Dat doet hij goed. Zeer eloquente man. Even tussendoor heeft hij het over de ban van Galileo. Daar baal ik iedere keer van: de mythe dat Galileo in isolement zou zijn gezet omdat hij het wereldbeeld veranderde. De oorzaak van de kerkelijke isolatie lag helemaal niet bij de wetenschap. Ik begrijp wel dat het cool klinkt, maar het was gewoon een machtsstrijd tussen mecenas en infuusontvanger. Urbanus VIII ondersteunde Galileo financieel en Galileo vond het onderdanige karakter, welke zo'n relatie tussen beschermheer en beschermeling altijd heeft, erg onprettig.

Ik heb jaren geleden een tekst op Het Forum neergezet die ik niet zelf heb geschreven. Ja, de tekst is afkomstig van catholic.com en niet van een onafhankelijke derde, maar in tegenstelling tot de schijn die dezer dagen gewerkt wordt van de leugenachtige houding van de kerk, word er ook vaak historisch juiste informatie gegeven. Ik plaats de tekst nu hier, want hier is het beter terugvindbaar dan op een forum.

Afkomstig van http://www.catholic.com/library/Galileo_Controversy.asp 
(oh ja, de toon van 'wij worden in de hoek gedrukt door mensen die ons haten, zogenoemde anti-katholieken' zit er wel in. Lees er overheen svp. Vertrouw me dat de tekst goed is)
---------------------------
Algemeen wordt aangenomen dat de Katholieke Kerk Galileo vervolgde vanwege zijn verlaten van de geocentrische (aarde als middelpunt) kijk op het zonnestelsel ten gunste van het heliocentrisch (zon als middelpunt) model. 

De Galileo zaak wordt, door vele anti-Katholieken, geacht te bewijzen dat de Kerk de wetenschap verafschuwt, weigert om verouderde leeruitspraken te verwerpen en niet onfeilbaar is. Dit traktaat biedt een korte uiteenzetting over wat er werkelijk gebeurde met Galileo.

Antiwetenschappelijk? 
De Kerk is niet antiwetenschappelijk. Zij heeft wetenschappelijk onderzoek eeuwenlang ondersteund. In Galileo’s tijd beschikten de Jezuïeten over een hoog gerespecteerde groep astronomen en wetenschappers in Rome. Bovendien ontvingen veel aanzienlijke wetenschappers aanmoediging en ondersteuning van de Kerk en van individuele kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders. Veel van de wetenschappelijke vooruitgang gedurende deze periode werd ofwel bewerkstelligd door de clerus of was het gevolg van kerkelijke ondersteuning.

Nicolaus Copernicus droeg zijn meest beroemde werk, “The Revolution Of The Celestial Spheres”, waarin hij een uitstekende beschrijving gaf van de heliocentriciteit, op aan paus Paulus III. Copernicus vertrouwde dit werk toe aan Andreas Osiander, een Lutheraanse dominee die wist, dat de protestantse reactie negatief zou zijn, aangezien Maarten Luther de nieuwe theorie veroordeeld had, en, als resultaat, het boek veroordeeld zou worden. Osiander schreef een voorwoord in het boek, waarin heliocentrisme (zon als middelpunt) slechts gepresenteerd werd als een theorie die de bewegingen van de planeten eenvoudiger zou verklaren dan de geocentrisme theorie (aarde als middelpunt) deed – wat overigens niet Copernicus intentie was.

Tien jaar eerder dan Galileo, publiceerde Johannes Kepler een heliocentrisch werk dat voortborduurde op Copernicus’ werk. Het resultaat was, dat Kepler ook oppositie ondervond onder zijn collega-protestanten vanwege zijn heliocentrische kijk en een welkome ontvangst kreeg onder sommige Jezuïeten die bekend waren vanwege hun wetenschappelijke prestaties.

Hangend aan traditie? 
Anti-katholieken halen vaak de Galileo-zaak aan als een voorbeeld van de weigering van de Kerk om gedateerde of incorrecte leerstellingen te verlaten en de hang aan een “traditie”. Ze realiseren zich niet, dat de rechters die de Galileo-zaak behandelden niet de enige mensen waren die een geocentrische kijk op het universum hadden. Het was ook de gevestigde visie onder wetenschappers in die tijd.

Eeuwen eerder had Aristoteles het heliocentrisme weerlegd en in Galileo’s tijd onderschreef bijna elke wetenschapper deze geocentrische kijk. Copernicus zag gedurende enige tijd af van het publiceren van zijn heliocentrische kijk, niet uit angst voor censuur van de kerk, maar uit angst om belachelijk te worden gemaakt door zijn collega’s.

Ten onrechte geloven veel mensen dat Galileo heliocentriciteit bewees. Hij kon echter geen antwoord geven op het sterkste tegenargument dat bijna tweeduizend jaar eerder kwam van Aristoteles: Als heliocentrisme waar zou zijn, dan zouden er waarneembare parallelle veranderingen in de positie van de sterren moeten zijn, aangezien de aarde bewoog in haar baan om de zon.

Echter, gegeven de stand van de technologie in Galileo’s tijd, kon geen van zulke veranderingen in deze posities worden waargenomen. Het zou meer gevoelige meetinstrumenten vereisen dan voorhanden waren in Galileo’s tijd om het bestaan van deze veranderingen aan te tonen vanwege de grote afstand van de sterren. Tot dan suggereerde het beschikbare bewijsmateriaal dat de sterren waren gefixeerd op hun posities in relatie tot de aarde en, daarom, dat de aarde en de sterren niet bewogen in de ruimte, maar dat alleen de ster, maan en planeten dat deden.
Aldus slaagde Galileo er niet in de theorie te bewijzen vanwege de Aristoteliaanse stand van de wetenschap in zijn tijd.

In zijn “brief aan de Groothertogin Christina” en ook in andere documenten, beweerde Galileo dat de theorie van Copernicus behoefte had aan een “verstandelijke bewijsvoering” volgens de Aristoteliaanse wetenschap, maar de meesten wisten dat zulke bewijsvoering niet vlug op handen was. De meeste astronomen waren in die tijd niet overtuigd van de grote afstand van de sterren die de Copernicaanse theorie vereiste om de afwezigheid van waarneembare parallelle bewegingen te verklaren.

Galileo zou heliocentriciteit vrijuit hebben kunnen voorstellen als een theorie of een methode tegenover een meer eenvoudige verklaring voor de beweging van de planeten. Zijn probleem ontstond pas toen hij ophield met het als een wetenschappelijke theorie voor te stellen en het als een waarheid begon te proclameren ofschoon er geen sluitend bewijs daarvan bestond in die tijd. Maar zelfs dan nog, zou Galileo niet in zoveel problemen zijn geraakt, als hij ervoor gekozen had om binnen het “rijk der wetenschap” en buiten het “rijk der theologie” te blijven. Maar, ondanks de waarschuwingen van zijn vrienden, stond hij er op om het debat naar theologische gronden te verplaatsen.

In 1614 voelde Galileo zich genoodzaakt om te antwoorden op de beschuldiging, dat deze “nieuwe wetenschap” in strijd was met bepaalde passages uit de Schrift. Zijn tegenstanders wezen op Bijbelpassages met uitspraken als “En de zon stond stil en de maan bleef staan,
terwijl het volk zijn vijand afstrafte”(Jozua 10:13). Dit is geen geïsoleerde gebeurtenis. De Psalmen 93 en 104 en Prediker 1:5 spreken eveneens over bewegende hemellichamen en aardse stabiliteit. Een letterlijke lezing van deze passages zou verlaten moeten worden als de heliocentrische visie aanvaard zou worden. Toch zou dit geen probleem hoeven te veroorzaken. Zoals Augustinus het duidde: “Men zou niét in het Evangelie moeten lezen dat de Heer zei: “Ik zal jullie een bemiddelaar sturen die jullie zal onderwijzen in de loop van de zon en de maan”. Want Zijn wil was om Christenen van hen te maken en niet wiskundigen. Augustinus’ voorbeeld volgend werd Galileo aangespoord tot voorzichtigheid om deze Bijbelse verklaringen niet te letterlijk te nemen.

Ongelukkigerwijs zijn er door de kerkgeschiedenis heen degenen geweest die er op stonden de Bijbel meer letterlijk ten nemen dan de intentie is. Zij slagen er niet in voorbeelden te waarderen, waarin de Schrift gebruik maakt van wat “fenomenologische” taal wordt genoemd, wat wil zeggen de taal van de uiterlijke verschijnselen. Net zoals we vandaag spreken over de opkomende en ondergaande zon om dag en nacht aan te duiden, eerder dan het draaien van de aarde, deed men dat ook in de Oudheid. Vanuit een aardgebonden perspectief, lijkt het alsof de zon opkomt en lijkt het alsof ze ondergaat en de aarde lijkt onbeweeglijk te zijn. Als we deze dingen beschrijven volgens hun verschijningsvormen, dan gebruiken we een fenomenologische taal.

De fenomenologische taal betreffende het bewegen van de hemellichamen en het niet-bewegen van de aarde is vanzelfsprekend voor ons vandaag de dag, maar dat was minder het geval in voorgaande eeuwen. Schriftgeleerden uit het verleden waren bereid om te overwegen of bepaalde verklaringen letterlijk of fenomenologisch beschouwd moesten worden, maar ze hielden er niet van als een niet-Schriftgeleerde, zoals Galileo, hun vertelde, dat de woorden uit de heilige Schrift op een bepaalde manier moesten worden verstaan.

Gedurende deze periode was persoonlijke interpretatie van de Schrift een gevoelig onderwerp. In het begin van de 17e eeuw had de Kerk juist de reformatie achter de rug en een van de belangrijkste twisten met de protestanten ging over de individuele interpretatie van de Bijbel.

Theologen waren er niet op voorbereid zich te onderhouden over de heliocentrische theorie gebaseerd op de interpretatie van een leek. Toch stond Galileo er op om het debat te verplaatsen naar het theologische discours. Er bestaat weinig twijfel over dat, indien Galileo de discussie had gehouden binnen de geaccepteerde grenzen van de astronomie (i.e. voorspellen van planetaire bewegingen) en geen fysieke waarheid voor de heliocentrische theorie had geclaimed, de zaak niet geëscaleerd zou zijn. Tenslotte had hij de nieuwe theorie niet boven een redelijke twijfel bewezen.

Galileo “confronteert” Rome. 
Galileo kwam naar Rome voor een ontmoeting met paus Paulus V (1605-1621). De paus, moe van geschillen, droeg de zaak over aan het Heilig Office dat besloot tot een veroordeling van Galileo’s theorie in 1616. Er keerde een relatieve rust weer voor een bepaalde tijd, totdat Galileo een andere confrontatie forceerde.

Op Galileo’s verzoek, vaardigde kardinaal Robert Bellamine, een Jezuïet en een van de belangrijkste katholieke theologen van die tijd, een certificaat uit waarin, ofschoon het Galileo verbood de heliocentrische visie te verdedigen, het hem niet verbood om het te betwijfelen.
Toen Galileo de nieuwe paus, Urbanus VIII, ontmoette in 1623, ontving hij toestemming van zijn vriend van weleer om een werk te schrijven over heliocentrisme, maar de nieuwe paus waarschuwde hem om zijn visie niet te verdedigen, maar alleen argumenten te presenteren die voor- en tegen pleiten. Toen Galileo de “Dialogue on the Two World Systems” schreef, gebruikte hij een argument dat de paus had aangeboden en liet dit uit de mond komen van het personage “Simplicio” in zijn boek. Galileo stak, misschien onbewust, de draak met de paus wat alleen maar desastreuze gevolgen kon hebben. Urbanus voelde zich bespot en kon niet geloven hoe zijn vriend hem publiekelijk te schande maakte. Galileo had de draak gestoken met juíst de persoon die hij nodig had als weldoener. Ook vervreemdde hij zich van zijn langdurige ondersteuners, de Jezuïeten, met aanvallen op een van hun astronomen. Het resultaat was het eerloze proces, dat nog steeds geldt als de definitieve scheiding tussen wetenschap en religie.

Gemarteld vanwege zijn geloof? 
Uiteindelijk heeft Galileo zijn heliocentrische leer herroepen, maar het was niet, zoals gewoonlijk wordt gesuggereerd, onder dwang of na een hardvochtige gevangenschap. Galileo werd juist opvallend goed behandeld. Zoals geschiedkundige Giorgio de Santilliana, die niet bijzonder innig was met de Katholieke Kerk, opmerkte: “We moeten tenminste bewondering hebben voor de omzichtigheid en angstvalligheid van de Roomsche autoriteiten”. Galileo werd elke mogelijke vorm van gerief aangeboden om de gevangenschap in zijn eigen huis draagbaar te maken.

Galileo’s vriend Nicoline, Toscaans ambassadeur van het Vaticaan, stuurde regelmatig rapporten naar de rechtbank betreffende kwesties in Rome. Veel van deze correspondentie betroffen de voortslepende controverse rondom Galileo.

Nicolini openbaarde de omstandigheden over Galileo’s “hechtenis” toen hij aan de Toscaanse koning rapporteerde: “Hij heeft een bediende en elk gerief”(brief van 16 april); en: “Met betrekking tot de persoon van Galileo: Hij zal enige tijd in hechtenis moeten zijn omdat hij ongehoorzaam was aan de orders van 1616, maar de paus zegt dat na de publicatie van het vonnis hij met mij zal overleggen over wat gedaan kan worden om hem zo weinig mogelijk te kwellen” (brief, 18 juni).

Indien Galileo gemarteld was dan zou Nicolini dat gerapporteerd hebben aan zijn koning. Hoewel er martelwerktuigen aanwezig kunnen zijn geweest tijdens Galileo’s herroeping (dit was gebruikelijk in het rechtssysteem in Europa op dat moment), ze zijn beslist niet gebruikt.
De verslagen tonen aan dat Galileo niet gemarteld kon zijn vanwege de voorschriften die vastlagen in “The directory for Inquisitors” (Nicholas Eymeric, 1595). Dit was de officiële handleiding van het Heilig Office, het kerkorgaan dat was belast met deze zaken, en dat volgens de letter werd nageleefd.

Zoals de erkende wetenschapper en filosoof Alfred North Whitehead opmerkte, in een eeuw die een groot aantal “heksen” kende die werden onderworpen aan marteling en executie door protestanten in New England, was “het ergste dat gebeurde met de wetenschappers, dat Galileo een eervolle gevangenschap en een milde berisping onderging”. En dan nog, de Katholieke Kerk erkent vandaag de dag dat Galileo’s veroordeling fout was. Het Vaticaan heeft zelfs twee postzegels van Galileo uitgegeven als een spijtbetuiging voor zijn onterechte behandeling.

Onfeilbaarheid 
Ofschoon drie van de tien kardinalen die Galileo veroordeelden, weigerden om het vonnis te ondertekenen, werden zijn werken uiteindelijk veroordeeld. Anti-Katholieken voeren vaak aan, dat zijn veroordeling en latere rehabilitatie de doctrine van de pauselijke onfeilbaarheid weerleggen, maar dit is niet het geval, want de paus heeft nooit een onfeilbaarheidsuitspraak gedaan aangaande Galileo’s standpunten.
De Kerk heeft in gewone rechtszaken, zoals betreffende Galileo, nooit de onfeilbaarheidsleer toegepast. Kerkelijke rechtszaken hebben slechts disciplinaire en juridische autoriteit; noch deze, noch hun besluiten zijn onfeilbaar.
Geen oecumenisch concilie kwam bijeen betreffende Galileo en de paus was niet direct betrokken bij de discussies die werden afgehandeld door het Heilig Office. Toen het Heilig Office haar werkzaamheden beëindigde, ondertekende Urbanus VIII het vonnis, maar deed geen poging om onfeilbaarheid te bewerkstelligen.
Aan drie vereisten moet door de paus worden voldaan om het charisma van zijn onfeilbaarheid te kunnen toepassen: 1. Hij moet spreken in zijn hoedanigheid als de opvolger van Petrus; 2. Hij moet spreken in een zaak van geloof of moraal; én 3: hij moet plechtig verklaren dat het dogma alle gelovigen aangaat.
In Galileo’s zaak waren de tweede en derde conditie niet aan de orde en mogelijk zelfs de eerste niet. De Katholieke theologie heeft nooit aangenomen dat louter een pauselijke ratificatie van een rechterlijk vonnis een uitoefening van zijn onfeilbaarheid is. Het is een nietszeggend argument om de Katholieke Kerk voor te stellen als zou ze onfeilbaarheid hebben toegepast op een wetenschappelijke theorie die later onjuist bleek. De sterkste aanspraak die kan worden gemaakt is, dat de Kerk van Galileo’s dagen een niet-onfeilbare disciplinaire maatregel nam aangaande een wetenschapper die een nieuwe en nog onbewezen theorie verdedigde en van de Kerk eiste dat ze haar verstaan van de Schrift veranderde om aan te sluiten bij de zijne.
Het is een goede zaak dat de Kerk zich niet spoedde om Galileo’s standpunten te omhelzen, omdat uiteindelijk bleek dat zijn ideeën evenmin volledig correct waren. Galileo geloofde dat de zon niet alleen het gefixeerde centrum van het zonnestelsel was maar tevens het gefixeerde centrum van het heelal. We weten nu dat de zon niet het centrum van het heelal is en dat ze wél beweegt: ze beweegt om het centrum van het heelal in plaats van om de aarde.

Zoals meer recente wetenschap aantoont, hadden zowel Galileo én zijn tegenstanders gedeeltelijk gelijk en zaten ze gedeeltelijk fout. Galileo had gelijk in zijn aanname dat de aarde beweegt en hij zat fout in zijn aanname dat de zon onbeweeglijk is. Zijn tegenstanders hadden gelijk in de aanname dat de zon beweegt en zaten fout in de aanname dat de aarde onbeweeglijk is.
Zou de Katholieke Kerk met spoed Galileo’s standpunten hebben onderschreven (en er waren er velen in de Kerk die ze verkozen) dan zou de Kerk hebben omhelsd wat nu door de moderne wetenschap wordt weerlegd.

Over mannen

Tekst uit 2006. Toen de wereld nog fris, mooi en ongerept was (of, waarschijnlijker: ik nog zo naïef eeuwenoude geheimen te verklappen).


Een eeuwenoude conclusie die niet eens onderzoek behoeft is wel dat de man geschapen is ter vermaak van de vrouw. Om dit doel te bereiken hebben mannen dan ook minder strategisch inzicht dan vrouwen. Van moeder op dochter worden de do’s en dont’s doorgegeven voor het meest efficiënte en plezierverhogende gebruik van de man.

Zo zal frustratie over het zeer beperkte inzicht van de man nooit openbaar besproken worden. Daar hebben vrouwen hun eigen bijeenkomsten voor.

Loslopende mannen onttrekken zich van het doel waarvoor zij geschapen zijn. Voorkom dat.
Mannen zonder gade zullen altijd op zoek gaan naar die gade. Dat is ze door de natuur ingegeven. Vrouwen die het goed spelen hoeven niet op zoek naar een man. Je krijgt hem gewoon.
Iedere man die denkt dat hij jou gevonden heeft, is van jou. En eigendommen zijn er om gebruik van te maken.

De beperktheid van het inzicht van mannen leidt ertoe dat zij veelal niet door hebben wat hun rol in de samenleving is. Uit de praktijk bleek dat dit een zeer functionele houding voor mannen is. Het zal je daarom als vrouw geleerd worden dat je mannen niet slimmer moet maken dan ze zijn. Mannen die merken dat ze hier zijn voor de vrouw, hebben de neiging in opstand te komen, vaak ondersteund door hun primitieve agressie. Het geeft een hoop gedoe, voorkom dit daarom.

Het is voor mannen prettig in de illusie te leven dat ze er toe doen en dat zij de wereld beheersen. Van deze waan kun je als vrouw gebruik maken om te krijgen wat je wil. Laat ze daarom rustig verder spelen.

Mannen denken dat ze meer betaald krijgen voor hun werk omdat ze daar ontzettend goed in zijn. Voordeel hiervan is dat zij ervoor kiezen lange werkweken te maken. Als je een man te pakken hebt, kun jij korter werken. Je hebt meer vrije tijd en hoeft in die tijd niet voor hem te denken. Het kan nadelig zijn dat jij voor het huishouden op moet draaien maar daar staat tegenover dat je zeker weet dat het goed gebeurt. Zorg dat je hem duidelijk maakt dat je zijn geld hoort te krijgen voor huishoudelijke taken. Het is per slot van rekening jouw geld. Hij is van jou, dus alles wat hij bezit, is van jou.

Voetbal is ten gunste van de vrouw uitgevonden. Jij en je vriendinnen hebben op die momenten geen verplichtingen. Ga shoppen. Vergeet zijn geld niet.

Als hij vreemdgaat: ga nooit bij hem weg. Maak de rest van zijn leven een hel. Ongehoorzaamheid moet de kop ingedrukt worden. Wie zijn trouwring heeft, heeft de oudste rechten.

Kom nooit aan de eigendommen van een andere vrouw. Strijd in eigen gelederen is een verspilling van tijd en middelen.

Kinderen zijn je biologische akten van eigendom over de vader. Is de vader al getrouwd dan moet je genoegen nemen met een tweede plaats (sufkút, wat is je hierboven gezegd?). Neem in dat geval een extra man.

Schelden op een man heeft geen zin. Dat is zijn vocabulaire. Mannen kunnen niet tegen hoge tonen. Gebruik dat. Ook de traanklieren en - niet te vergeten - het aartsvrouwelijk sarcasme zijn ons geschonken middelen om de man op zijn plaats te houden.
Bij noodsituaties is de silent treatment het middel.

Wees geduldig, ze zijn niet snel van begrip. Maar inderdaad, jij hebt het recht in zijn auto te rijden. Hij is van jou, dus alles wat hij bezit, is van jou.

Herinner je: hij hoeft zijn plaats niet te kennen maar hij moet er wel blijven.

Zijn moeder is je enige tegenstander in eigen kamp. Kies een man met een moeder die in strategie voor jou onderdoet. En liefst één die al behoorlijk oud is. Een man zonder moeder is een buitenkans, gebruik hem.

Vrouwen hebben een langere levensverwachting dan mannen. Zijn erfenis is van jou.

Je zult je er op latere leeftijd bij neer moeten leggen: ook jouw man is een lúl en een loser. Als je echt de grip op de situatie dreigt te verliezen (een contradictie voor vrouwen, laten we eerlijk zijn) dan is het gerechtvaardigd hem daaraan te herinneren. Een man zonder vrouw doolt. Hij heeft je nodig als zelfbevestiging.


…een tipje van de sluier want er lezen mannen mee…







Afkomstig van Het Forum

23 mei 2010

Anti-Marokkanenfilmpjes

Op Geen Stijl zag ik vandaag een Taxi-achtig interview met Hans Teeuwen. Bij de reacties stond nog een herinnering aan Teeuwens illustere powning van de Meiden van Halal. Oh ja! Dat heb ik dus opgezocht op youtube om nog even naar te kijken. Wat heb ik me destijds gestoord aan het nerveuze 'de bal terug kaatsen' van de Meiden. Natuurlijk konden ze niet winnen van Teeuwen. Ze waren jong, naïef, over het paard getild en spreken de taal gewoon slechter dan hij. Maar toen ik vandaag nog eens keek dacht ik halverwege: "wacht eens even...zit die Meid rechts daar nou een rol te spelen? En die in het midden? Heeft hun mentor hen ingefluisterd dat ze Teeuwen in het nauw moeten drijven? Voor het blok moeten zetten? Moeten ze net doen alsof ze het nergens met hem eens zijn en fors gekwetst zijn? Hun taal riekt namelijk zo naar slecht acteertalent en dat ruik je door alle ervaring met middelmatige tv nu ontzettend goed.

Er bleek op youtube een deel 2 te zijn van Hans en de Meiden van Halal. Daar eens op geklikt, maar het was een stukje uit een programma van Matthijs van Nieuwkerk die de tv van het jaar mocht awarden. Aan de ene kant van de tafel Hans en aan de andere kant twee Meiden. Ja, de Meiden gaven toe dat hij hen gepowned had en dat ze het eigenlijk ook wel een klein beetje met hem eens waren, maar wat ze wilden laten zien (en dit klonk zó ingefluisterd weer) was 'dat Hans, zo op de bank liggend, een beeld was van hoe je met elkaar in dialoog kunt.'

Het volgende filmpje was van Hans en Gregorius Nekschot bij Pauw en Witteman (dat programma heb ik overigens nog nooit live gezien, bemerkte ik tegelijkertijd) over of vrijheid van meningsuiting ongelimiteerd is (wat Teeuwen betreft stopt het bij oproepen tot geweld). Tegelijkertijd stond er rechts van het afspelende filmpje een link naar een filmpje 'Hoe Nederland er marokkaanloos uitziet', gemaakt door ene El Mawnogwat. Dat klinkt naar zelfspot, dus leuk, maar ik hield het nog geen minuut uit en klikte daarna op een filmpje over hoe om te gaan met agressieve Marokkanen op straat. Ik verwachtte dat het satirisch was en dat was het eigenlijk ook, maar het was wel echt. En daarna zag ik rechts in beeld een hele rits links naar afzeikfilmpjes. Dan heb ik de joelreacties, omhoog geduimd door lezers, over Marokkanen naar eigen land etc. nog buiten beschouwing gelaten. En toen vond ik het niet leuk meer. Was ik politiek correct geraakt?

Nee, dat de filmpjes me niet aanstaan komt niet omdat ze kwetsend kunnen zijn, dat kon ik mezelf wel zweren. Want ieder weldenkend mens is het met wijsgeer Teeuwen eens dat meningen kunnen en mogen kwetsen. Toen ik nog lekker warm in het katholieke nest zat, had ik ook geen moeite met afzeikfilmpjes over de kerk of de katholieken. Geloof is zo'n fundamenteel onderdeel van je persoonlijkheid dat je de luchtigheid van scherts nodig hebt om jezelf niet zo serieus te nemen. Ik werd destijds alleen moe van weer die flutredenering dat het aan de Paus ligt dat Afrika aids heeft. Maar dat komt omdat ik heel arrogant en onterecht allergie ontwikkel tegen geestelijke armoede (en dus ook geregeld uitslag krijg van mezelf).
Nee, ik vind de anti-Marokkanenfilmpjes niet leuk omdat het er echt veel op een rij waren en ze een soort agressie leken uit te stralen. Als je eventjes zoekt vindt je ook hele rijen anti-pausfilmpjes, maar die zijn echt afserverend bedoeld en niet agressief. Ja, ik constateerde dat een hele rij van die anti-Marokkanenfilmpjes een lont in het vat zouden kunnen zijn. En dan snijd ik mezelf in de betogende vingers.

Want ik schreef hier eerder in mijn stukje over Geen Stijl al dat anderen niet verantwoordelijk kunnen zijn voor de bescherming van de geestelijk zwakken die slaan, schoppen, brandstichten of schieten omdat ze zichzelf hebben opgejut met negatieve teksten en filmpjes. Je kunt niet centraal censureren omdat er in de krochten van de menselijke soort figuren kruipen die niet snappen waar ze hun grens moeten trekken. Neemt niet weg dat ik het gevoel kreeg de underdog te moeten steunen. 'Laat de Marokkanen met rust'. Gek genoeg heb ik dat helemaal niet met anti-katholieke filmpjes. Daar had ik toen en nu er wel een rits van kunnen zitten kijken. Ik voelde me gewoon geen underdog.

Daar moeten trouwens de 'katholieke margebloggers' (de geuzennaam die ze zichzelf dankzij Geen Stijl gegeven hebben sinds de hostierel) nodig eens mee ophouden: die constante zielige beschuldiging dat er met twee maten gemeten wordt. 'Met de moslims wordt meer rekening gehouden dan met de christenen. Wij worden al veel langer gediscrimineerd en in de zeik genomen' en 'bij de scouting wordt je ook in je broek getast'. Recht je rug, wees katholiek en erken dat er (meerdere!) open beerputten in de kerk liggen. Daar leef je al decennia mee en omheen. Nu dus ook! De rest hoeft geen rekening met je te houden. Wij en jullie hoeven ook geen rekening te houden met de rest.

De Laozi : Hoofdstuk 9

"Vul je beker tot de rand
en hij zal overvloeien.
Blijf je mes voortdurend slijpen
en het wordt bot.
Jaag naar geld en zekerheid
en je hart zal zich nooit openen.
Hecht waarde aan de goedkeuring van anderen
en je zult hun gevangene zijn.
Doe je werk; neem dan afstand.
De enige weg naar klaarheid en kalmte."

- vertaling door Stephen Mitchell

De twee na laatste zin werd me al heel snel één van de dierbaarste in de Laozi (Tao te Ching). Dat brengt me in onzekerheid want in de drie andere vertalingen die ik van de tekst heb gelezen, staat deze zin niet. Stephen Mitchell heeft voor zijn vertaling een tweetal Engelse vertalingen gebruikt en daar een middenweg in gevonden. Het is dus geen zuivere koffie en ik ben dan weer te orthodox aangelegd om daarmee te kunnen leven.
Maar goed, blijft overeind dat het een goed en mooi advies is en het is de belangrijkste reden waarom ik deze vertaling heb gehouden.

Zhongchang Tong's Verduidelijking van Mijn Ideaal II

"De grote Weg mag dan al effen zijn,
Nagenoeg niemand komt in zijn buurt.
Doe wat je zelf wilt - daaraan is niets verkeerd,
Je voegen naar de anderen verdient geen enk'le lof
Kronkelend en draaiend sinds mensenheugenis,
Zich tot vervelens toe in bochten wringend:
Wat heeft al dat gepieker uitgehaald?
Het allerbelangrijkste ligt in jezelf.

Mijn droefheid vertrouw ik de hemel toe,
Mijn zorgen begraaf ik in de aarde.
De Vijf klassieken gooi ik woedend in het rond,
Met de Oden wil ik niets te maken hebben.
De wijsgerige scholen? Gemalen ingewanden zijn het!
Gebruik ze maar om het vuur gaande te houden.

Mijn ideaal verheft zich ten westen van de bergen,
Mijn geest laat ik zwerven ten oosten van de zee.
De oorspronkelijke qi is mijn boot,
De subtiele wind doet dienst als roer.
Ik zweef door de Opperste Puurheid,
Doe mijn goesting en geniet ervan."

- Zhongchang Tong
Vertaald door Jan De Meyer (en ja, dat is een Belg)

Toelichting door de sinoloog:
"De vroegrijpe literaat Zhongchang Tong (179?-219) had zo'n eigenzinnig karakter dat sommige van zijn tijdgenoten hem als gek beschouwden. Uitnodigingen om een ambt op te nemen sloeg hij steevast af op grond van ziekte. Hij was een van de allereersten die zonder complexen of omwegen schreef over wat hem aanstond en wat niet."

Meer sarcastische vrouwen op tv!

Irene Moors is nooit een favoriet van me geweest. Dat zal haar ook niks kunnen schelen, want ze kent me niet, maar ik wil -zoals altijd- ergens heen met deze startzin. Het kan ermee te maken hebben dat ik Telekids niet heb gezien. Ik heb wel eens afgesproken met een schoolvriendje dat ik bij hem thuis Pittige Tijden zou komen kijken en daarna moest ik toch constateren dat Carlo Boszhard de talentvolle van de twee is.
Nu vind ik de liedjes en de sketches niet de irritatiefactor bij Irene Moors. Nee, het kruipt bij mij onder mijn nagelriemen als ze geen script heeft waar ze zich aan moet houden. Ook haar talkshowachtige dingen heb ik nooit gezien, maar als ik op een promo ervan stuitte, met dat geteemde 'enig, enig' van Moors, had ik al genoeg van haar gezien. Ik begrijp niet wat kijkers nou aantrekt in haar.

Kwam ze afgelopen week bij RTL Boulevard met een WK-lied waar de treurigheid van af sloeg, maar ik heb dus ongeveer vijf minuten naar die vrouw gekeken en iets ontdekt wat me aanstond. Ze geneert zich zelf ook de tandjes dat ze op tv komt.

Op een gegeven moment zei de presentator van dat moment (en ik herinner me bij God niet meer wie het ook alweer was) dat hij er naar uitkeek om haar later die avond weer terug te zien in de Tv-kantine. Dat is alleen niet live en het leek op het puntje van Moors' tong te liggen om hem dat te zeggen. Het wekte wat verwarring bij haar. Nog één laatste, ongemeend complimentje kwam er uit de presentator en Moors antwoordde op de geteemde wijze die haar handelsmerk is, met een sarcastisch dank je wel. Ze draaide haar gezicht naar de camera. D'r onderlip zakte als uiting van gêne naar haar kin toe. Je zag aan haar hoofd dat ze wilde zeggen: "Ik snap ook niet wat ik hier doe en waarom hij zo tegen me doet. Sorry, mensen".

Irene Moors heeft sarcasme. Ik ben fan. Er zouden veel meer sarcastische vrouwen op tv moeten komen.

22 mei 2010

De Chinese seizoenenleer

Waarschijnlijk erg versimpeld, want Feng Shui is verwesterd. Deze blog is mijn geheugensteun en uitlaatklep dus ik pleur het hier neer.
"Een duidelijk kenmerk van de werking van de vijf elementen is de opeenvolging van de seizoenen. Het voorjaar is een houtkwaliteit met een duidelijke opwaartse kracht. Het hoogtepunt wordt gevormd door de zomer (vuur), waarna de energie zich terug begint te trekken in de herfst (metaal). Alles komt tot rust in de winter (water). Aarde is de neutrale en regulerende kwaliteit bij de overgang van het ene element in het andere element (van het ene seizoen naar het andere seizoen)."
Uit: Feng Shui op de werkvloer / Ronald Faber
(erg handig, compact boekje en ja, ik wil mijn omgeving wel feng shui'en)

Denk niet dat je deugdzaam bent

Yang Zi* ging eens op reis naar Song, en overnachtte in een herberg. De herbergier had twee bijzitten. De ene was mooi, de andere lelijk, maar de lelijke stond in meer aanzien dan de mooie. Toen Yang Zi naar de reden hiervan vroeg, zei het zoontje van de waard: "Die mooie vindt zichzelf zo mooi dat we er niets moois meer aan vinden, en de lelijke vindt zichzelf zo lelijk dat we er niets lelijks meer aan vinden!"
"Vergeet dit niet, mijn discipelen!" riep Yang Zi uit. "Zolang jullie deugdzaam handelen maar je ontdoet van de gedachte dat jullie deugdzaam zijn, zullen jullie waar dan ook steeds geliefd zijn!"

- Uit de Zhuangzi, de Uiterlijke Geschriften, hoofdstuk 20: De Boom in de Bergen.
(vertaling door Kristofer Schipper)

*Dit moet Yang Zhu zijn, de beroemde epicurist van het oude China

19 mei 2010

Libertarisme

"Hoe bloemrijker de wetten en geboden, hoe talrijker de dieven en rovers."
- Lao Zi

17 mei 2010

De foute kant van Michael J. Fox

Toen George W. Bush voor herverkiezing streed, en tegen John Kerry, zag ik een publiek debat tussen hen tweeën op tv. Natuurlijk zag ik dat, want Europa volgt een jaar voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen de strijd al op de voet. Ik ben hartstikke naïef, daar kom ik rond voor uit, maar mij lijkt het dus niet nodig dat Europa de details van de verkiezingstour avond aan avond op tv heeft.

Naast naïef ben ik een beetje sentimenteel (of dom, zo je wilt) want ik heb een zwak, een niet te verklaren zwak, voor George Dubbayah. Er is weinig goeds uit zijn handen gekomen, als ik het allemaal redelijk gevolgd heb. En ook als persoonlijkheid komt hij niet bijster sympathiek over, maar er zit 'm iets in dat karakter van hem dat ik herken of dat me aanstaat of dat een soort van thuis-/familie-/herkenbaar gevoel geeft.
Ik zag een paar weken geleden de film W. van Oliver Stone en ik mocht George gewoon. Stone is geen republikein maar heeft van W. geen pamflet willen maken, zei hij in een interview. Waar Stone met name de nadruk op legde was de gulzigheid van George. In zijn eten, zijn drinken en zijn politiek. Gulzig. George is een soort buurmanfiguur. Ik kan het niet goed uitleggen, ik heb gewoon geen hekel aan Bush. Terwijl het een rat is.

Ten tijde van het verkiezingsdebat tegen Kerry zat ik nog goed in de katholieke veren. Het aanwezige publiek mocht vragen stellen en er werden tussendoor filmpjes vertoont (want de aandacht zwakt af als je lang naar twee lullende mannen moet kijken). Het ging destijds ook fanatiek over stamcelonderzoek. Ik kan me niet herinneren dat het bij de afgelopen presidentsverkiezingen een hot item was, trouwens.

Wie de jaren 1980-2010 bewust heeft meegemaakt denkt bij stamcelonderzoek aan Michael J. Fox. Niet dan? Michael J. Fox heeft altijd sympathieke rollen gespeeld, is gewoon een goeie gozer en heeft het noodlot getroffen de ziekte van Parkinson te hebben. Stamcelonderzoek is een hele goede mogelijkheid tot het krijgen van gezonde cellen waarmee onder andere Parkinson kan worden bestreden. Ik zeg het kort door de bocht want ik heb er weinig verstand van en tot dit niveau snap ik het. Parkinson zou zo goed bestreden kunnen worden dat de ziekte in de beginfase gestopt kan worden. Stamcellen zijn (en ik doe dit uit mijn hoofd) cellen die het basismateriaal van een mens zijn. Ze hebben niet een bepaalde functie tot onderhoud van één orgaan in het lichaam of één lichaamsfunctie. Stamcellen bezitten basisinformatie over hoe een specifiek lichaam in elkaar dient te steken. Imbecieler kan ik het niet uitleggen zonder keihard te liegen. En moeilijker kan ik het ook niet uitleggen zonder dat ik verwijzen moet naar bronnen die het beter weten dan ik. Dat kan ik natuurlijk gewoon doen, verwijzen, maar eigenlijk wil ik met dit stukje laten zien hoe ik redeneerde en nu redeneer en niet hoe stamcelonderzoek wetenschappelijk in elkaar steekt. Daar heb ik ook gewoon niet het vereiste talent voor.

Je hebt twee soorten stamcelonderzoek. Allereerst onderzoek waarbij stamcellen onttrokken worden uit materiaal van volwassen mensen. Nadeel van deze stamcellen is dat het leven zijn sporen heeft nagelaten. Dat de stamcellen dus niet puntgaaf zijn. De tweede vorm van stamcelonderzoek is met puntgave stamcellen van hele jonge mensen: embryo's. Ik gebruik het woord mensen hier als jeugdjournaal-taal en niet als statement. Daar ga ik nu pas naartoe. Voor veel christelijke Amerikanen en christenen all over ligt werken met embryo's heel gevoelig. Dat is zuiver sentiment, maar dat het sentiment is betekent juist dat het meespeelt in politiek. Wanneer je middels ivf (sorry, dat mag je nalezen op Wikipedia en leg ik hier niet uit) met embryo's werkt, dan is er geen christelijk bezwaar te horen want ivf stimuleert de voortplanting, hoe kunstmatig en tegen de natuur in het ook is. Wanneer werken met embryo's verband houdt met het niet leven van die embryo's (abortus provocatus of gebruik van embryonale cellen zonder dat het embryo voldragen en geboren zal raken) dan is er veel christelijk bezwaar te horen. Het is even kunstmatig als ivf, maar er komen geen babytjes uit voort.

Het toverwoord is babytjes. Je dacht natuurlijk dat het 'm zat in de tegenstelling dood-leven, maar dat is niet zo. Veel christenen zijn niet tegen de dood, als het maar niet de dood betreft van iets weerloos (hondszieke mensen bijvoorbeeld die euthanasie willen, die worden als wilsonbekwaam door de pijn en dus als weerloos beschouwt. Ik zit hier niet te zieken als een ex-roker die anti-roker is geworden, dit is altijd geweest wat ik constateerde, ook in de katholieke veren, maar ik gebruik nu een iets andere verteltrant. Niet veel anders, ik zweer het jullie).

Als het aankomt op een baby is het sentiment altijd groot. Niets zo vredig en onschuldig als een baby, dat ervaren we ongeveer allemaal wel. Een embryo dat voor stamcelonderzoek wordt gebruikt maar dat nooit geboren zal worden is zielig. Hoewel het technisch gezien geen 'heel jong mens' is, zoals ik het hierboven noemde, is het wel al een frutseltje waar we affectief naar kunnen staren op een echo. De emotie is niet vreemd.

Michael J. Fox, lijdend aan ernstige pijn, richtte het woord tot de presidentskandidaten om te pleiten voor stamcelonderzoek, in beide vormen. Stamcelonderzoek kan niet alleen leiden tot een oplossing voor Parkinson, maar voor vele andere ziekten evenzo. Ik zat te kijken naar Michael J. Fox, naar dat eigenlijk heel kinderlijke gezicht dat hij heeft, dat nu met zijn leeftijd en zijn pijn een beetje verwrongen is geraakt. Hij lijdt erg veel pijn en het is logisch dat hij een oplossing zoekt. Hij kent ongetwijfeld nog meer patiënten met net zulke pijn en wil hen ook helpen. Wil zijn bekendheid gebruiken om hulp te bieden. Dat het baby-sentiment stamcelonderzoek belemmert roerde hij niet aan. Maar ik was juist nieuwsgierig naar hoe hij daarmee omgaat, hoe hij dat uitlegt aan lichamelijk gezonde luisteraars. Waar het toe leidde was dat je eigenlijk, tegen je gezonde verstand in, dacht 'staat hij nou voor zijn eigen gezondheid te pleiten, ten koste van de dan te gebruiken embryo's?' Ik begreep heel goed dat zoveel Amerikanen het niet goed vonden klinken en ik begrijp die redenatie nog steeds, ook al denk ik over abortus provocatus inmiddels iets anders (helaas niet helderder). Waarom nam Fox niet het argument van het baby-sentiment bij de tegenstanders weg?

Vergeten

"De rechtmatigheid van een regering berust grotendeels op een aanhoudende oefening in vergeten."
- Begoña Aretxaga

De Basken en de Roma

Een groot plezier is de Wikipedia-index op etniciteiten. Volken waar je nooit iets van hoort, eigen talen, eigen culturen, vaak een zwervend bestaan, en nog maar klein in aantal, maar wel met roemruchte geschiedenissen. Twee van die volkeren (al hoewel geen van tweeën erg klein) waar ik nieuwsitems over blijf volgen en waarvoor ik dus naar de bibliotheek gespoed ben, zijn de Roma en de Basken. Of eigenlijk was ik nog niet eens zo ver dat ik naar boeken over de Roma op zoek was gegaan. Het boek dat ik een paar dagen geleden uitlas lag er gewoon op een standaard en heb ik dus direct geclaimd. Begraaf me Rechtop : Omzwervingen van de Europese Roma van Isabel Fonseca leek me een boek met een flinke dosis antropologie en sociologie, vaktermen en diepgaande theorieën, maar gelukkig was het dat helemaal niet. Ik vloog door de hoofdstukken. Over eten, feesten, huishouden, levensonderhoud en vanzelfsprekend ook de onderdrukking en de moorden waar de Roma slachtoffer van zijn. Ik raad het boek van harte aan. Bij het eerste hoofdstuk dacht ik 'Isabel is een beetje verliefd op de Roma, ziet het allemaal wat rooskleurig', maar later in het boek bekritiseert ze een Tsjechische Roma-deskundige die een hele theorie debiteert over de romantiek van de diefstal door Roma. Isabel is wel gecharmeerd van de Roma, maar niet tot het kritiekloze aan toe.

Als er één verschil levensgroot is tussen de Basken en de Roma dan is het dat het eerste volk zich teveel aan haar geschiedenis gelegen laat liggen en het laatste volk te weinig. Over de Basken las ik gisteren en eergisteren twee boeken: Zonen van Noach van Cees Zoon en De Wereldgeschiedenis volgens de Basken van Mark Kurlansky. Cees Zoon schreef een pamflet. Hij woont al geruime tijd in Spanje en heeft zo wat nadelen geconstateerd aan Spanjaarden in het algemeen en Basken in het bijzonder. Ik zou het boek niet aanraden. Met tegenzin begon ik naderhand in De Wereldgeschiedenis volgens de Basken, maar daaruit bleek wel hoe slecht Cees Zoon research heeft gedaan naar het waarom achter het Baskisch terrorisme. Daar zit echt grond achter. Ook al is het een oorlog, zijn alle oorlogen smerig en wil ik het dus helemaal niet verdedigen.

Jeremy Clarkson, op reis door Europa, heeft eens een ontzettend komisch stuk geschreven over Baskenland, met fascinerende theorieën. Zo zouden de Basken nooit eerder onafhankelijk zijn geweest (dat is onjuist, maar het is wel heel veel eeuwen terug), zouden ze allemaal bloedgroep O hebben (dat is bijzonder genoeg bijna waar: iets minder dan 50% heeft O negatief), en zouden ze de meest kromme taal van Europa hebben. Jeremy vertaalde een zin naar het Engels. De bedoeling was 'ik lees'. De vertaling was 'in the act of reading, doing, you have me'. Want zo loopt de zinsbouw in het Baskisch, vertelde Clarkson. Ook dat is ongeveer waar. Het Baskisch is een taal met 30 vervoegingen en het is het achtervoegsel dat de crux van een woord weergeeft. Een etxea is een huis. Een goikoetxea (en dit is een achternaam in Baskenland, zo frequent als de naam De Vries) is een 'huis daarboven' (of eigenlijk dus 'daarboven een huis'). Het is ook waar dat Baskisch aan helemaal niets in Europa verwant is. Dat geldt ook voor het Hongaars, maar van het Hongaars bestaat er een heel geloofwaardige theorie hoe het zo geïsoleerd tussen alle Indo-europese talen is geraakt en ook nog eens levend is gebleven. Van de herkomst van het Baskisch is hoegenaamd geen idee. Theorieën genoeg, maar niets klinkt het meest plausibel. De trots van de Basken dat ze veruit het oudste nog bestaande volk van Europa zijn heeft grond.

Van de Roma is bekend waar ze vandaan komen en dat is dankzij hun taal. Omdat ze altijd rondgetrokken hebben zijn er geen sporen van nederzettingen gevonden, maar hun taal lijkt nog zo sterk op het Sanskriet en het Hindi dat de herkomst te determineren is: Noord-India. Niet dat zij zelf daar bijzonder in geïnteresseerd zijn. De Roma hebben ook mij gecharmeerd. Omdat hun interesses en ambities heel ergens anders liggen dan wat ik gewend ben, omdat ze uiterst sterk zijn, omdat ze een wervelende geschiedenis hebben en omdat ze altijd opnieuw beginnen. De eigen tradities vinden ze belangrijk, maar het heeft er niet toe geleid dat ze willen weten met hoeveel ze zijn, waar al die Roma dan wonen, wat de Roma-identiteit dan maakt en dat ze door zich te verenigen ongelooflijk sterk en machtig kunnen worden. Isabel Fonseca constateerde in alle landen die ze bezocht dat de Roma ter plaatse er geen idee van hadden dat er Roma in andere landen woonden en het interesseerde ze ook niet. Ze interesseren zich niet voor opleidingen en je wordt raar aangekeken als je leest. Dat betekent dat je je afzondert en dan ben je waarschijnlijk ziek, want Roma zoeken altijd elkaars gezelschap op. Dat kinderen nauwelijks naar school gaan en niet kunnen lezen en schrijven wordt niet gezien als een tekortkoming. Er wordt überhaupt weinig geïnvesteerd in de toekomst. Roma zijn gewend dat de volgende dag altijd weer een oplossing brengt. De eigen geschiedenis is dus ook niet opgeschreven. Roma weten niet meer dan wat de oudste nog leven generatie weet en dat vinden ze dan ook heel, heel lang geleden.  Dat maakt dan ook dat Roma altijd frisse moed houden. Ze hebben geen idee dat ze al eeuwen onderdrukt worden. Voor zover zij wíllen weten is dat pas 50 jaar aan de gang (ouder worden Roma gemiddeld niet).

Er zijn Roma die doorgeleerd hebben. Niet veel, maar Fonseca heeft er een aantal ontmoet. Ze worden meestal met wantrouwen behandeld door andere Roma vanwege onreinheid. Eeuwenlange ervaring heeft er wel toe geleid dat de Roma weten dat het niet goed is als je omgaat met niet-Roma. Daar komen ongelukken van. Niet-Roma worden 'gadje' genoemd en gadje zijn onrein. Fonseca noemde een sprekend voorbeeld. Toen ze met Amerikaanse Roma uit eten ging, wilden zij niet met het gadje-bestek eten en aten ze met hun handen. Ook Roma die een relatief welvarend leven leiden zijn trouw aan de reinheidswetten. Het is pas sinds een aantal jaren dat groepen Roma ontdekken voordeel te kunnen hebben aan gestudeerde Roma. Om zo de groep te vertegenwoordigen en hun rechten te verdedigen. Er zijn meerdere stichtingen, verbonden en vakbonden die de Roma vertegenwoordigen, maar het feit blijft dat het merendeel van de Roma geen weet heeft dat deze bestaan en geen belangstelling aan de dag leggen voor georganiseerde verbanden buiten de eigen clan. Meerdere malen in Begraaf me Rechtop wordt met verbazing geconstateerd dat de Roma geen eigen staat willen, geen vereniging en geen band met India. Ja, die band met India wordt aangehaald als er handel mee te drijven valt, maar de Roma bedrijven geen politiek.

Fonseca ontkracht een hoop mythen. Roma zijn uiterst schoon. Vooral in huis. Dat kinderen met vieze bekjes rondlopen is omdat ze meestal buitenspelen en daar overal met hun toet in mogen zitten. Ze worden zowel 's ochtends als 's avonds gewassen. Ook in de armste streken. Voor de buitenboel hebben Roma geen belangstelling. Aan leven bij of op een vuilnisbelt zijn ze gewend geraakt doordat ze daar naartoe zijn gedwongen door gadje. Gastvrijheid is uiterst belangrijk en daarvoor betaald worden door je gasten is een belediging. Roma leven in clans samen. Vaak met hele families in één huis, wagen of onder kartonnen dozen.

De eigen clan dient altijd gerespecteerd te worden. Buiten de pot piesen betekent eruit gezet worden. Roma-prostituees kom je niet veel tegen. Het is volkomen onrein. Natuurlijk is Fonseca ze tegengekomen, maar daar zat drama achter. Prostitutie wordt ook bij de Roma niet beschouwd als een respectabel beroep. Roma-bedelaars kom je veel vaker tegen. In hun ogen is dat niet vernederend. Een Roma vragen naar zijn beroep is eigenlijk het antwoord 'geld verdienen' zullen krijgen. Het maakt Roma, binnen de reinheidswetten, niet uit hoe zij hun geld verdienen. Ook stelen valt daaronder. De Tsjechische antropologe maakte daar een mooie romantiek omheen, maar Fonseca verdedigt het niet. Wel speelt in de voormalige Oostbloklanden mee dat de Roma veel makkelijker en beter weten ergens geld uit te slaan. Waar de gadje in die landen gewend waren geraakt achterover te zitten en uit sabotage niets uit te vreten voor het communistische regime, zette de Roma er ook na de val van de Muur de schouders onder en werden zo de eerste rijken in die landen. Dat zette kwaad bloed en versterkte het gerucht dat de Roma dieven waren.

De communisten hadden voor die tijd de Roma willen helpen door ze aan het werk te zetten in collectieve boerderijen. Het was voor hen dan ook onbegrijpelijk dat Roma vertrokken of dat ze naast de boerderij in de bossen met stukken hout en karton hutten bouwden omdat ze niet konden wennen aan leven in een huis.
Toen het communisme plaats maakte voor het kapitalisme, konden de werknemers van de collectieve boerderijen allemaal een stukje krijgen om voor zichzelf te beginnen. Mits ze bewijsstukken hadden dat ze op de boerderij hadden gewerkt. De Roma hadden die bewijsstukken niet bewaard, hadden zich niet op de hoogte laten stellen van die regeling of waren er van overtuigd dat ze belazerd zouden worden als ze voor zo'n stukje grond in aanmerking wilden komen. Ze startten hun eigen handeltjes. In loondienst willen ze sowieso al niet. Dat betekent je aan eenzijdige afspraken moeten houden en niet de vrijheid hebben om vanmiddag om drie uur naar de volgende stad te kunnen trekken. Dit is altijd door de plaatselijke autoriteiten tegengegaan. Het heeft vele decennia gekost, maar een groot deel van de Roma woont nu op één plek. Maar dan wel op hun eigen manier. Django Reinhardt was daarin een mooi voorbeeld. Nooit vervolgd door de Nazi's omdat ze zijn muziek zo mooi vonden, kocht hij op een gegeven moment een mooi huis voor zijn familie. Wie er op bezoek kwam zag een weelderige, onaangeroerde pronk en daarna in de tuin de leefomgeving van de familie. Niemand woonde in het huis, 'het huis was voor gasten'.

Dat de vrijheid van buiten leven en rondtrekken geliefd is bij de Roma kan uit zichzelf ontstaan zijn, maar het kan ook komen dat de Roma die vrijheid aangenomen moeten hebben omdat ze overal werden verjaagd. Fonseca bericht uitgebreid en misselijkmakend over de huidige moorden op en terrorisering van Roma, maar ook over 'De Verzwelging' (de Roma-holocaust ofwel porraimos. Typerend: ook de geschiedenis van De Verzwelging is onder de hedendaagse Roma vrijwel onbekend) in de meest grimmige details. Wat Mengele geflikt heeft, heb ik nooit ergens op internet of in geschiedenisboeken gelezen, Fonseca legt het in een aantal pagina's haarfijn uit en maakte me kotsmisselijk. Hoewel het de meest georganiseerde actie was om van de Roma af te komen kun je het, voor zover de geschiedenis van de Roma bekend is, niet eens het dieptepunt noemen. Het is een aaneenschakeling van verdrijving, onderdrukking en rampspoed. Fonseca ontdekt ondanks huizenhoge bureaucratie in de Oosteuropese archieven ook de sporen van eeuwenlang bezit van Roma door gadje. De Roma waren vanaf halverwege de middeleeuwen tot de Verlichting eigendom waar alles mee gedaan mocht worden. Van het bekende verleden is alleen de korte periode van de Verlichting een periode geweest van vrede en voorspoed voor de Roma. Maar, nogmaals, ze weten het zelf bewust niet. De Roma zijn kampioenen opnieuw beginnen en dat komt omdat ze niet willen weten dat het 'opnieuw' is. Ze kennen bewust de vorige keer niet.

De vreemde titel Begraaf me Rechtop is een uitspraak van een oude Roma-man, gericht aan Isabel Fonseca. Hij zei: "Begraaf me rechtop, want ik heb mijn hele leven op mijn knieën gezeten."

10 mei 2010

Bietensoep

Een super makkelijk te maken en bij mij favoriete salade is bietensalade met studentenhaver (of cranberrymix). Je snijdt gekookte bieten in repen, je strooit er studentenhaver op en een scheutje honing en je bent klaar.

Gisteravond heb ik het ook gegeten, maar ik had way te veel bieten. Dus achteraf bedacht ik me dat ik er bietensoep van kon maken.

De lekkerste bietensoep die ik tot nog toe heb gehad, at ik in Stockholm. Met dobbelsteentjes rendiervlees. Dat heb ik hier nog niet in de supermarkt zien liggen en ik had zelf gisteravond in mijn bietensoep ook geen vlees zitten, maar rund komt dicht in de buurt van rendier dus dat raad ik vleeseters dan aan om er dobbelsteengewijs in te gooien.

Mijn bietensoep gisteren was een lachertje zo simpel te maken, dus een recept wil ik dit niet noemen, maar het is wel uit te breiden tot iets behoorlijk culinairs. Ik had:

Twee gekookte kroten (van die formaat tennisbal-achtigen). Die heb ik dus een repen gesneden, maar de vorm maakt helemaal niet uit. Je gaat er toch soep van maken. Die repen heb ik op 750 watt in de magnetron een minuut of drie flink heet laten worden. Daarna heb ik mijn staafmixer gepakt en er een puree van gemaakt. Met de quoker heb ik er kokend water bij gemikt. Daarna geroerd, zout en peper toegevoegd en om het een beetje op de Zweedse soep te laten lijken, de eerst aangetroffen groene kruiden er doorheen geroerd. In mijn geval was dat kleingesneden basilicum.

Ik had geen zuivel in welke vorm dan ook, dus dat heb ik niet toegevoegd. Maar het is een optie. Dobbelsteentjes vlees zijn een optie en als ik er het geduld voor had gehad, had ik er laurier in kunnen laten trekken, maar hij smaakte me nu al prima.

Via een kookboek van de bieb kwam ik trouwens op het idee van witlof-mosterdsoep. Ik test het deze week en breng jullie op de hoogte.

Lasagne volgens mijn moeders recept

Zoals beloofd op Twitter en natuurlijk aangevuld met allerlei extra en/of overbodige informatie.

Ingrediënten
(voor 3 of 4 personen, afhankelijk van de honger)

Voor de bechamelsaus
500 ml melk
1 bouillonblokje (ik doe vega-blokjes, maar rundvleesbouillon is mijn moeders stijl)
een handje (ja, echt op gevoel en naar smaak) italiaanse kruiden (van Silvo bijvoorbeeld)
25 gr boter of margarine (50 gr mag ook, als je het een zwaardere saus wilt maken)
4 eetlepels bloem

Voor de tomatensaus (als je een eigen recept tomatensaus hebt, doe je die. Het maakt niet zoveel uit. In de tomatensaus zit alle variatiemogelijkheid voor de lasagne. Aan de bechamelsaus kun je beter niet knoeien. Mijn moeder is er desondanks één keer mee geslaagd: hamblokjes in de bechamel. Ontzettend lekker maar wel een zwaar, winters gerecht dan)

1 ui
1 rode paprika
evt. 250 gr gehakt (maar zonder smaakt het net zo goed)
tomatenpuree (eigengemaakt of van die kleine blikjes, of zo'n pak geperste tomaten van de AH, maar ik begreep van Keuringsdienst van Waarde dat het enige verschil tussen dat pak en de blikjes een hoeveelheid water is en water, dat heb ik zelf ook in de kraan)
Wie 'lasagnesaus' of 'spaghettisaus' uit een pot wil gebruiken is een viespeuk, want daar zit suiker in en lasagne heeft helemaal geen suiker nodig.
Variatieopties:
uitgelekte spinazie erin, of van die met zout bewerkte (en dus van vocht onttrokken) auberginestukjes of gesneden courgette. Zelf vind ik wortel in mijn lasagne te zoet, maar het kan. Of roosjes broccoli. Of, voor de bite, stukjes noot als amandelen of cashews.

Wie een pastamachine heeft of vlijtigheid kan zelf lasagnedeeg maken, maar ik geef eerlijk toe dat ik sinds een tijdje voor het gemak die lasagnebladen van de GrandItalia gebruik.

En voor de topping: geraspte kaas. Koop een echt stuk kaas en rasp het, want dat wat je in die zakjes koopt is een mengsel van 15% kaas en verder varkensbuikvet en zaagsel en allerlei rommel dus.

Bereidingswijze


Begin een uur of 4 van tevoren met de bechamelsaus. De smaak moet nl. goed trekken. Gooi in een pannetje de 500 ml melk, doe het bouillonblokje erbij en strooi de Italiaanse kruiden op de melk. Laat de melk zachtjes op staan totdat het bouillonblokje is gesmolten. Roer de melk en zet het vuur uit. Laat de gekruide melk gewoon op het fornuis staan trekken tot je een anderhalf uur voor etenstijd echt met de lasagne gaat beginnen.

Pak een vergiet, zet het vergiet op een flinke maatbeker en giet het pannetje gekruide melk leeg in het vergiet. De melk moet opgevangen worden in de maatbeker. Met de melk ga je verder, de italiaanse kruiden blijven in het vergiet achter en kun je weggooien.

Smelt in het gebruikte pannetje de boter. Zet het vuur laag, pak een garde en gooi de bloem bij de gesmolten boter. Mix de bloem met de boter (met de garde) tot je een droge dorre bal hebt. Beetje bij beetje gooi je nu de melk erbij tot je een gladde saus krijgt. Een roux, weet je wel. Je klopt je met de garde een ongeluk. Het kost je ongeveer 10 minuten roeren en ook daarna consequent alert blijven dat de bechamelsaus geen droge plak wordt. Roer je een tennisarm en houd ook terwijl je met de andere saus bezig bent, een oogje op de bechamelsaus.

Wees niet snugger en gooi dus niet voor je gemak alvast de geraspte kaas in deze saus. Je krijgt er een klonterige massa van.

Maak nu de tomatensaus. Ik ben zo vrij te veronderstellen dat je daar geen uitleg van mij voor nodig hebt. Zorg in ieder geval dat je tomatensaus niet te waterig is, want dat water zakt dan naar de bodem van je lasagneschaal en maakt een soep van je gerecht.

Na de tomatensaus, zet je een joekel van een pan op het vuur met alvast gekookt of nog tot koken te brengen water. Zodra het water kookt gooi je er de lasagnebladen in. Tip van mijn moeder: maak van je lasagebladen in het water een kruis. Niet om de steun van de Heilige Maagd te vragen, maar omdat de bladen dan niet zo aan elkaar kunnen gaan plakken dat je ze niet meer van elkaar af krijgt. Gooi het eerste blad dus in de lengte van de pan (da's lastig in een ronde pan, maar je begrijpt hopelijk wel wat ik bedoel) en het volgende blad in de breedte van de pan. Omdat in mijn schaal maar drie bladen per laag lasagne passen, gooi ik drie bladen per keer in de pan (lengte-breedte-lengte dus). Na 5 tot 8 minuten zijn de bladen zo slap dat ze geschikt zijn voor verder gebruik. Leg ze met een schuimspaan op een schone theedoek om het teveel aan water kwijt te raken. Gooi intussen je volgende set bladen in de pan. Bij verse lasagnebladen hoeft dit allemaal niet. Snijd dan het deeg in gelijke, in de schaal passende, rechthoeken en zie verder hieronder.

Vet de lasagneschaal in wanneer de schaal dat vereist en verwarm de oven voor op 200 graden.  Nu ga je de lagen maken. Begin met de bechamelsaus. Bedek de hele bodem van de schaal en strooi er kaas over. Haal de bladen van de theedoek en leg ze één voor één passend in de schaal. Soms is een beetje snijwerk nodig om de bladen passend te maken. Gooi tomatensaus op de bladen en bedek de bladen volledig. Wanneer ze niet bedekt zijn worden het hele harde krengen in de oven. Strooi er kaas over. Haal de bladen uit de pan, op de theedoek, wanneer ze uitgelekt zijn, leg je die weer in de schaal. Bechamelsaus, kaas, etc.

Meestal haal ik iets van vijf lagen. Eindig met kaas. Als je de gehakte noten een leuk idee vond, gooi die dan niet in een saus maar leg ze apart tussen de lagen en eindig met de noten én de kaas.

Zet de schaal in de 200 graden warme oven en laat het zo'n 15 tot 20 minuten bakken (dus nog steeds 200 graden en dan 20 minuten. Die laatste 5 minuten kun je altijd nog onderbreken). Klaar. Laat iets afkoelen voordat je aansnijdt. Het is erg heet.