28 augustus 2010

Idealendeformatie

"Het is een grote fout, die met name in de cultuurgeschiedenis reeds veel misverstand heeft veroorzaakt, om een in de samenleving werkzame denkrichting te beoordelen naar de geschriften van hen, die hun naam aan die denkrichting verlenen. Wil men de invloed van Freud op de westerse cultuur bestuderen, dan kan men de werken van de meester zelf beter gesloten laten, want het zijn nu eenmaal de geselecteerde, vereenvoudigde, door het gebruik gedeformeerde ideeën van de grote mannen die de hoofdrol spelen in de geschiedenis en niet de originele ideeën zelf."

- Uit: Het Geloof der Kameraden van Karel van het Reve

Dicht dus die Tao te Ching en op naar Taiwan voor een werkelijke weergave van het taoïsme. Sluiten die Bijbel en pak de auto naar 's-Gravenpolder. Van het Reve heeft een heel goed punt. We bediscussiëren maatschappelijke stromingen op basis van wat er op papier staat, maar de praktijk lijkt nooit op wat de voorman bedacht heeft.

22 augustus 2010

Cantique de Jean Racine

Eén van de mooiste liederen die ik ken. Werd op mijn verzoek gezongen tijdens onze huwelijksmis.

Wetenschapsfilosofie (deel 1)

...In een later, tweede, deel wil ik in mijn eigen woorden omschrijven wat de beperking en daardoor juist de winst is van de wetenschap - en in het verlengde daarvan; waarom wetenschap religie niet kan doen verdwijnen...

"Volgens Karl Popper, de meest invloedrijke wetenschapsfilosoof van de twintigste eeuw, is een theorie alleen maar wetenschappelijk voor zover hij gefalsificeerd kan worden, en moet hij worden opgegeven zodra hij is gefalsificeerd. Volgens deze norm hadden de theorieën van Darwin en Einstein nooit geaccepteerd moeten worden. Toen zij voor het eerst naar voren werden gebracht, lag elk van deze theorieën overhoop met een voorhandenzijnd bewijs, pas later kwamen er bewijzen op tafel waardoor zij op doorslaggevende wijze werden ondersteund."
En:
"De grootste wetenschappers zijn nooit gebonden geweest door wat nu als de regels van wetenschappelijke methode worden beschouwd."

15 augustus 2010

Mijn broeders hoeder


Gelukkig kun je je vrienden kiezen. En gelukkig kun je je familie niet kiezen. Ik zou van de mijne allang afscheid hebben genomen en als gevolg daarvan nooit zo geïntrigeerd kunnen raken als ik nu ben. Ik heb een grote familie. Mijn moeder heeft zeven broers en zussen. Mijn vader heeft er negen. Op een enkele uitzondering na hebben al die broers en zussen zich ook weer voortgeplant. Als het niet zo onbeschaafd was zou ik een blog bij kunnen houden over mijn familie met al hun verwikkelingen en hun excentrieke trekjes. Niet dat ik de illusie heb de enige te zijn met vreemde familieleden.

Op dit moment is mijn vader furieus. Op zijn familie. Dat komt hoogst zelden voor. Van ons gezin is hij degene die het beste met zijn familie overweg kan. Een tante van mij is ongeneeslijk ziek. Omdat haar privacy meer waard is dan dit tekstje beperk ik me wat haar situatie betreft tot een uitdrukking: mijn tante doet een Sylvia Millecam. De eerste jaren van haar ziekte - als ik het me goed herinner is nu zo'n vier jaar bekend wat ze heeft - maakte ze er al geen geheim van dat ze op eigenzinnige wijze met haar situatie omging en daar zijn maar spaarzaam tegenreacties op geweest. Inmiddels is ze ernstig achteruit gegaan en lijdt het tot dramatische situaties. Allereerst is het zichtbaar en voel je medelijden of soms zelfs plaatsvervangende schaamte, daarnaast is het uiteraard onderwerp van gesprek en hebben tegenstrijdige signalen van haar kant geleid tot hulpweigering door anderen.

Zo omschreven klinkt het negatief vanuit mijn perspectief, laat ik daarom verduidelijken dat ik in deze situatie een relatieve buitenstaander ben. Ik heb mijn tante in de afgelopen vier jaar twee keer gezien en hoewel ik schrok van haar uiterlijk heb ik geen positie gehad om iets anders te bespreken dan gezellige keuvelonderwerpen. Ik ben niet degene die lijdt onder haar achteruitgang. Ze heeft wel een man, een moeder en haar broers en zussen, voor zover zij betrokken zijn bij haar situatie. Ik ken de exacte meningen niet, maar wat ik hoor klinkt naar verdriet en verbazing.

Het zit in mijn vaders karakter om hulp te geven als er om gevraagd wordt. Hij is zodoende betrokkene geworden. Hij merkt de staat van haar gezondheid en ziet wat ze nog wel kan en wat ze inmiddels niet meer kan. Dat alleen al doet hem zeer. Het wordt nog versterkt door het verdriet dat mijn oma bij hem ontlaadt. Mijn vader is fanatiek lezer van skepsis.nl, Simon Rozendaal en alles wat hij te pakken kan krijgen over voeding. Hij heeft mijn tante meermaals verteld over wat hij heeft gelezen en hij heeft in de wandelgangen met artsen gesproken over de algemene loop van de ziekte die ze heeft en de mogelijkheden die er zijn. Het is voor hem niet te begrijpen dat ze een andere weg kiest.

Onder mijn andere ooms en tantes leeft ook spanning en ondertussen heeft een aantal van hen gezegd niet meer elke minuut voor haar klaar te (kunnen) staan. Ik kan me herinneren dat er eerder een felle discussie heeft gewoed met mijn tante, voor zover ze er aan deel kon nemen, maar deze zomer is het weer raak. Mijn vader heeft haar een brief geschreven met het dringende verzoek naar een reguliere arts te gaan en met de geruststellende mededeling dat er iets aan haar conditie te doen is. Dat ze zich beter zal voelen. Mijn tante reageerde verbolgen. Het is haar keuze en die zou haar gelaten moeten worden. Ze hebben elkaar over de telefoon gesproken en dat moet een heftig gesprek zijn geweest want mijn vader is er nog steeds van onder de indruk. In de spanning van het moment heeft mijn vader zijn broers en zussen bij de discussie betrokken en hen een kopie gestuurd van de brief. De reacties waren niet zoals hij verwachtte. Door mijn vader samengevat luidden ze: "wij zijn liberaal en ze volgt haar eigen keuze."  Dat mijn vader bakzeil haalde was natuurlijk al niet leuk, maar de uitleg was voor hem onbegrijpelijk en dat merkte ik toen hij zijn verhaal bij mij deed.

We komen, zoals jullie weten, uit een katholieke omgeving. Mijn moeder is ietwat traditioneler opgevoed en hoewel ze het zelf niet echt door schijnt te hebben is ze ook wat ritualistischer en in mijn ogen traditioneler katholiek. Ik hou zielsveel van haar. Ze is mijn grote voorbeeld. Mijn vaders ouders, mijn opa en oma uiteraard, waren wat rebelser en hun gezin is meer geseculariseerd dan dat van mijn moeders kant. Het zijn succesvolle mensen en hoewel ik ze amusant eigenaardig vind, erken ik ook direct dat ze moreel gewoon deugen. Hun liberale standpunt begrijp ik dan ook. Mijn vader is ook geen kerkelijk mens maar ik omschrijf hem dubbel en dwars als een AMB-er. Daar ben ik mee opgegroeid en zodoende raakte ik uiteraard vrijzinnig katholiek. De kritiek op de voormalige AMB glijdt dan ook van me af als snot van een kluisdeur. Ik kom uit een AMB-nest.

"Ja, líberaaal", snoof mijn vader in ons gesprek, "wordt dat er bij gesleept!" In zijn ogen is dit geen kwestie van verschil in filosofie. Mijn vaders loopbaan speelde zich af in de hulpverlening en hij was heel erg goed in zijn werk. Hij beschouwt zichzelf ook als liberaal, maar het komt in zijn moreel kader gewoon niet voor dat iemand het recht heeft zichzelf te gronde te richten. Zou hij dat wel gedacht hebben dan zou hij zijn werk niet hebben kunnen doen. Als je Genesis 4 aan mijn vader zou voorleggen dan zou hij de bijbeltekst weg hebben geschoven. Oud boek, niet relevant voor de discussie, en diskwalificerend, maar toen hij mij zijn verhaal vertelde was dat wel wat ik dacht: mijn vader is zijn broeders hoeder en geen enkele discussie had hem daar vanaf kunnen brengen omdat die houding in zijn systeem zit.

Het standpunt van mijn ooms en tantes is gerechtvaardigd. Mijn tante dient zelf te kunnen beslissen over haar leven. Mijn ooms en tantes houden van mijn tante en tonen haar dat door haar beslissing te respecteren. Mijn vader houdt van mijn tante en toont dat door de wil haar situatie te verbeteren. Mijn tante wijst het af en dat neemt mijn vaders vrees niet weg.

Ik heb naderhand gepeinsd over dat 'mijn broeders hoeder'. Ieder het recht geven zijn eigen leven in te richten is iemand de meest volledig mogelijke vrijheid gunnen en dus ethisch goed. Maar is het, vanuit een ander oogpunt bekeken, niet vaak zo dat mensen de volledige kennis niet hebben om een juiste beslissing te nemen? Hoe kan mijn tante in haar situatie alle voors en tegens hebben beoordeeld? Hoe weten wij de voors en tegens van reguliere versus alternatieve geneeskunde? Vroeger, in discussies over bijvoorbeeld euthanasie, verdedigde ik het kerkelijke standpunt dat de mens niet ten volle kan weten wat het beste is voor hem. Met het ultieme bewijs dat we voortdurend in dezelfde vallen trappen. Dat standpunt verdween toen ik het christendom vaarwel zei. Boven de mens geen hogere macht die onze beslissingen voor ons kan nemen, tenzij je de Tao heel strikt zou kunnen volgen, maar de Tao is zo duidelijk niet in zijn signalen. Nu, inmiddels, denk ik er weer over na. Er is geen hogere macht waar we ons op kunnen verlaten, maar dat neemt niet weg dat onze beslissingen gemankeerd zijn.
Groot respect voor mijn vaders niet aflatende zorg.

13 augustus 2010

Via pragmatisme

Voor Kerkgeschiedenis kregen we op de theologische faculteit de opdracht een toneelscene voor te bereiden over de bekering van Clovis. Dat klinkt op het eerste gezicht als bezigheidstherapie, vermomd als nieuwe onderwijsvorm, maar in de praktijk bleek het heel goed te werken. We moesten ons echt verdiepen in de redenen van Clovis en zijn omgeving om een goede scene te kunnen schrijven. Daar waren we niet zo goed in, zo merkten we na de opvoering. De professor Kerkgeschiedenis gaf allerlei details over de omstandigheden die duidelijk maakten dat Clovis een veel sluwere zet heeft moeten doen met zijn kerstening dan wij 21e eeuwers dachten. Het was één van de leukste colleges die ik heb gehad. Het mooiste voorbeeld van de historische details wil ik jullie graag vertellen. Heidense Clovis deed aan veelwijverij en had een leuk aantal zonen bij verschillende vrouwen. Het was voor geen van die vrouwen duidelijk welke zoon in de gratie zou vallen als opvolger en wie dus de veilige positie van koningin-moeder zou krijgen. Clovis' eerste vrouw was Clothilde. Zij was al christen voordat Clovis zich liet dopen en wij hadden haar in de scene die we schreven geportretteerd als een vrome vrouw, overtuigd van het nieuws dat haar verteld was door de missionarissen. Maar Clothilde had een andere agenda. Als Clovis eenmaal christen was, werd alleen zijn allereerste huwelijk erkend en zou ze dus automatisch moeder van de troonopvolger zijn. Ook Clovis zelf is niet (geheel) door inspiratie en overtuiging bekeerd maar door politieke belangen en veel van zijn onderdanen zijn gedoopt omdat ze hun loyaliteit daarmee bewezen. Zo liggen er vaker meer pragmatische redenen ten grondslag aan verbreiding van religie dan getroffenheid door de Heilige Geest.

Daniel Dennett's boek Breaking the Spell over waarom mensen geloven, haal ik hier wel vaker aan. Zijn conclusie bestaat uit twee redenen: de behoefte van de mens aan controle over zijn lot en het ontzagwekkende talent van de mens om oorzakelijke verbanden te zien, zelfs waar ze in werkelijkheid niet zijn. Regendansen, heksenballen, gebedsgenezing, ze hebben alledrie oorsprong in veronderstelde maar onbewijsbare oorzakelijke verbanden.
In seculiere landen zijn er nog bolwerken van orthodoxe religie in gesloten gemeenschappen. Vaak zijn dit gemeenschappen die weinig controle kunnen uitoefenen op de omstandigheden waarin ze leven. Levend in ruwe oorden (de Amazones, Siberië) of een onzeker beroep uitoefenend (vissers, boeren). Vereren, gunstig stemmen, bidden, verzoeken, afdwingen en een wederdienst verlangen zijn de middelen waarmee ze hopen nog enige invloed uit te kunnen oefenen op hun lot. Ze ervaren op reguliere basis dat ze nietig zijn en dat er grotere krachten heersen. Dat kan hen wellicht de vonk van geloof hebben aangeleverd, maar mij lijkt het aannemelijker dat het tot ontzag, tot nederigheid, angst en de constatering niets voor te stellen leidt. En dus tot bezwering van die angst middels rituelen.

Ik kwam hier op toen ik na een blogpost van Anton de Wit nog even nadacht over zijn onderwerp. Tijdens het lezen van die post sputterde ik al, maar toch bleef overeind dat het een mooie tekst is. Passages als "Iedereen die het katholicisme van binnenuit kent, weet dat je de kerkelijke standpunten niet zo eendimensionaal als ‘anti-van-alles’ kunt karakteriseren" en "de christen die zich nooit ergert aan zijn eigen kerk, komt er simpelweg te weinig" zijn zo herkenbaar en geven mij zelfs dat nostalgische gevoel dat ik omschrijf met 'Boondock Saints-sentiment': doorgaans is dat het missen van dat baken dat de kerk is zodra je de rituelen in een romantische setting ziet, zoals in Boondock Saints. Ik heb het ook als ik in een Amerikaanse ziekenhuisserie een crucifix op een muur zie hangen. Dan voel ik in mijn borstkas dat warme gevoel van 'thuis'. Maar hier heb ik de herkenning door zijn logische redenering. De Wit schrijft over mijn kerk die helaas de mijne niet meer is. Naast zijn ironie waardeer ik het gevoel dat Anton de Wit oproept in zijn teksten het meest. Hij voelt hetzelfde bij de kerk als ik, maar hij mazzelt nog meer: hij gelooft het verhaal.

Hij haalt de benaming 'De Kerk het Lichaam van Christus' aan en ik vind het nog steeds één van de meest poëtische frases die ik ken, maar dat Jezus een kerk gesticht zou hebben die door sommigen van ons de rug toegekeerd is mag toch algemeen als onjuist bekend zijn. Paulus stichtte die kerk en dat Christus in die kerk is gevaren, zonder dat daar uit het evangelie enige voornemen toe blijkt, lijkt mij hele onwaarschijnlijk. Jezus had die kerk niet voorzien.
De Wit citeert Robber Barron, die zegt: "This means that God entered into our grubby, imperfect world and made it his tabernacle. He continues to do so, precisely through the flawed, compromised, sometimes exasperating body of the church, and therefore the church is where the real Christ is found." en daar zit voor mij het grootste bezwaar. Ik heb de wereld nooit als grubby en imperfect herkent, ik dien van niets om mij heen verlost te worden en hoe zou Christus via de kerk kunnen doorwerken in imperfectie die er volgens mij niet is?

Ja, was mijn eerste reactie, maar ik heb ook een luxe leven. Weliswaar barst ik niet van het geluk, gaat er wel eens wat fout en ervaar ik niet ten volle wat ik zou kunnen ervaren in mijn positie, in dit land, als deel van mijn generatie (ik ben bijvoorbeeld nog steeds kinderloos), maar pijn of ontbering lijd ik zeker niet. En zo kwam ik denkenderwijs terecht bij de bekeerlingen van vroeger. De mensen die kort leefden in een wereld vol onbegrepen lichamelijke klachten, gebrek aan welvaart en overvloed aan beknotting. Maar ook zij zijn veelal niet bekeerd door de boodschap van verlossing, maar door pragmatischere redenen. Die eerste generatie bekeerlingen heeft hoogstwaarschijnlijk geen enkel gevoel gehad bij wonderverhalen, godsbewijzen en de belofte van een betere tijd. Waarschijnlijk hebben ze niet eens het gevoel gehad dat ze een kloteleven hadden, terwijl ik dat wel van ze vindt. Met de kennis van toen waren het doorsnee levens en voelden ze zich niet ernstig tekort gedaan, maar juist normaal.

Het waren de generaties na hen, opgegroeid binnen de kerk, die diep christelijk geloof koesterden. Niet uit de opportunistische overweging een beter lot na dit leven te krijgen (al is dat de strekking van één van de beroemdse uitspraken van Pascal) maar omdat er geen alternatieve theorie was naast de stabiele, intelligente theorie van het christendom. Dat vind ik nog steeds. Het christendom is filosofisch ijzersterk onderbouwd. Ik heb ergens een citaat vandaan gehaald dat luidt: "God is het domste wat slimme mensen ooit hebben bedacht." Mijn focus tijdens het studeren van theologie lag daar juist en ik spreek het met hartstocht tegen. Niets anders zit zo ingenieus in elkaar, zo geslepen en zo aansprekend als de theorieën over God.

Daarnaast is de kerk - de rituelen, de gemeenzaamheid - gewoon mooi. Maar dat is sentiment. Ik kan er met de beste wil of bedoelingen niet meer terugkeren maar dat neemt niet weg dat ik het mis. Het was thuis, is het eigenlijk nog steeds, maar ik pas er niet meer in.

1 augustus 2010

Het bloed kruipt waar het niet gaan kan

"Talent is de manifestatie van talent.
Wat aan de uiting van talent voorafgaat is het verlangen naar manifestatie, uiting, openbaring, naar het mededelen van een vermogen."

- Uit: De Vriendschap van Connie Palmen

In tegenspraak met Lao Zi die verklaart dat uitdagingen moeten worden genegeerd: "Meegeven is volkomen blijven."

Lao Zi heeft waarschijnlijk groot gelijk, maar Connie Palmen troost zo met haar conclusie. Behoefte tot uiting, tot het strekken van de vingers van je talenten zorgt dat je ambitie door de kieren van de gesloten deur van wellevendheid doorsijpelt. Al is je talent nog zo matig, dient het tot niets en maakt de teleurstelling naderhand je ongelukkig, dan nog is de inspanning en de verwachte prestatie een te machtige aansporing.
De Meester heeft gelijk, maar ik wil het liever negeren.

Voor mijn echtgenoot

...die zich voornam mijn blog te lezen, maar daar waarschijnlijk de lust niet toe heeft. Ik kan het je niet kwalijk nemen en of je dit leest of niet, het is toch voor je bestemd.

Wegens auteursrecht neem ik de tekst niet integraal over, en link ik naar de officiële site. Met nog deze toevoeging: Bob Dylans teksten zijn mooier als hij ze zelf niet zingt. Gefluisterd is deze tekst het mooist, zo is in de praktijk gebleken.

"I love you more than ever, more than time and more than love,
I love you more than money and more than the stars above,
Love you more than madness, more than waves upon the sea,
Love you more than life itself, you mean that much to me.

Ever since you walked right in, the circle's been complete,
I've said goodbye to haunted rooms and faces in the street,
To the courtyard of the jester which is hidden from the sun,
I love you more than ever and I haven't yet begun.

You breathed on me and made my life a richer one to live,
When I was deep in poverty you taught me how to give,
Dried the tears up from my dreams and pulled me from the hole,
Quenched my thirst and satisfied the burning in my soul.

(...)

The tune that is yours and mine to play upon this earth,
We'll play it out the best we know, whatever it is worth,
What's lost is lost, we can't regain what went down in the flood,
But happiness to me is you and I love you more than blood.

It's never been my duty to remake the world at large,
Nor is it my intention to sound a battle charge,
'Cause I love you more than all of that with a love that doesn't bend,
And if there is eternity I'd love you there again.

(...)

You turn the tide on me each day and teach my eyes to see,
Just bein' next to you is a natural thing for me
And I could never let you go, no matter what goes on,
'Cause I love you more than ever now that the past is gone."

http://www.bobdylan.com/#/songs/wedding-song