10 juni 2011

Kaïn

Ik las laatst een aantal boeken van rabbijn Harold Kushner, vooral bekend van Als het Kwaad Goede Mensen treft. "Zou Kaïn landbouwer zijn geworden om zo het paradijs te herconstrueren voor zijn ouders' geluk?", vraagt Kushner zich af in Hoe Goed moet een Mens zijn. Hiermee legt hij een nieuwerwetse, psychologische laag in een pak 'm beet 4000 jaar oude tekst. Meeleven met de hoofdpersonen alsof ze er gisteren nog waren en een doordeweeks familieconflictje hadden. De zoon die zijn ouders gelukkig wil maken boven zichzelf. De personages levendiger dan levend maken, ook al weet je dat het (slechts) een verhaal is en dat geen van hen ooit echt heeft bestaan.  Het is typisch rabbijns om zo met de bijbel om te gaan - weet ik sinds colleges Talmudica, maar het verdiept wel je band met het verhaal. Kaïn is de buurjongen. De al te begrijpelijk gefrustreerde buurjongen.

Geen opmerkingen: