Posts tonen met het label byron katie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label byron katie. Alle posts tonen

1 juli 2012

Het lijden

"Werkelijk, het enige lijden in de wereld dat we kunnen oplossen is dat van onszelf."
- Byron Katie

We kunnen lenigen, maar niet doen verdwijnen het lijden van anderen.

Geliefd

Er is altijd een moment in een activiteit, zodra de introductie achterwege is, dat je herkent als het tijdstip dat de gang erin kwam. Dat tijdstip was op het symposium van vorige week het moment dat Katie ons zei dat we allemaal 'loving, loveable, loved' zijn. Als een mitrailleurvuur kwam daar achteraan haar uitleg, waarin deze drievuldigheid regelmatig werd herhaald. Je voelde dat de zaal de adem even inhield en de kopjes schuin omhoog staken om de oren te spitsen. Ik voelde een alarmerende rilling langs mijn ruggengraat gaan.

Dat kwam niet door de groep om me heen. Over hen ga ik zeker nog een blogpost schrijven. Het kwam door die drie woorden. Ik wilde naar achteren schuiven en buiten de door Katie bedoelde kring vallen. Ik ben niet loving, loveable, loved. Wil ik niet zijn. Wil ik niet horen.

"De liefde van God", zei de Anonieme laatst aan de telefoon en datzelfde moment voelde ik diezelfde rilling. Ik wil dat helemaal niet horen. Eerst alleen al logisch: hoe zou dat mogelijk zijn? Die liefde van God voor zes miljard mensen, waarvan hij een groot deel niet verteld heeft over die oh zo essentiële zoon van hem. Als hij daarvoor leunt op onze taak om het verhaal door te vertellen, zou hij ons dan niet inmiddels een flinke schop onder onze kont moeten geven? En ja ja, daar is de allergrootste vraag weer, hoe rijmt hij zijn liefde voor ons met parasieten, natuurrampen en hoe stompzinnig wij elkaar zoveel aan doen?
Ik wil helemaal niet geliefd zijn, want ik zou mezelf ook niet liefhebben als ik mij niet was. Sterker nog, ik ben mij en heb mij niet erg lief. Waar moet ik die liefde aan verdiend hebben? Hoor ik daar het woord genade? Ik ben door hemzelf hier neergezet, zonder dat daar enige verdienste mijnerzijds aan vooraf is gegaan en dan mag ik het als een genadegave beschouwen dat hij mij daar ook nog eens bij lief heeft. Daar zou ik ook nog eens dankbaar voor mogen zijn. Niets hiervan was mijn eigen keuze en niets van mij is er reden toe voor hem om mij lief te hebben. Hij heeft zijn eigen wérk lief. Als een man met een miniatuurspoorbaan die hij zelf bij elkaar heeft zitten lijmen. Hij heeft de rollen lief die wij voor hem spelen. Zoiets zou het logischerwijs moeten zijn. Meer kan niet.

Als ik loved was zouden mensen naar mij om zien. Niet om mijn aandacht te vragen maar om aandacht aan mij te schenken. Als wij mensen loved zijn door God, dan kloot hij toch niet zo sarcastisch met ons aan? Dan liet hij ons toch het speelveld zien? En als ik loveable was, dan zou ik dat toch moeten kunnen herkennen. Ik ben het meest in mijn gezelschap en ik vind mijn gezelschap bijster onaangenaam. Zeker niet loveable. Als ik loving was naar mijn medemensen, waarom heb ik dan zo'n grafhekel aan gezelschap? Als ik loving was naar God, dan zou ik hem toch niet steeds willen beproeven?

Vergiffenis vragen

Vorig jaar op het symposium spuwde ik mijn gal over Luiertas. Het hielp niet erg. Ik heb niet heel grondig de daar gehanteerde methode gebruikt. Dat is mij ook geen verrassing - bij mijn grootste irritaties doe ik altijd maar een halfslachtige poging ze kwijt te raken. Het is alsof ik er ergens wel van geniet een gruwelijke hekel aan iemand te hebben. Alsof het me energie geeft. Ik corrigeer overigens graag dat ik een gruwelijke hekel zou hebben aan Luiertas, dat heb ik helemaal niet. Maar zoals ik niet afkwam van mijn ergernis bij haar, kwam ik ook niet af van mijn grotere frustraties met andere mensen. Ik leek me er aan vast te klampen. Herstel: lijk me er aan vast te klampen.

Uiteindelijk heb ik de situatie met Luiertas als het ware 'katholiek' opgelost. Zo komt het op mij over. Ongeveer dagelijks dacht ik over mijn slechte gedrag tegenover Luiertas na en een paar maanden geleden knapte het toch. Uit het niets vroeg ik haar schriftelijk om vergiffenis. Die schonk ze me direct, want ze is lief. Ze zei erbij niet door te hebben gehad dat er iets speelde. Dat lijkt mij een leugentje voor de lieve vrede, want ik heb haar lang genegeerd en zelfs niet gefeliciteerd met haar pasgeborene. Ik wil wel geloven dat ik haar er niet zo mee geraakt heb als ik mezelf met mijn dagelijks gepieker over mijn slecht gedrag, maar helemaal onopgemerkt kan het niet gebleven zijn. We stonden elkaar heel na. Desalniettemin ben ik er blij om dat het haar niet echt geraakt heeft. Ze vroeg me wat er dan precies mis was en in een iets langer bericht heb ik haar uitgelegd wat me zo dwars zat. Dat ik het belazerend vind om spijt te hebben van bepaald gedrag, daar voortdurend excuses voor te maken en het naderhand te blijven doen. Dan is je spijt een leugen. Let wel, ik heb het hier niet over verslaving of over je vrouw in elkaar slaan. Het gaat hier om spijt hebben dat je nooit contact opneemt met iemand en het dan toch nog steeds nooit doen. Mooie van het verhaal is dat diegene die niets van je hoort daar ook nooit, echt nooit, problemen mee heeft gehad. Jij bent degene die er problemen mee zegt te hebben. Je kunt bij zoiets futiels twee dingen doen en volgens mij is de eerste optie hetgene dat Luiertas had moeten doen: zeggen dat je er niet goed in bent en ook nooit goed in zult worden en dan vragen om begrip. De tweede optie is je excuses aanbieden en vanaf dan jezelf aanleren contact op te nemen met anderen. Dat tweede vereist gedragsverandering en dat is heel moeilijk. Maar behandel de ander niet als een debiel door voor te wenden dat je je schaamt en daarna achteloos weer door te gaan.

Dat is eigenlijk hetgene wat me echt stoorde aan de situatie: versleten worden voor een simpelman die het toch niet doorheeft dat je het niet meent.

De ironie van de situatie is dat Luiertas ook op mijn laatste bericht nooit gereageerd heeft en mij zo de gelegenheid heeft gegeven om daar, weken en weken naderhand, om te kunnen glimlachen. Ik ben van de wroeging af, Luiertas van het verontschuldigen en ze gunt me tot slot nog de bevestiging van mijn vermoeden. Daar krijg ik steeds weer een hele grote grijns van op mijn gezicht.

Doel van dit stuk hier: de methode van Katie, de methode om de hele situatie anders te bezien en er zo vrede mee te hebben, werkte hier niet. En in plaats daarvan heb ik de klassieke methode van vergiffenis vragen gehanteerd. Die van die kerk waar ik al vier jaar doende mee ben om eruit te stappen. Hierdoor ligt de volgende zet bij Luiertas en blijf ik achter met het idee dat het toch al met al zo'n gek instituut niet is. Kort door de bocht, ongetwijfeld, maar voor mij wel een benauwd idee.

Symposium jaar drie

Vorig jaar juli stond ik te popelen om hier te schrijven over het verbreken van een belofte. Ik had het jaar daarvoor deze blogpost geschreven en daarin gezegd dat een symposium als dat van Byron Katie toch eigenlijk niets voor mij is. Niet vanwege Katie, maar vanwege het publiek. Ik herinner me van dat eerste jaar nog heel goed dat er mooie gesprekken tussen zaten, maar het woog niet op tegen de irritatie.
Tóch ben ik vorig jaar opnieuw geweest. Ik heb me kapot geërgerd en de dag uitgezeten omdat ik hoopte op toch dat tegenwicht van een mooi gesprek. Die waren er ook. In de ochtend een vrouw die sprak over haar vader die haar een slaapkamer in de kelder had gegeven en haar zo het idee gaf dat ze er eigenlijk niet toe deed. Het was intrigerend om het de vrouw te zien omdraaien en haar vader het niet meer kwalijk te nemen. Ik ben me ervan bewust dat ik wat er op dat moment gebeurde - zo schrijvend - niet goed weer kan geven. 's Middags het gesprek dat je tegenwoordig veel hoort. Een gescheiden moeder die helemaal niets aan steun ontvangt van haar ex-man bij de opvoeding van de gezamenlijke kinderen. En dat was een heel mooi gesprek omdat er een stortvloed aan bewijs naar boven kwam van goede, verantwoordelijke zorg die de ex-man gaf. Of de zeer welbespraakte Brit die met zijn vriendin de belofte had dat ze geen van beide hun relatie monogaam zouden opvatten, maar die toch jaloers werd nu zij met andere mannen afsprak. Ik had er hier in een blogpost een draai aan willen geven. Iets puntigs, 'edgy' zou je het in lelijk Engels kunnen noemen, maar ook na maanden kon ik er niets moois van maken. Die blogpost, die kwam er gewoon niet.

Ik kon ook niet goed uitleggen waarom ik toch dat tweede jaar was gegaan. Waarom ik me opnieuw en in nog heviger mate had geërgerd en waarom, zoals hierboven gedemonstreerd, er ieder jaar bijzondere gesprekken plaatsvinden die ik hier niet als bijzonder kan recapituleren. Dit jaar was ik er weer. Net op tijd kwam ik erachter dat het symposium dit jaar een maand vroeger werd gehouden. Ik nam de trein zoals ik die na twee jaar blindelings kende en ik zat in de zaal op mijn vaste stek sinds twee jaar. Oh, er was ergernis. Ik heb in mijn schrift genoteerd dat ik onoprechtheid van mijlenver herkende, gewoonweg rook. De omhelzingen waarbij de koppies proberen zichzelf weg te denken uit de knuffel zijn niet voor andere interpretatie vatbaar. Ik zag vrouwen overmatig blij zijn dat ze een ander tegenkwamen in de zaal en meteen na die uitroep stilvallen en weer terugverlangen naar hun stoel. Ik heb de hele dag geconcentreerd op het lezen van de gezichtsuitdrukkingen van (Byron) Katie met de verwachting dat ik kon zien wanneer ze uit haar rol viel. En ik las nog meer dan vorige jaren haar irritatie bij sommige vragen, maar ik las ook dat ze daar geen toneel bij speelde. Ik denk niet dat ik deze post tot een goed einde ga weten te brengen. Ik weet dat ik volgend jaar weer ga. Ik heb me deze keer suf geschreven over wat ik zag, hoorde en me bedacht. Ik heb ontnuchterd kunnen kijken naar Katie's reacties op het publiek. Het is eigenlijk wel vergelijkbaar met zo'n bijbelse scene van Jezus die uit zijn slof schiet. Ik verwachtte als lezer altijd dat hij volkomen mellow was. Hij wist altijd precies wat er ging gebeuren, dus waarom zo over de zeik raken? Ik, niet de schrijver, niet de hoofdpersoon maar ik, deed de aanname dat een meester, een sensei, altijd beheersd is. Altijd voorbereid, altijd in evenwicht. En dat zijn ze wellicht ook wel, maar die uitbarstingen zijn noodzakelijke reacties om de grens aan te geven voor de toehoorder. Altijd rustige, wijze raad maakt niet dat we ook echt luisteren. De ergernis die wij wekken is voor ons vaak beter te verstaan dan een rustige maning. Katie was echt geïrriteerd en het was echt volkomen op zijn plaats.

Volgens mij ben ik niet duidelijk, maar ik ben het wel kwijt.

18 oktober 2010

Er is geen authenticiteit

"Any story that you tell about yourself causes suffering. There is no authentic story."
- Byron Katie


Ik zal de hele tag authenticiteit maar weggooien wegens achterhaaldheid. Mooie uitspraak.

18 juli 2010

Symposium Byron Katie

Tijdens een verkenningstocht op de website van Byron Katie (het moet minstens zes maanden geleden zijn) kwam ik de aankondiging tegen van een symposium in Amsterdam. Het zag er allemaal een beetje obscuur uit. De locatie was het Montessori College Oost (je verwacht toch een zaaltje van een hotel), je kon je niet van tevoren opgeven (leuk als de tent vol blijkt te zitten) en betaling was contant bij de deur, wat je toch eerder het idee geeft dat je een zuip-keet binnengaat. Ik verwachtte dan ook dat een Nederlands student van The School of The Work uitleg en demonstratie zou geven. Omdat er zo zelden iets in Nederland georganiseerd wordt over The Work, besloot ik de datum toch in mijn agenda te zetten.

Afgelopen donderdag, twee dagen van tevoren, bedacht ik me nog niet te gaan. Ik sliep verschrikkelijk slecht, ik zou vrijdagavond ook op pad zijn en dat Montessori College Oost, dat was waarschijnlijk met de metro naar de Wibautstraat moeten en dan de Watergraafsmeer door moeten stiefelen. 's Avonds op internet bleek dat laatste gelukkig heel erg mee te vallen. Het College ligt vlak naast station Muiderpoort (toen ik het gebouw zag herinnerde ik me weer dat ik het vroeger dagelijks heb zien liggen toen ik studeerde in Amsterdam) en naar Muiderpoort ging een rechtstreekse trein. Dat heeft me dan ook over de streep getrokken. Dat, en de notie dat ik niet snel naar een andere soortgelijke gelegenheid zou kunnen.

Ik heb als een comapatiënt in die trein naar Muiderpoort gezeten. Totaal versuft door de slaap. Ik schrok wakker toen ik het afschuwelijk verwaarloosde station Capelle Schollevaar zag, maar droomde daarna al gauw weer weg. Na uitstappen bleek dat de gelegenheid populairder was dan ik me had voorgesteld. Uit hetzelfde treintje stapte een serie opgedofte, nerveuze mensen uit die dezelfde kant op liepen. Ik dacht eerst dat er misschien nog iets anders werd georganiseerd in de omgeving, maar bij de school stonden nog hele hordes zenuwachtig lachende mensen. Ik stapte hen gemakkelijk voorbij en er stond geen rij bij binnenkomst. Bij betaling kreeg ik uit een grote envelop mijn wisselgeld, op mijn hand een stempel van een roze hartje en met door vrees vergrote pupillen en de meest onnatuurlijke glimlach wenste de stempelende mevrouw een hele plezierige dag. Het voelde alsof ik een evangelische kerk was binnengestapt en de grimas mij had moeten overtuigen dat het heil deze vrouw aangeraakt had en dat het mij ook weldra zou kunnen overkomen. Het voelde sektarisch.

Vol was het niet in de aula, wel veel drukker dan ik had verwacht. Meer dan honderd mensen. Tegen de centrale muur van de aula was een podium gezet met daarop twee banken. Beiden bedekt met zeer lelijk wit velours (velours is eigenlijk altijd lelijk). Twintig rijen dik stonden er stoelen om het podium heen. De stoelen die recht op het podium gericht stonden waren tot de laatste plaats bezet. Ook de stoelen rechts van het podium waren bezet. Waarschijnlijk omdat verwacht werd dat de docent links op het podium plaats zou nemen en dus de mensen rechts aan zou kijken. De keuze werd me dus makkelijk gemaakt en ik ben links van het podium gaan zitten. Mij maakte het niet uit of ik de docent op de rug zou zien. Het gangpad moest vrijblijven dus ik kon mijn vreselijk brakke rotstoeltje ver naar de centrale muur zetten en had alle beenruimte. Er stond een pak tissues onder mijn stoel, dat was bij alle stoelen om de twee rijen zo, en ik ben gek op extra privileges onder mijn stoel, dus die plek was van mij.

Omdat ik vroeg was kon ik de mensen in de aula goed bekijken. Het aandeel harembroeken, india-jurken en teenslippers was erg groot. Maar het is Amsterdam, je ziet ze daar zomers op elke hoek van de straat. Wel zo pathetisch dat het me op de zenuwen werkte was de obligate knuffel die in elke hoek van de ruimte aan elkaar gegeven werd. De één na de ander wierp zich dusdanig in iemands armen dat te zien was dat het een sociale regel was. De ruggen gingen krom staan zodat het andere lichaam niet geraakt hoefde te worden en met net te grote gebaren werd de rug van die ander gestreeld. Ik voelde me als een introducée bij de Baghwan en voor de Baghwan heb ik geen enkel respect.

De bijeenkomst begon. Uitleg over het uitzetten van je mobiel, over hoe je de microfoon kon vragen om te kunnen spreken en dat je dat spreken diende te doen in het Engels. Er waren veel Duitsers, Fransen en Zweden aanwezig. De docent werd aangekondigd en ik geef met lichte gene toe dat het een "Oh my God, Elvis is here" momentje voor me was, want daar kwam Byron Katie naar voren. Ik had geen idee dat ze er zou zijn. Haar reisschema op de website leek geen ruimte te hebben voor Amsterdam, maar ik heb er enthousiast als een kind die Sinterklaas hoort zitten klappen. Ze is klein natuurlijk, want ze is Amerikaans en de hele ochtend heb ik haar uitspraken op zitten schrijven alsof ze de tolk van Jezus was. De eerste mensen die vragen aan haar stelden hadden precies de problemen waar ik zelf ook tegenaan ben gelopen en haar antwoorden waren erg goed. Het scheelde, merkte ik 's middags, dat de vragenstellers haar boeken hadden gelezen en dus alleen die vragen stelde waar ik ook het antwoord niet op wist. Ik had na de ochtend weg kunnen gaan, merkte ik 's middags, maar daar stond Katie en ik zal haar echt niet nog een keer zien. Dus ook toen mensen 's middags de vragen stelden die ze in haar boeken beantwoord konden zien ben ik blijven zitten. Dik 4 uur op een rotstoeltje. Groot respect voor hoe Katie het praten volhield met alleen een lunchpauze tussendoor. Mazzel voor mij dat ze, wanneer ze ging zitten, juist op de bank ging zitten recht tegenover mij. Ik snoof toen een Duitse vrouw voor mij, die in onze omgeving aandacht vroeg voor het feit dat ze altijd bij de symposia van Byron Katie in Europa aanwezig was, de ene na de andere foto maakte van Katie. Dom fanatisme, dacht ik, en nu ik het opschrijf klink ik net zo erg, bén ik net zo erg geweest gisteren als die vrouw. Want Katie zat op de juiste bank voor mij. Enige dat voor mij pleit is dat ik tegen de middag voor mijn gevoel en helemaal gewend naar een doodnormale Amerikaanse vrouw zat te kijken. Al ben ik toch trots dat ik haar echt gezien heb. Ook omdat ik niet verwacht had dat ze aanwezig zou zijn.

De helft van mijn schrift is gevuld met citaten van Katie en mijn eigen ideeën tijdens de dag, maar de belangrijkste conclusie staat al op de derde bladzijde: dit soort bijeenkomsten zijn niets voor mij. Ik houd niet van Katie's incrowd nu ik ze gezien heb. Ik heb er wel het enige boek gekocht dat ik nog niet van haar had en merkte door de vragen uit het publiek dat ik dankzij die boeken eigenlijk al een vergevorderde was. Ik laat het van nu af ook bij die boeken.

Met The Work is het de bedoeling dat je uiteindelijk nergens meer van in de stress schiet (dat lijkt me ongezond; adrenaline heeft z'n voordelen. Zo is er wel meer dat volgens mij niet klopt aan haar theorie) en het is de bedoeling dat je je je niet meer ergert aan anderen. Ik heb mezelf daarmee geplaagd die middag want ik ergerde me kapot aan Katie's posse en nog meer aan de mensen die Katie vroegen om iets uit te leggen dat dik twintig pagina's kost in één van haar boeken. Lees dat nou gewoon en kom voorbereid naar zo'n symposium toe. Ze zijn te schaars om te besteden aan voor de hand liggende zaken. Gebruik ze voor je complexere vragen. Het is knap van Katie dat ze zich zo vaak en met zo veel herhaling inzet voor de vragen van anderen. Op een andere bladzijde in mijn schrift noteerde ik dat ik het niet kan. Ik kan niet blijven herhalen wat ik zelf vanzelfsprekend vind, de hulpvraag van anderen moet voor mij wel gaan over iets wat ik zelf een uitdaging vind (dat is echt heel egoïstisch van me) en ik heb zelfs genoteerd dat mijn wens om priester te worden toch diep in mijn hart eigenlijk alleen daarom ging: interessante mensen ontmoeten om van ze te leren. Voor mezelf. Niet om mensen te helpen die me met grote waarschijnlijkheid vervelen zullen. Ik zal dus ook niet The School of The Work willen gaan volgen om zelf zo'n hulpverlener te worden.

Hele leerzame, hele bijzondere dag. En hoewel ik me met een aan liefde grenzende toewijding nog steeds de tandjes erger aan een groot deel van de mensheid, heb ik toch de indruk dat ik een wijzer mens geworden ben sinds gisteren. Ook een rustiger mens. Vrediger misschien wel. En ik heb gemerkt dat ik geneigd ben tot sentimentele verering van een klein Amerikaans vrouwtje. De mensen die ik bespot heb toen ze uit hun dak gingen bij het zien van Benedictus XVI zouden er niet achter moeten komen.

16 maart 2010

Byron Katie

Dus ik citeer hier van tijd tot tijd die Byron Katie. En die Byron Katie, als je daar op googelt, dan krijg je een hoop vage shit. Kleffe plaatjes, vage uitspraken, vreselijke Oprah-lay out en überhaupt is een aanbeveling van Oprah juist een nadeel. Wat is er met die Byron Katie?

Hier een paar straten verderop is een spirituele boekhandel. Vroeger zaten er hier wel meer. Inmiddels is één van de grotere concurrenten gesloten, maar met name die tent was een schoolvoorbeeld van een spirituele boekhandel. Het stonk er naar wierook van kunstmatige bosvruchten, er hingen dromenvangers, ansichtkaarten met lullige adviezen van Deepak Chopra en boeken van diezelfde heldere geest en al zijn concurrenten op de zelfhulpmarkt. Ik ben één keer in die zaak geweest om te ontdekken dat het mijn smaak niet is.

Wijzer geworden zou ik dus niet in die tweede spirituele boekhandel zijn binnengelopen, ware het niet dat ze er ook Wicca-devotia verkopen. En dan niet van die schoolmeidenrommel, maar het serieus aangepakte spul: (half)edelstenen, zakken salie en ik weet niet wat ze allemaal nog meer nodig hebben om hun rituelen uit te voeren. Dat ik daar nieuwsgierig naar ben, resulteert ook nog steeds in het doorbladeren van catalogi op internet van ondernemingen waar je miswijn, misgewaden of een lectionarium kunt kopen. Nichemarkten van religies vind ik fascinerend. Die samenkomst van commercie en sacraliteit.

In die boekhandel zag ik het boek Katie's Tao liggen en de Amerikaanse kaft deed pijn aan mijn ogen. In softone stond ze gefotografeerd, als een warme matrone die je wel eens even zal uitleggen hoe je een beter, mooier mens kunt worden. Dus ik liep het boek straal voorbij.

Maar kort na mijn bezoek las ik De Religies van de Wereld van Huston Smith, waarover ik eerder hier vertelde als een openbaring. Ik las daarin over de religie die ik zelf al sinds lange tijd had, maar waarvan ik niet wist dat er een naam voor was. Dus naar meer informatie over taoïsme ging ik op zoek en Katie's Tao kwam toch in mijn hoofd op. Toeval bestaat niet en ik ben het boek gaan halen.

Snel genoeg kwam de gelegenheid waarbij ik het boek wel moest lezen. Door een flinke storm in 2006 reden er geen treinen en bleek ik na mijn werk gestrand. Warm aan het worden in een kroeg, las ik het boek en het was de meest vage shit die ik tot dan toe gelezen had en ik studeerde desalniettemin theologie. Pas tegen het einde van het boek raakte ik aan de toon van de boodschap gewend en wilde ik er wel naar luisteren. Het is een bijzonder advies, dat van Katie.

Je kunt haar levensverhaal lezen op haar eigen erg Amerikaanse website en ook dat levensverhaal is heel erg Amerikaans. In één van de boeken die ik over haar heb, zegt de schrijfster dat Katie die typische Amerikaanse nuchterheid bezit en ik heb bij die melding zitten schateren van de lach.
Katie is geen taoïst in de traditie van Lao Zi of Zhuang Zi. Ik denk niet dat de heren het met haar eens zouden zijn. Katie's leer (The Work) is wel aardser dan die van het taoïsme. Waar de Chinese wijsgeren de Tao onuitsprekelijk en onbegrijpelijk vinden, noemt Katie de Tao gewoon bij een duidelijkere naam: de realiteit. En haar principe is, dat wensen dat de realiteit anders was erg veel stress oplevert en maar nauwelijks resultaat. Wie gelukkig wil zijn, is dat het snelst én het langst met zijn eigen situatie. Groot probleem blijft dan wel hoe je tevreden zou kunnen zijn als je, om maar even groot drama uit de kast te halen, in slavernij zou leven of op je sterfbed. Wonderlijk genoeg, ik kan er zelf nog niet bij, lukt het Katie en haar gesprekspartners om daar inderdaad uit te komen. Ik lees gespreksverslagen waarin incestslachtoffers en holocaustoverlevenden een totaal andere kijk op hun leed krijgen. Ik begrijp het nog steeds niet, maar ik zie het wel gebeuren.

Katie wekt bij mij wel gene. In die zin dat ik er niet mee te koop wil lopen dat ik gefascineerd ben door haar. Die softone foto's, die 'Amerikaanse nuchterheid', dat overpositieve en bijna zorgeloos naïeve dat Amerikanen hebben. Ik heb de indruk dat Amerikanen de wereld buiten hun landsgrenzen niet kennen. Ik heb ook de indruk dat Katie's leer geen wetenschappelijke toets zou kunnen doorstaan. Maar toen ik op internet zocht naar kritiek op haar idee, kreeg ik bijna niets. En binnen de psychologie lijkt haar methode op de veel breder erkende Rationeel Emotieve Therapie van Albert Ellis. Grappig genoeg krijgt RET de kritiek dat het pseudowetenschap is. Die kritiek is afkomstig uit de kringen rond Mindfulness. Laat ik dat nou net heel pseudowetenschappelijk vinden. Ik heb dus de indruk dat Katie zo nep niet is.

Bij deze: toegegeven dat ik The Work van Byron Katie als aanvulling gebruik op mijn nog provisorische taoïsme. En dat het er van buitenaf inderdaad niet uitziet, maar dat ik het desondanks toch aan kan raden.

23 februari 2010

Trouwen doe je alleen met jezelf

"Een relatie is niet van jou", zei Peter Faber. En Byron Katie zegt:


"When I make a commitment, it's to my own truth, and there's no higher or lower. "I love, honor, and obey you—and I may change my mind." I'm married only to reality. That's where my commitment is. It can't be to a particular person." (uit: http://www.byronkatie.com/2009/02/a_happy_marriage.htm)


Wie z'n hart verliest aan een ander, kan 'm maar beter terugvragen voor zichzelf. Wie niet trouw is aan zichzelf, is nooit trouw aan (of voor) een ander.

8 november 2009

Doelstelling

"My stories are everyone's
And everyone's stories are mine."
- Byron Katie

13 oktober 2009

Liefde, goedkeuring en waardering

"Weet je wat mijn gebed zou zijn als ik er één had?
Mijn gebed, als ik er één had, zou zijn:
'God, bespaar me het verlangen naar liefde, goedkeuring en waardering.
Amen.'"

- Byron Katie

Tot voor kort dacht ik dat de tomeloze behoefte aan goedkeuring en waardering er één was die een beperkt deel van de mensheid met elkaar gemeen had. Dit jaar kwam ik er langzaam maar zeker achter dat het hoogstwaarschijnlijk een behoefte is die de hele mensheid met elkaar deelt. Of zoals ik het zei in een blog van 8 juli jl.:

"De angst niet volwaardig te zijn, niet te voldoen en nutteloos mijn tijd te besteden aan werk waar niemand iets aan heeft, is als ik het goed begrijp, typisch iets van de individueel-gerichte maatschappij. Ik was verbaasd te merken dat mensen nabij mij, die van mij afweken, toch net als ik zo snakken naar acceptatie. Ik dacht dat het een kenmerk was van verlegen, introverte mensen zoals ik. Het was een schok de afgelopen maand te merken dat iedereen, en vermoedelijk werkelijk iedereen, in deze maatschappij onevenwichtig veel tijd steekt in het krijgen van acceptatie door allerlei anderen en dat de oorzaak buiten ons ligt in de samenhang van mensen in een gemeenschap."

Nu is de volgende stap dat hele kleine deel van de mensheid te ontdekken die deze behoefte niet zegt te kennen. Ik hoop dan te kunnen doorgronden of dit een schijnwaarheid van deze mensen is of dat ze er echt geen behoefte aan hebben. Inez Weski zei eerder dit jaar - of misschien was het al vorig jaar - in een interview dat ze niet de minste behoefte heeft aan goedkeuring of waardering van anderen. Ik zou er graag achter willen komen hoe ze dit voor zichzelf tot stand heeft weten te brengen. Is het eigenlijk niet zo dat de mens als groepsdier in meer of mindere mate afhankelijk is van de acceptatie en goedkeuring van zijn gezelschap? Kun je deze noodzaak tegenwoordig negeren of die evolutionair ingebakken voelsprieten voor je omgeving verlammen?

Byron Katie heeft nog een hele mooie andere uitdrukking, waardoor ik denk dat zij zich niet heeft kunnen afsluiten voor de goedkeuring en waardering van anderen:
"Ik weet zeker dat de hele wereld van mij houdt. Ik verwacht alleen niet dat ze zich daarvan (al) bewust zijn."
Die ondubbelzinnige arrogantie vind ik geweldig.

9 augustus 2009

Perspectief

Als je in doodsangst wilt leven, neem dan een toekomst.

- Byron Katie