27 juli 2009

Shameless nonchalance

Ik ben erg verguld met het volgende, onbedoelde, compliment.
"What impresses me about Catholic mythology is partly its tasteless kitsch but mostly the airy nonchalance with which these people make up the details as they go along. It is just shamelessly invented."
- Richard Dawkins in The God Delusion

Hij heeft hartstikke gelijk en ik kan me niet voorstellen dat er enige katholiek is die zich er voor schaamt.

25 juli 2009

Jezusbeeld

Eugen Drewermann is uit zijn ambt ontheven. Dat betekent in de katholieke kerk dat je geen priesterlijke taken meer uit mag voeren. Alleen al daarom is Drewermann in mijn ogen goed bezig. De meerderheid van de uit het ambt onthevenen hebben een breder perspectief dan de kerk zelf. De enige uitzondering die ik ken zijn de gasten rond Lefebvre.
Hans Küng is ook uit het ambt ontheven en ik lees Küngs kritiek ontzettend graag. Drewermann is naast theoloog ook psycholoog en dat maakt dat zijn boeken eerder gaan over de gelovige mens dan over God. Drewermann wordt daarom graag gelezen door mensen die religie een moreel goede praktijk vinden, maar wel een volledig menselijke praktijk.

Ik leende van de bibliotheek Drewermanns boek Jezus van Nazareth. Het boek spreekt me aan omdat het gaat over de drang van mensen om oorlog te voeren en de botsing daarvan met de menselijke drang om zo ethisch mogelijk te handelen. Dit dan in connectie met het levensverhaal van Christus. Uiteindelijk heb ik het boek na het lezen van drie hoofdstukken teruggebracht naar de bieb. Primair vanwege een praktische reden: ik dacht na over de vraag hoeveel zware boeken ik mee ging nemen op vakantie. En de zware boeken over taoïsme hebben gewonnen. Want in taoïsme geloof ik meer dan in het christendom. Jezus van Nazareth haal ik vast nog eens een keertje op.
Dat Eugen het onderspit delfde, kwam eigenlijk door één passage in het boek. De eerste hoofdstukken gaan over opstand en rebellie en ergens halverwege zegt Drewermann wat ik al zo vaak heb gehoord en waar ik het helemaal niet mee eens ben: Jezus Christus was de grootste rebel ooit.

Ik ken de evangeliën op hoofdlijnen en ik laat de wonderdaden met groot plezier buiten beschouwing, maar Jezus' menselijke acties roepen bij mij geen bijzondere bewondering op. Zijn discussie met Farizeeërs, zijn halfslachtig pacifisme, zijn naastenliefde. Het bestond allemaal al en het is sindsdien door betere acties van anderen zwaar gedevalueerd. Wij zijn door de wol geverfd. Hoe vaak lezen of horen we geen nieuwsberichten over mensen die hun leven opofferen voor dat van anderen. Jezus had het voor zichzelf verpest. Die Chinese gast op het Plein van de Hemelse Vrede met die tanks, die offerde zich wel echt op. Om maar even een voorbeeld te noemen. Jezus is al als rebel gepwnd door een Chinees met plastic tasjes.

De schuld voor deze conclusie van mij ligt, volgens mij, deels bij het Leben Jesu Forschung. Ik ben groot fan van het Leben Jesu Forschung, ook al is het sinds een aantal decennia hartstikke uit. Albert Schweitzer (en hoe lang is die niet al dood?) kapte het af met het oordeel dat al het onderzoek naar het werkelijke leven van Jezus afbreuk doet aan de mythische Jezus. En dat is natuurlijk ook zo. De wonderverhalen, de gelijkenis van Jezus' belevenissen met passages uit veel oudere verhalen uit andere culturen (jatwerk), de daden van Jezus' die binnen die samenleving van toen erg vernieuwend waren, maar bij ons min of meer alledaags zijn of zelfs ouderwets. Als dat allemaal in je achterhoofd blijft zitten, blijft er van die zeer bijzondere persoon weinig over.
Misschien vindt Drewermann het wel de allerhoogste vorm van rebellie om te sterven voor de mensheid. Maar adepten van het Leben Jesu Forschung halen hun schouders erbij op. Jezus, aannemend dat hij conform de biografische elementen geleefd heeft, is vermoedelijk geëxecuteerd omdat hij een zijn hand overspeelde met zijn grote bek. Daar is later rondom bedacht dat de moord moest gebeuren om al onze zonden weg te wassen.

Omdat zoveel mensen Jezus zoveel toedichten had ik mezelf een paar jaar geleden tot taak gesteld om zoveel mogelijk overtuigende literatuur te vinden met uitleg over hoe Jezus die heldenstatus op zijn eigen merites heeft verdiend. Daarin heb ik wel een beetje gesmokkeld, want ik concludeerde dat ik ook Leben Jesu Forschung kon gebruiken om die heldenstatus gefundeerd te zien. Onbewust zal ik het eigenlijk op mijn boekenlijst hebben gezet als verfrissing. Ik heb aardig wat christologie gelezen en de onderbouwing van de mythische Jezus is prachtig. Hij doet me denken aan de mythische Shiva en ik begrijp heel goed dat zo'n ontzagwekkend mythisch figuur en de daaromheen ontwikkelde ritus dat grootse gevoel van stilte oproepen dat we op geregelde basis zo fijn vinden.

Maar lof aan het adres van de historische Jezus wekte bij mij niets anders dan ergernis. Tegenwoordig is zulk gedrag als uit de evangeliën als heldendaden worden geciteerd niet eens uitzonderlijk. Jezus werk is onderhevig aan erosie. We zijn al 2000 jaar gedrild om het na te doen en het is doodnormaal geworden.

Dat de boeddha tegenwoordig meer ontzag oproept, evenals Lao Tse en zelfs de Griekse mythische personen, is dan ook verklaarbaar. Ze doen zo anders dan wij.

Waarom heb ik dan toch de moeite gedaan om meer ontzag te krijgen voor Jezus? En waarom schrijf ik er meer dan twee jaar later dit stukje over, of lees ik als poging Drewermann, die ik hoog heb zitten en van wie ik dus verwachtte dat hij me kon overtuigen. Het is heel kleinzielig, maar ik voel me zo'n koekkoeksjong. De rest staat halleluja-roepend of sereen glimlachend om 'hun' Christus heen en ik vind de grote man van de godsdienst eerlijk waar een lul. En het kan toch niet zijn dat de rest het mis heeft, ik moet toch simpelweg iets gemist hebben wat ik ergens alsnog kan vinden?

12 juli 2009

Hoe Amerika zo religieus is

Aan deze post is geen enkel onderzoek vooraf gegaan. Ik knoop alleen wat draadjes aan elkaar die ik hier en daar gelezen en gezien heb. Ik ben nog niet in Amerika geweest en ken maar een handvol gelovige Amerikanen. Dit onderwerp kwam bij me op toen ik Katholicisme voor Dummies las. De hoffelijken onder jullie zullen me zeggen dat die titel me geen recht doet en ik dank jullie in dat geval voor het in mij gestelde vertrouwen. Wat Katholicisme voor Dummies een fijn boek maakt, is dat het over die details gaat die de gemiddelde katholiek niet interessant vindt, maar waarover niet-katholieken geregeld vragen stellen. Zoals exorcisme. Katholicisme voor Dummies geeft in drie alinea's uitleg. Precies voldoende om te copy-pasten. Het boek is geschreven door twee Amerikaanse priesters. Ik ken het Amerikaans katholicisme alleen van tv en daar wordt het net zo mild afgebeeld als het over het algemeen in Europa ook is (we hebben hier in Europa onze uitwassen, ik ontken ze niet). Deze heren lijken niet uit dat herkenbare katholicisme afkomstig te zijn. Als voorbeeld citeer ik de volgende passage waar ik a) nog nooit van gehoord had en b) moet concluderen dat het de katholieken afschildert als soort van imbeciel.

"Katholieken geloven dat engelen eerder dan de mensheid geschapen zijn en dat engelen, in tegenstelling tot de mensen, niet meer van mening kunnen veranderen als ze eenmaal een beslissing hebben genomen. Engelen hebben een onherroepelijke wilsvorming, en dat weten ze. Dus toen de engel Lucifer en zijn collega's(!) samenzwoeren om tegen de wil van God in te gaan, hebben ze gezondigd. Ze konden vanwege het wezen van hun natuur nooit meer vergeving of verlossing krijgen. Maar mensen zijn wel in staat van gedachten te veraneren, boete te doen en vergeving te vragen. De katholieken geloven dan ook dat Satan de mensen haat, omdat mensen een tweede kans heben die hij nooit zal krijgen. Het feit dat de tweede persoon van de heilige Drie-eenheid mens is geworden door een menselijke natuur aan te nemen, maakte hem nog woester. God is namelijk nooit een engel geworden, maar hij werd mens in de persoon van Jezus Christus."


Dan weten we het bij deze dus allemaal. Dat katholieken dat allemaal geloven en dat Lucifer onwijs door God in de steek is gelaten omdat God weigerde eerst engel te wezen. Als niemand bezwaar maakt, leg ik het graag naast me neer.

Ze zijn werkzaam bij het Eternal Word Television Network van Moeder Angelica. Ik ken dat kanaal niet, maar het wekt nieuwsgierigheid. Moeder Angelica staat in Katholicisme voor Dummies plompverloren in de top 10 van bekendste katholieken. Na Pater Damiaan (deze zomer heilig verklaard) en voor John F. Kennedy.
Ik heb nog nooit van haar gehoord.

Moeder Angelica krijgt de volgende lofprijzing mee:
"Alleen het allerbeste voor Jezus', was het motto van Moeder Angelica. 'Als de president van de Verenigde Staten het Witte Huis heeft (dat schijnt overigens verrot klein te wezen, volgens Jeremy Clarkson) en de Koningin van Engeland Buckingham Palace, verdient onze Heer en Redder, Jezus Christus, aanwezig in het allerheiligst sacrament, het allerbeste voor Zijn huis."

Het Heiligdom van het Allerheiligst Sacrament dat Angelica gebouwd heeft, is door 200 arbeiders in 5 jaar gebouwd en kostte naar schatting tussen de 25 en 30 miljoen dollar.
In Europa zouden we dit soort projecten bestempelen als van de Amerikaanse beweging van evangelische kerken. Beslist niet katholiek.

In ieder geval een deel van de Amerikaanse katholieken heeft, concludeer ik bij het lezen, een klap van de evangelische molen gehad. Die eigenaar van Domino's Pizza, bijvoorbeeld, heeft alle wieken gehad.
Inmiddels ben ik begonnen in het boek The God Delusion van Richard Dawkins. Bij deze online mijn dank voor het mogen lenen. Ik vind het een behoorlijk agressief maar geweldig boek. Ongetwijfeld kom ik er hier nog eens op terug.
Dawkins richt zijn pijlen met name op het geloofsbesef in de Verenigde Staten. 'Het is uitzonderlijk', zegt hij, 'dat zo'n modern land nog zo gelovig is'. En ik parafraseer hem, want ik heb de Engelstalige editie te leen.

Karen Armstrong heeft veel aandacht besteed aan het Amerikaans fundamentalisme in De Strijd om God. Prachtboek. Amerika is gegrondvest op religieuze randgroeperingen die voor vervolging zijn gevlucht naar de nieuwe wereld. Het recht op vrijheid van godsdienst heeft enorm gewicht in Amerika omdat in het collectieve geheugen ligt opgesloten dat het ergens anders niet zo vanzelfsprekend is. Daar voegt Armstrong wel aan toe dat de macht van de evangelicals in Amerika pas zijn opmars is begonnen in het interbellum en dat zij zich echt pas konden gaan gelden vanaf de jaren zeventig. Zo bezien is de controle van de fanatici pas jong en niet vanzelfsprekend voor Amerika. Een historische kanttekening die ik bij Dawkins niet zie. Als ik hem goed begrijp, staat het water de VS aan de lippen.

Een mooi voorbeeld van de heiligheid van de vrijheid van godsdienst zag ik bij Oprah. Meerdere afleveringen van de talkshow waren gewijd aan de FLDS van Warren Jeffs. Een afsplitsing van de Mormoonse kerk. Ik stuitte driemaal op een aflevering over dat onderwerp. Misschien zijn er ook maar drie afleveringen over dat onderwerp geweest. In ieder geval verrot toevallig kwam ik drie keer dat ik langs Oprah zapte (en dat doe ik toch niet vaak) bij de FLDS uit.

In alledrie de afleveringen werden vrouwen en meisjes van de FLDS geïnterviewd. Het was glashelder dat de woorden van de vrouwen te mooi waren en meerdere meisjes gaven zulke kromme antwoorden dat je het in eenvoudig Nederlands gewoon liegen mag noemen. Ik verwachtte dus dat Oprah in de studio dit liegen nog wel even uit de doeken zou doen voor de volgzame minder intelligente Oprah-kijker. Ik had namelijk dringend behoefte aan bevestiging van mijn vermoeden. Het tegengestelde gebeurde! Oprah herhaalde wat alle vrouwen en meisjes zeiden: dat het een prettig leven was, dat de dames er zelf(!) voor hadden gekozen en dat niemand hen in hun levenswijze mocht beknotten. Krijg nou de tering! Of moet ik gewoon erkennen dat driekwart eeuw vrouwenbeweging mij verpest hebben of zo?

9 juli 2009

Het werkelijke nut van archieven

Vanavond had ik met een collega een avond bieren georganiseerd en eindelijk ben ik er achter. Zodra de aliens komen, zullen ze zich vertwijfeld afvragen waarom die mensen toch zo druk rondlopend zichzelf aan het bezig houden zijn. En dáár bewaren wij nou die archieven voor. Zodat de aliens het na kunnen gaan.


Ik vind dit eigenlijk een beter argument dan de echte.

8 juli 2009

Waardering, voldoening en acceptatie

Nog steeds speelt bij mij de vraag over de wisselwerking tussen plezier in je werk en voldoening. En in het verlengde: of je plezier en voldoening zelf kunt kiezen, los van externe randvoorwaarden. Ik verwijs naar eerdere posts (hier en hier) voor meer informatie over gebrek aan voldoening, gebrek aan plezier en de vraag of we een bestemming hebben in het leven.

Eerder sprak ik met Pris over dit onderwerp. Pris werkt in mijn vakgebied. Tijdens de opleiding lag haar hart al niet zo zeer bij het archief, maar ze is gedisciplineerd en nuchter en, nu bleek uit ons gesprek, ze relativeert ontzettend goed. Ik parafraseer:

"Ieders werk is überhaupt relatief. Je werkt vijftig jaar en daarna doet een ander jouw werk geheel anders. Waar het om draait is dat je plezier hebt onderweg. Plezier in je werk en plezier in je privéleven."

De functie die Pris heeft in het archiefwezen is van wezenlijker nut dan de mijne. Toch haalt ze daarbij haar schouders op. Zou ze arts zijn, dan zou ze net zo goed denken dat haar werk relatief is. Je geneest iemand kortstondig - of je geneest helemaal niet, maar maakt het lijden draaglijker...of zelfs daar faal je ongewenst in - tot de dood alsnog je werk teniet doet. Als ons werk is even nutteloos.

Op dit moment heb ik bijna het boek Paradoxaal Leiderschap van Rein Nauta uit. Het hoofdstuk waar ik nu in bezig ben gaat over geestelijke verzorging, wat de taak van het ontsluiten van zingeving in zou houden, volgens Nauta. Zingeving waar geen echte, klare zin is. Zelfs niet voor levensredders. Niemand van ons is daadwerkelijk functioneel

De afgelopen hoofdstukken heeft hij wel meer van mijn ideeën omver geschopt. Zo blijkt uit onderzoek dat pastores met name moeite hebben met het triviale van hun werk. Hun werk triviaal? Dat van mij zullen ze bedoelen. De geïnterviewden gaven aan dat ze allerlei klussen uitvoeren die hun gestudeerde hersenen niet uitdagen. Dat kan ik me voorstellen, maar wat ze doen staat in directe relatie tot de groep mensen die ze bedienen. Dat voordeel heb ik niet. En, wanneer je daarin gelooft, ze werken in dienst van God. Dat is een sturing die ik tussen de oude papieren pas met de grootste moeite ervaar. Nauta citeert de beroemde Henri Nouwen: "Zoveel pastores zijn teleurgesteld en moedeloos omdat ze zo graag relevant en populair willen zijn, iemand met wie rekening gehouden wordt. Zulke verlangens zijn verzoekingen omdat zij nu juist tegengesteld zijn aan de boodschap die pastores ambtshalve brengen: geen nut, maar genade; geen concurrentie, maar liefde; geen macht, maar zwakheid."
Wat er in deze context met genade wordt bedoeld, vraag ik me af.

Nauta schrijft verder het volgende: "In deze op het individu gerichte cultuur is iemand er zelf verantwoordelijk voor als hij niet wordt wat hij wil zijn. Juist vanwege de grootsheid van de verwachting is elk falen fataal voor de ontwikkeling van een stabiel en samenhangend zelf, het gevoel zelf iemand te zijn ondanks toevallige tegenslagen en teleurstellingen. In die context blijken jaloezie en trots ervaren te worden als echte, eigen zonden. Als zodanig geven ze uitdrukking aan de angst zichzelf te verliezen, aan een verlangen naar bevestiging en erkenning. Veel mensen zouden willen dat zij anders waren dan ze zijn: niet zo begerig naar erkenning. Niet zo afhankelijk van andermans oordeel. Het tekort aan bevestiging waar men juist zo behoefte aan heeft, doet de leegte van het zelf nog erger voelen dan voorheen. Zo'n tekort maakt beschaamd. Blijkbaar zijn wij niets waard. Omdat die schaamte zo pijnlijk is, proberen we het verlangen naar bevestiging en erkenning zo ver mogelijk te verdringen, trekken we ons terug uit de gemeenschap en zoeken we de eenzaamheid en het isolement (!). Zo gekwetst, blijken jaloezie en trots onze grootste zonden te zijn. Zij worden ook beleefd als echte zonden omdat hun waarschuwing is: verlaat je niet op mensen, hecht je niet aan hun oordeel, want uiteindelijk blijft dan de verbittering, de melancholie, de teloorgang van de ziel."

De angst niet volwaardig te zijn, niet te voldoen en nutteloos mijn tijd te besteden aan werk waar niemand iets aan heeft, is als ik het goed begrijp, typisch iets van de individueel-gerichte maatschappij. Ik was verbaasd te merken dat mensen nabij mij, die van mij afweken, toch net als ik zo snakken naar acceptatie. Ik dacht dat het een kenmerk was van verlegen, introverte mensen zoals ik. Het was een schok de afgelopen maand te merken dat iedereen, en vermoedelijk werkelijk iedereen, in deze maatschappij onevenwichtig veel tijd steekt in het krijgen van acceptatie door allerlei anderen en dat de oorzaak buiten ons ligt in de samenhang van mensen in een gemeenschap. En het was schokkend te lezen dat veel pastores het werk kiezen om relevant te zijn. Soms zelfs is die wens geboren uit narcisme. Ik heb waarschijnlijk diezelfde beweegredenen en als ik dat nu lees, zo van tevoren, moet dat me niet waarschuwen dat deze reden er één is met veel ongewenst effect?! Want pastores voelen zich teleurstellend irrelevant. Er is werk aan de winkel, dacht ik direct. En niet in het krijgen van acceptatie, want dat proberen we, door externe factoren opgejaagd, allemaal en we onthouden het op ons beurt willekeurig zoveel mensen.

Om mee af te sluiten een mooi citaat uit een slechte vertaling van de Tao te Ching, logion 9: "Zoek de goedkeuring van anderen en je zult hun gevangene zijn".
En over de waarde van de taoïstische geschriften wil ik ook binnenkort schrijven.

3 juli 2009

Authenticiteit...

...volgens Rein Nauta.
In een vervolg citeer ik hem over het pastoraat. Ik heb deze tekst hier geplaatst omdat hij een gedachte formuleert die ik intrigerend vind. Wat verstaan wordt onder authenticiteit is het toneelspel tussen mensen. En al je trucjes, smoesjes en rookgordijnen zijn hartstikke authentiek aan je.
"Afstand behoort eigenlijk tot het karakteristieke van de mens. Mensen kunnen zichzelf bekijken en onderzoeken. Zij kunnen ik zeggen en tegelijk ook over mij spreken: "Ik ben niet zo zeker van mijzelf". Waar zij tot op zekere hoogte zichzelf vreemd zijn is het niet verbazend dat dat gevoel van vreemdheid ook hun relaties met anderen typeert. Dit gevoel van vreemdheid verdubbelt zich wanneer men zich realiseert dat niet alle anderen gelijk zijn en dat men zich in relatie tot elk van die anderen steeds gedraagt zoals in die relatie passend lijkt. Tegen de eigen vader of moeder spreek men anders dan tegen een vriend of vriendin, spreekt men ook over andere dingen. Maar als dat zo is, is men dan ook in die verschillende relaties zelf niet steeds iemand anders? Misschien is de mens zichzelf niet alleen een vreemde maar is hij ook in relatie met anderen steeds iemand anders. Als kind ben ik iemand anders dan als leerling, als vriend verschillend van minnaar of minnares.
Het meeste dat men erover zou kunnen zeggen is, schijnbaar contrair aan het zojuist beweerde, dat mensen pas zichzelf worden in relaties. In de verhouding tot anderen leer je steeds meer wie je eigenlijk bent, misschien wel steeds verschillend, maar in die verschillen toch ook steeds iets eigens tonend. In actie en reactie, bij wijze van gesprek in vraag en antwoord, in voorzet en tegenspel, wordt ontdekt wie men ook kan zijn. Zo opgevat is de dialoog, het wederkerig gesprek, de basis van elk zelfbesef. Het gesprek met de ander kan ook een gesprek zijn met mijzelf, immers ook in mijzelf bestaat er afstand tussen vraag en antwoord, is er bezinning en reflectie op wat ik heb gedaan. Het meest basale gesprek waarin ik mijzelf kan vinden is wellicht het gesprek met God, degene die echt anders is dan ik, maar ook degene aan wie ik alles kan zeggen, juist misschien omdat ik nooit echt antwoord krijg. Bidden, dat gesprek met God, de Andere die werkelijk anders is, is misschien wel de uiteindelijke grond van mijn bestaan.
Maar hoe is dan nog iets te zeggen over echtheid, authenticiteit? Echtheid kan misschien alleen maar bestaan als een keuze. Wie ik wil zijn, wat ik wil worden, met wie ik wil verkeren vormen de moeilijkste keuzen in het leven. Eens gedaan blijkt de last vaak lichter omdat blijkt dat alles ook nog anders kan. De keuze die ik maak voor wie ik wil zijn is steeds een echte als die met overtuiging wordt gemaakt. Om anderen te overtuigen moet men zich echter gedragen overeenkomstig de verwachtingen die er bestaan over de consequenties van die keuze. Dan moet men de deugd van de getrouwheid betrachten. Om echt te zijn en anderen daarin te doen geloven, moet men zich dus conformeren aan wat hoort en wordt verwacht. Echtheid krijgt zo iets van een spel dat goed gespeeld moet worden opdat anderen zullen zeggen: net echt!
De beste kans om zelf iemand te zijn heeft men in een individualistische cultuur. In zo'n maatschappij wordt men immers niet gekneveld door de banden van groep of gemeenschap, maar kan men zelf kiezen voor wat kan en mag. Zo'n individualistische maatschappij biedt misschien ook wel de beste gelegenheid om zich van anderen te onderscheiden, om zelf iemand te worden, enig en uniek. Juist het unieke brengt erkenning maar tegelijk ook het grootste risico van miskenning. Om erkenning te krijgen kun je ook weer niet al te veel verschillen. Om de onzekerheid van de keuze voor het eigen ik te vermijden is het wellicht beter succesvolle voorbeelden na te volgen en te doen zoals zij. Omdat mensen niet zonder sociale erkenning en waardering kunnen leiden de meesten een gekopieerd bestaan. De existentiële onzekerheid een individu te zijn wordt dan ingeruild voor een minder prangende angst omtrent eigen prestaties: doe ik het wel goed? Uniciteit, zelf iemand te zijn, wordt zo ingeruild voor het verlangen beter te zijn, succes te hebben, te kunnen scoren. Maar voor iemand die zichzelf beschouwt is de eigen bijdrage aan dat wat gebeurt veelal slechts een toevallige variatie in een scala van talloze mogelijkheden. De omgevingscondities zijn voor ons zo saillant dat ons gedrag vooral een reactie lijkt te zijn op wat de situatie nu eenmaal vraagt. In onze waarneming van anderen is dat echter geheel anders. Het gedrag van anderen beoordelend is de aandacht gericht op de persoon van de beoordeelde. Alles wat de ander doet lijkt product van wil en overtuiging, van diens geschiedenis en biografie. Zij doen ertoe ongeacht de omstandigheden, terwijl wij zelf maar al te goed weten dat wat er gebeurt slechts bij toeval aan ons ingrijpen valt toe te schrijven. Zo kunnen alleen anderen zichzelf zijn, zij het vooral beter."
Bron: http://www.uvt.nl/faculteiten/fkt/luce-crc/teksten/pastoraat/2007-nauta-pastor.html