31 januari 2010

Hoe dom het is niet zoekmachine-vindbaar te zijn

Voor een informatieve website dan. Ik ben nog steeds niet zoekmachine-vindbaar.

http://www.bbc.co.uk/religion/religions/taoism/ 

Gevonden via een lijstje links op een webpagina over paganisme (!) en nooit via een zoekmachine. Het is een nieuws- en informatiefabriek onwaardig dat het zo slecht te vinden is. De informatie op de BBC-site is wel heel goed en helder. Daarom hier de link.

27 januari 2010

Ware vriendschap

"Bij elke kennismaking is meestal onze eerste gedachte of deze persoon voor ons niet op enigerlei wijze nuttig zou kunnen zijn. Als hij dat niet kan, is hij voor de meeste mensen, nadat zij zich hiervan vergewist hebben, zelf ook niets".
- Arthur Schopenhauer

Wisdom

"I'd rather be a coward, than brave. People hurt you when you're brave".
- E.M. Forster

Schijn

"Wederom zag ik onder de zon dat niet de snelsten de wedloop winnen, noch de sterksten de strijd, noch ook de wijzen het brood, noch ook de schranderen de rijkdom, noch ook de verstandigen de gunst, want tijd en willekeur treffen hen allen"
- Prediker 9:11

Confucianisme

Kong Zi (Confucius) leefde ten tijde van Zhuang Zi. Als je zijn leer in één woord zou moeten omschrijven dan is dat het woord Li (rituelen). De Strijdende Staten in ogenschouw genomen, concludeerde Confucius dat deugd de spil is van goed samenleven. Goed samenleven tussen mensen en goed samenleven met de natuur. Confucius was ervan overtuigd dat deugd gestimuleerd en als voorwaarde werd gesteld wanneer men het hele leven ritualiseerde. Dus wanneer iedereen plichtmatig in al zijn doen en laten rituelen uitvoerde. Zo had het kind plichtmatige rituelen ten opzichte van de ouder. De koning plichtmatige rituelen ten opzichte van het volk. Het volk tegenover de koning, de man tegenover de vrouw, de vrouw tegenover de man, de ene mens tegenover de andere mens en de mensheid tegenover de natuur. Confucius geloofde in het bestaan van Tao en geloofde dat Tao negeren of er tegenin gaan leidde tot tegenslag, nodeloos uitstel en wangedrag. In zoverre komt de leer van Confucius overeen met het taoïsme. Hij draait van het taoïsme weg met zijn conclusie dat er plicht bestaat. En hij gaat nog verder door deze plicht tot in detail vast te leggen in vele rituelen.
Wie de Analecten leest, het beroemde geschrift van Confucius, stuit vele malen op het woord 'moet'. De mens is verplicht tegenover velen. Zhuang Zi bestreed dat. Je bent in zijn ogen niet eens verplicht tot de Tao. Het is alleen een verspilling van je eigen tijd en energie om tegen Tao in te gaan. Maar het staat je vrij te verspillen.

In de ogen van machthebbers komt het confucianisme beter uit dan het taoïsme. Een volk dat verplicht is ten opzichte van zijn leider is beter aan te sturen dan een volk dat om het even wat doet. Confucius werd bij zijn leven al uiterst populair. Hij werd raadgever. Althans, zo staat in de Zhuangzi te lezen. Zhuang Zi bekritiseert Confucius' beslissing deze machtige positie aan te nemen. Volgens Zhuang Zi streeft Confucius teveel naar eer. Dat kun je als kinnesinne van Zhuang Zi beschouwen, maar in het confucianisme is eer inderdaad uiterst belangrijk. Dit in tegenstelling tot het taoïsme. Confucianisten willen deugen en hun eer niet schaden. De sociale elite voelt zich zeer aangesproken tot deze leer en voor eeuwen bestaan het confucianisme, als leer en langzaam maar zeker als religie van de hogere kringen en het taoïsme, als volksleer en -religie naast elkaar.

De component religie komt bij het taoïsme voort uit het natuurgeloof. Bosgeesten, demonen, godinnen, de Gele Keizer en Lao Zi worden vereerd binnen geloofsgemeenschappen met sjamanistische geneesheren annex priesters aan het hoofd. Zhuang Zi werd verrassend genoeg nooit gecanoniseerd als godheid of heilige, maar bleef bestempeld als een filosoof. Er zijn over hem ook geen wonderverhalen de ronde gaan doen. Confucius overkomt dat echter wel. Hij wordt vereerd in tempels als een godenzoon. Beide religies bestaan nog steeds, ondanks de Culturele Revolutie.

De scheiding tussen de twee is niet zwart-wit. Confucius erkent, zoals gezegd, het bestaan van Tao. Alleen in ethiek verschillen de twee filosofieën als dag en nacht. Zouden we, bijvoorbeeld, in de veertiende eeuw van onze jaartelling aan een Chinees vragen of hij confucianist of taoïst is, dan zou hij geen van beide kanten expliciet kiezen. Vele Chinezen waren of zijn het beiden (ook bijvoorbeeld de hier eerder genoemde Sjoen Soe-Twan). Dat heeft ook met sociale status te maken. Wie het confucianisme aanhing, toonde zich iemand van goede statuur.

Verschillende keizers in de afgelopen eeuwen stimuleerden of bestreden één van beide filosofieën/religies. Al naar gelang hun voorkeur voor de Tao te Ching als regeringsfilosofie of de Analecten.
Mao, Marx indachtig, vond religie in welke vorm dan ook verderfelijk en bestreed beide godsdiensten. Het taoïsme als filosofie beschouwde hij daarnaast als een eersteklas oorzaak voor de achtergesteldheid van China. Het taoïsme streefde nooit naar verbetering van China's positie. De confucianistische filosofie heeft Mao wel gebruikt. Het individu dat zijn plicht heeft ten opzichte van het volk, dat paste prima in het maoïsme.

Tijdens de Culturele Revolutie zijn taoïstische tempels, kloosters en geschriften vernietigd. Kloosterlingen en kluizenaars werden verplicht gesteld naar dorpen en steden te verhuizen en mee te draaien in de verheffing van het volk. Sinds het bestaan van de Volksrepubliek China is er in China geen taoïstisch geschrift legaal gepubliceerd. Pas sinds een jaar of tien treden er mensen in het openbaar in China die zich taoïstisch meester noemen. Kristofer Schipper, woonachtig in China en taoïstisch meester, bezweert in Tao, de Geheime Religie van China, dat er geen historische taoïstische tempel meer te vinden is in China. Boeddhistische tempels zijn er wel. Ik weet niet waarom die in communistisch China dan wel zijn blijven staan. De taoïstische religie wordt op kleine schaal in eigen kring, meestal op het platteland en een beetje in het geniep beleden. Taoïstische instanties bestaan niet meer.

Volgens Kristofer Schipper heeft het taoïsme een klap gehad die het niet meer te boven zal komen. Op intellectueel en liturgisch vlak is er een gat geslagen in het taoïsme dat niet meer hersteld kan worden. Het taoïsme kan nu alleen nog maar groeien in een richting die het voorheen niet had. Oude kennis is verloren gegaan. Het is te merken in de zoektocht naar goede bronnen. Zoek je op het trefwoord Tao, dan vind je vele boeken in de esoterische richting. Van De Tao van Dialoog tot en met De Tao van de Seksueel Onverzadigbare Man. Over beide onderwerpen is in de klassieke taoïstische bronnen geen informatie te vinden. Ik zal in een volgende post terugkomen op verschillende facetten van de taoïstische religie, inclusief het alchemisme, waarbij het niet ejaculeren een middel was om een langere levensduur te betrachten. Dat heeft geen verband met onverzadigbaarheid.

Er is veel rommel te vinden en weinig kwaliteit. Dat maakt het lastig zekerheid te krijgen over wat werkelijk geleerd werd en wat niet. Een reden voor mij om hier op te schrijven wat ik inmiddels zeker en minder zeker weet, om zo de zaken toch op een rijtje te krijgen.

20 januari 2010

De boeken

Lao Zi was archivaris (hoe verzinnen ze het!) voor de staatsarchieven van de staat Zhou in ongeveerde zesde eeuw voor onze jaartelling, zo verhaalt de mythe over het ontstaan van de Tao te Ching. Teleurgesteld in zijn landgenoten, de gang van zaken en de plaatselijke politiek vertrok hij op zijn waterbuffel naar de Chinese westgrens. Vlak na zijn vertrek deed het gerucht al de ronde dat Lao Zi weg was gegaan en dit gerucht bereikte de grenswachter, zoals een gerucht altijd een ver persoon bereikt: gecorrumpeerd. De grenswachter had dus iets opgevangen over een wijs persoon wiens vertrek een groot verlies voor China zou zijn.
Toen Lao Zi op het dooie akkertje van de buffel naar de grenspoort sjokte, zag de grenswachter hem aankomen en hield hem halt. Uiteraard viel de vraag waarom Lao Zi wilde vertrekken en het antwoord was dat Lao Zi somber gestemd was geraakt. De grenswachter probeerde Lao Zi te overtuigen te blijven, probeerde hem op te beuren en stak 'm een veer in zijn reet over zijn grote wijsheid. Lao Zi gaf niet toe. De grenswachter zag dat het geen zin had en besloot Lao Zi een laatste verzoek te doen: zou hij, voor zijn vertrek, zijn belangrijkste lessen voor China op papier willen zetten? Lao Zi besloot dat te doen en schreef in uiterst kort tijdbestek het Boek van de Weg en de Deugd. Hij gaf de papieren aan de grenswachter, klom op zijn buffel en vertrok door de poort.

Het Boek van de Weg en de Deugd (de Tao te Ching) is het beroemdste boek uit het taoïsme. Het bestaat uit korte 'hoofdstukjes', zogenoemde logia (enkelvoud: logion; betekenis: losse uitspraken), en het is maar 81 van die logia groot. Lao Zi beschrijft in de eerste logion hoe een meester het leven beziet en in de latere logia, het overgrote deel, hoe een meesterlijke koning regeert. De Tao te Ching, die ik voor het typgemak in het vervolg de Laozi zal noemen) werd in korte tijd een boek met een grote reputatie en is nog steeds heel populair. De adviezen voor hoe een koning een meesterlijke koning kan worden, worden nu druk gelezen door managers (die het nooit zullen leren) of door mensen die de adviezen willen toepassen op meer basale dagelijkse situaties dan regeren.

De mythe over hoe de Laozi is ontstaan is zeker niet de enige mythe over de schrijver. Het is wel het enige verhaal dat de ronde doet over het ontstaan van het boek. Hoe de Laozi anders precies is ontstaan is onbekend. Over de schrijver Lao Zi doen nog veel meer bijzondere verhalen de ronde. Hij zou al oud geboren zijn, omdat hij 80 jaar in de buik van zijn moeder bleef. Deze moeder van hem zou een godin geweest zijn en ook Lao Zi wordt binnen de taoïstische religie beschouwd als een godheid.

Ben je westers en christelijk, dan denk je hierbij al gauw 'wat een onzin'. Maar je vergeet dan dat jouw geloof even extreem is. Ben je westers en atheïst, dan denk je hierbij al gauw 'dit is even grote onzin'. Dat de wetenschap waar je wel waarde aan hecht, ook niet meer is dan een onderlinge afspraak, vergeet je dan.
Ben je westers, religieus, maar niet christelijk, dan denk je hierbij al gauw 'ah, hier liggen dezelfde menselijke ideeën achter als bij die andere religies die ik inmiddels ken'. En aangezien ik in die derde categorie val, geef ik hier geen enkel weerwoord op. Ik kom op een later tijdstip nog terug op de taoïstische religie en het verband met de taoïstische filosofie. Zoals eerder gezegd: niet elke taoïst is ook religieus.

Zhuang Zi leefde ongeveer in de derde eeuw voor onze jaartelling. Hij is minder mythisch, maar 100% zeker van zijn bestaan zijn we ook niet. Het is wel stukken aannemelijker dan het bestaan van Lao Zi. Zhuang Zi was klerk in een laktuin in de staat Song. Een laktuin is een plantage van lakbomen. Uit de bomen wordt een vloeistof getapt (het zal je niet verbazen: lak), waarmee allerlei gebruiksvoorwerpen een mooie glimmende coating krijgen. China is beroemd om zijn gelakte voorwerpen. Zhuang Zi had een lullige baan bij de laktuin (wie mijn mening over archivistiek weet, ziet hier een verband met Lao Zi). Hij ontwikkelde zich verder in zijn vrije tijd en werd als privépersoon beroemd, maar heeft zijn baan nooit opgezegd. In zijn dagen waren de 'Honderd Scholen' zeer beroemd en invloedrijk. Die benaming slaat op de vele filosofische groeperingen die elkaar in discussies bestreden. Vergelijkbaar met het klassieke Athene. De eerder genoemde Hui Zi en uiteraard Confucius waren leidsmannen in zulke scholen en, ongeorganiseerd, had Zhuang Zi zijn eigen school. Hij bestreed de filosofieën van Hui Zi en Confucius, naast die van vele anderen.

Zhuang Zi wordt verondersteld twee geschriften geschreven te hebben, die samen de Zhuangzi vormen: de Innerlijke Geschriften en de Uiterlijke Geschriften. De Zhuangzi is een dik werk en ik heb het nog niet uit. Ik kan jullie daarom niet vertellen wat het verschil precies is tussen deze twee delen. Het is niet met zekerheid vast te stellen of Zhuang Zi werkelijk aan deze delen heeft meegeschreven. In de Uiterlijke Geschriften komen passages voor over het overlijden van Zhuang Zi. Zeker is dat leerlingen aan het werk geschreven hebben. Of dit directe leerlingen zijn van Zhuang Zi is ook in de mist van het verleden opgelost. Het oudste exemplaar dat gevonden is van de Zhuang Zi is van zes eeuwen na zijn leven. We hebben geen idee wie wanneer deze delen geschreven heeft. Alle hoofdstukken spelen wel in de eeuw van Zhuang Zi en beschrijven voor die eeuw actuele en urgente thema's. Dat maakt aannemelijk dat het een voor zijn eigen tijd geschreven boek is en geen terugblik op vroeger. In de Zhuangzi spelen de leidsmannen van verschillende van de Honderd Scholen een rol. Ook koningen en destijds mythische handwerkslieden hebben een rol. De Zhuangzi snijdt meer thema's aan dan de Laozi, die alleen over politiek gaat.

Naast deze twee standaardwerken zijn er nog een paar boeken die als taoïstische basisgeschriften bekend staan. Zoals: de Li Zi, de beruchte I Qing (I Ching) en de Dao Zang. Ik heb geen van deze boeken nog gelezen en dat is geen ramp. De kerngeschriften zijn De Laozi en de Zhuangzi. Zogezegd de bijbels van het taoïsme, ook voor de niet-religieuze taoïsten. De boeken zijn filosofisch van aard en spreken nauwelijks 'mysterietaal', zoals je dat in de Bijbel wel gewend bent.

In latere posts zal ik meer ingaan op de inhoud van de boeken. Ik zou het leuk vinden om op deze blog exegese van de boeken uit te voeren, met hulp van reagerende lezers. De boeken die ik tot nog toe over het taoïsme heb gelezen, bestaan ook uit exegetische hoofdstukken en ik ben het vaak met die interpretaties niet eens.

Het pinyin-systeem

Voordat ik begin met mijn half gejatte en zelf gebrouwen theorieën over het taoïsme, eerst even een korte uitleg over uitspraak en onderscheid van de Chinese termen. Ik vind het allemaal geweldig om te hebben kunnen leren en als het in deeltijd te doen was, zou ik overwegen sinologie te gaan studeren.

Voor de dagen van Mao (moge hij rotten in de hel) schreef men in het Westen de Chinese woorden fonetisch. Dat bracht in internationaal en wetenschappelijk verband uiteraard problemen, want fonetische spelling van Chinees in het Nederlands geeft een andere schrijfwijze van woorden dan in het Engels. In Leiden was sinologie al een redelijk geprofessionaliseerde studierichting en koplopers hoeven nooit snel te switchen. Daarom is daar deze fonetische spelling pas laat losgelaten.

Dat loslaten kwam toch wel want de Volksrepubliek zelf voerde het systeem van de pinyin-romanisatie in om Chinese woorden in Romeinse letters om te zetten. Een logica is er voor Nederlandstaligen moeilijk in te ontdekken. Je dient eerst te leren hoe je in pinyin dan wel een q of een c uit moet spreken om daarna geromaniseerd Chinees te kunnen lezen.
De geschiedenis heeft de in taoïsme geïnteresseerde lezer iets geholpen. Omdat Mao het taoïsme verketterde en bestreed, is de laatste decennia weinig uit de eerste hand gepubliceerd over het taoïsme. De mooiste boeken stammen uit de jaren 1930 (John Blofeld met name) en de schrijvers en de vertalers gebruiken dan nog fonetische Chinese spelling. Maar inmiddels is pinyin de internationale standaard en kun je, ik incluis, er eigenlijk niet omheen om Zhuangzi ook als zodanig op te schrijven, terwijl je het niet zo uitspreekt. Hieronder een lijstje met basisbegrippen. Voor uw gemak wanneer de hiernavolgende teksten over taoïsme u interesseren.

Pinyin: Zhuang Zi
Fonetisch: Tswang Tse
Korte uitleg: Meester Tswang (zi/tse betekent meester), taoïstisch filosoof en verondersteld schrijver van een deel van het naar hem genoemde boek.

Pinyin: Zhuangzi
Fonetisch: Tswangtse
Korte uitleg: Wanneer zi/tse aan het eerste woord vast is geschreven, wordt het boek bedoeld.

Pinyin: Lao Zi
Fonetisch: Lao Tse
Korte uitleg: Oude Meester, mythisch figuur die gezien wordt als de auteur van de Tao te Ching. Er gaan geweldige verhalen over hem de ronde. Gaan we het natuurlijk over hebben.

Pinyin: Lao Dan
Fonetisch: Lao Dan
Korte uitleg: Oude Langoor (ik verzin het niet), andere naam voor Lao Tse.

Pinyin: Tao te Ching
Fonetisch: Dao te Tsjing
Korte uitleg: Het boek van de Weg en de Deugd, meer nog het basisgeschrift over het taoïsme dan de Zhuangzi, hoewel het veel beperkter in opzet is. Dit boek gaat over taoïstische politiek. Het boek wordt ook wel de Laozi genoemd (inderdaad, hetzelfde aan elkaar plakken van de naam van de veronderstelde auteur als bij de Zhuangzi)

Pinyin: Taoïsme
Fonetisch: Dauwisme
Korte uitleg: Verzameling van een filosofische en verschillende religieuze stromingen die in China zijn ontstaan. Het veel-, heel veelgebruikte woord Tao spreek je dus uit als Dau.

Pinyin: Kong Zi
Fonetisch: Kong tse, maar beter bekend als Confucius
Korte uitleg: filosoof en stichter van het confucianisme. Onderwerp van kritiek in de Zhuangzi.

Pinyin: Chi
Fonetisch: Tsji
Korte uitleg: Religieus, ook wel natuurgeneeskundig principe. Leven, levenskracht, energie die door Tao wordt gefaciliteerd en alom aanwezig is. Sommigen zouden het als een filosofisch principe bestempelen, maar ik kan me daar niet in vinden.

Pinyin: Yin Yang
Fonetisch: Yin Yang
Korte uitleg: Filosofisch principe; het bestaan en het verband van schijnbaar tegengestelde krachten of kanten die eigenlijk niet tegengesteld, maar in elkaar opgaand zijn.

Pinyin: Wu wei
Fonetisch: Woe wei
Korte uitleg: 'Doen door niet te doen', een taoïstisch principe. Een oudere hippe, maar inmiddels corny geworden vertaling is 'go with the flow'.

Pinyin: Hu Zi
Fonetisch: Gwie Tse
Korte uitleg: filosoof en tijdgenoot van Meester Tswang. Onderwerp van vriendschappelijke kritiek in de Zhuangzi.

Geen idee wat het pinyin is voor de Gele Keizer, maar hij speelt in de Chinese mythologie een heel belangrijke rol. In de oudste dagen van de wereld, de tijd dat de Chinezen een land aan het opbouwen waren, zou de Gele Keizer geregeerd hebben. Hij was wijzer dan Salomo en wordt dan ook vereerd. In de taoïstische geschriften komt zijn naam voorbij.

In de geschiedenis van China is het Tijdperk van de Strijdende Staten ook belangrijk om te kennen. Ver nadat de Gele Keizer, als hij al bestaan heeft, van het wereldtoneel verdwenen was, ontstond een lang tijdperk van oorlog op oorlog op oorlog tussen de verschillende staten die op het Chinese grondgebied waren ontstaan. In de taoïstische geschriften komen verschillende van deze staten en de monarchjes van deze staten aan bod. Zhuangzi leefde ten tijde van de nasleep van het Tijdperk van de Strijdende Staten. Dit is een historisch tijdperk dat een groot effect heeft gehad op de Chinese mythologie en filosofie.

Nu is de spiekbrief wel af. De afgelopen jaren heb ik op internet druk gezocht naar pagina's die uitleg geven over het taoïsme en er is weinig. Wat er is, bestaat over het algemeen uit vertalingen van de Tao te Ching, met kleffe plaatjes erbij. Dit was voor mij extra reden om dit weblog op te schrijven wat ik tot nog toe gelezen en bij elkaar gescharreld heb, met daarbij mijn eigen conclusies. Voor mij is het prettig dat ik nu gestructureerd neer kan zetten wat in mijn hoofd ronddwaalt.

Wie er niets mee kan, is gebaat bij het overslaan van alle posts die het label taoïsme dragen. Wie wil reageren is bij deze van harte uitgenodigd!

Antifascist

"Mensen die zichzelf antifascist noemen doen mij denken aan een citaat van Kant, die ergens moet hebben geschreven dat geleerden, die hun eigen werk 'wetenschappelijk' noemen te vergelijken zijn met Chinese neringdoenden die hun winkel van het opschrift 'Hier word je niet bedrogen' voorzien".
- Karel van het Reve in De Ongelooflijke Slechtheid van het Opperwezen

19 januari 2010

Donorcodicil

Oh, dit is zo'n oude discussie. Al vele malen gevoerd op internet, bij de thee of achter een glas bier. Ik kan er nog steeds niet over uit en natuurlijk is er ook geen universele uitkomst, maar sommige uitingen op dit gebied komen me volkomen vreemd voor.

Ik heb er geen bezwaar tegen eigenlijk, als mensen geen donor willen zijn. Het is jammer. Zo weinig komt het voor dat een overledene precies geschikte organen heeft om te doneren. De visvijver zou voor de zekerheid beter groter kunnen zijn. Leven met slechte organen is, ongeacht welk orgaan, een kwelling. Als je zelf niets meer hoeft met je onderdelen en een ander verbetert er aanzienlijk van, wat kan er dan nog voor bezwaar zijn?

Nou...sommigen willen in z'n geheel het graf in omdat, bijvoorbeeld, het gegeven dat er in hun gesneden kan gaan worden hen benauwd. Of omdat ze bij de wederopstanding in naam van Christus hun hele hebben en houen compleet dient te zijn. Het eeuwig leven zou moeilijk zijn zonder het herstarten van je hart.
Sommigen weten dat ze hun dierbaren verdriet zouden doen als ze incompleet in de kist zouden liggen. Anderen, het schijnen met name verpleegkundigen te zijn die hierover getuigen, beweren dat er zo respectloos heen en weer wordt getaxied met organen dat zij weigeren hun ingewanden daarvoor aan te bieden. Ikzelf kan daar moeilijk afkeer bij voelen. Als je niet meer bent dan geestelijk dood vlees, wat maakt het dan nog uit? Ze zouden met mijn nier kunnen voetballen als ze dat willen. Ik ben er niet meer. Zoals we een stuk rund respectloos laten verkolen omdat we talentloze barbecuers zijn, zo maakt dat gebrek aan respect voor een heengegaan mens mij ook niet meer uit.

Wat me het meest verbaast en eigenlijk ook wel stoort in deze hele discussie is de stelling dat je alleen recht hebt op andermans organen als je goed hebt gepast op die van jezelf. Of, nog sterker: dat je geen recht hebt op donororganen als je zelf geen donor bent.
Wie bepaalt dat?

Zo zou een kettingroker, het meest klassieke voorbeeld, geen nieuwe long verdienen. Diegene heeft het over zichzelf afgeroepen. De ene mens bepaalt voor de andere mens of diegene straf heeft verdient voor een actie (kettingroken) die wettelijk niet strafbaar is. Ik vind dit vergelijkbaar met uitroepen dat obesitax 'net goed is'. Alsof ieder van ons kennis genoeg zou hebben om te beslissen dat iemand lik op stuk moet krijgen voor iets wat wettelijk niet strafbaar is. Ja, wetten zijn aan te passen en afhankelijk van onze acceptatiegrens, maar heel eerlijk zeggen hoor: heb je er last van als iemand na jarenlang kettingroken een nieuwe long krijgt? Heb je er last van dat een dikkerd dik is? Als je krap zit in je vliegtuigstoel wel, maar is dat de dikkerd aan te rekenen of de inrichting van het vliegtuig?

Als je zelf vanaf je geboorte of dankzij een ongeluk slechte longen hebt, zul je vast balen dat iemand die ongelooflijk stom is geweest een long krijgt en jij nog moet wachten. Want jij vindt dat jij een groter noodlot moet dragen. Totdat jij besluit dat het in alle gevallen noodlot is dat longen kapot gaan en dat niemand het 'verdient' dat er iets kapot gaat aan zijn lichaam. Hoe stom diegene zelf ook is. Wie zegt dat jij door toeval getroffen bent en de kettingroker niet? Zoveel kettingrokers worden stokoud met slechte of minder slechte, werkende longen. Niemand verdient eerder een gezond lichaam dan een ander. Tenminste, ik kan geen geldig, áltijd geldig, criterium voor die stelling bedenken.

"Ja maar, donororganen zijn schaars". Dus we gaan aangeven wie zieliger is dan wie. En dan mogen andere emotionele aspecten net zo goed meetellen. Dan gaan jonge, schattige kinderen voor oudere. Of voor irritante kinderen. En wanneer dat jonge, schattige kind een vrachtwagenchauffeur als ouder heeft, dan heeft die natuurlijk voorrang op het kind van een bankdirecteur. Want die laatste heeft het makkelijker.
Dat donororganen schaars zijn is geen oogmerk om selectie toe te passen. Randverschijnselen en bijkomende omstandigheden kunnen maar beter niet meetellen. Democratische, dus subjectieve, beslissingen kunnen maar beter niet over iemands overlevingskansen gaan.

Wanneer je alleen recht zou hebben op een donororgaan wanneer je zelf donor bent, treedt een soort terugbetalingssysteem in werking. Je zou er zelf nooit voor kiezen, maar om risico's te vermijden, ben je toch maar donor. Zo profiteren we van opportunisme. Eigenlijk klinkt dat 'net goed', maar eigenlijk meurt het ook een uur in de wind. Er is niet echt meer sprake van zelfbeschikking. Je voelt je verplicht wegens de eventuele mogelijkheid dat je zelf een orgaan nodig hebt.

En dan heb je nog het Belgische systeem: iedereen is donor tenzij je de moeite neem om schriftelijk aan te geven dat je dat niet wilt. De Belgische staat beschikt over alle dode Belgische lichamen met uitzondering van de lichamen waarvan de vorige eigenaar heeft gezegd dat het zijn eigendom blijft. Bij mij wekt het altijd allergie wanneer een staat denkt over iets van mij te beschikken.

Op mijn dertiende ongeveer heb ik een donorcodicil ingevuld. Dat zal vast niet geteld hebben wegens minderjarigheid, maar mijn ouders wisten dat ik dat zo wilde dus het was wel goed gekomen als ik toen zou zijn overleden. Het is natuurlijk 'nurture'. Ik ben opgevoed in een huishouden waar de dood de dood is en een donorcodicil doodnormaal. Ook tegenwoordig zal ik niet beweren dat ik diepzinnig heb nagedacht en compleet naar eigen beslissing mij als donor heb laten registreren. Maar of ze dat wat van mij resteert gaan gebruiken voor een ander, voor de wetenschap, voor een spelletje voetbal of om de varkens mee te voeren, het overschrijdt bij mij geen ethische grens. Dat dode lichaam ben ik niet meer. Het is residu.

Mijn meest nabije dierbare vindt mijn standpunt maar niks en wil heel eerlijk toegegeven inderdaad liever niet dat ik incompleet in een kist lig. Liefde is mooi. Ik bewonder hem daar innig voor, maar mijn laatste wil blijft het. Ik vertrouw erop dat tegenwoordig de keuze van de vrouw zelf, ook na haar dood, belangrijker wordt gevonden dan enige wens van haar man met betrekking tot haar resten. En moge dit artikeltje daartoe als extra ondersteuning dienen.


Nog even: dit stukje is niet bedoeld om te beweren dat donor zijn moreel beter is dan geen donor zijn. Ik heb de redenen van anderen om geen donor te zijn op een rijtje willen zetten, met daarachter uitleg over mijn onbegrip voor deze redenen.

Obesitax

Vanavond kwam het bericht dat mensen met ernstig overgewicht (obesitas), die bij gebleken testresultaat in een vliegtuigstoel met armleuningen niet in de stoel passen, verplicht worden gesteld door KLM om voor een tweede stoel te betalen.
Daar is dan de toelichting bij dat wanneer er nog lege stoelen zijn aan boord, de prijs van de tweede stoel weer wordt terugbetaald aan de passagier.

De test bestaat eruit dat gekeken wordt of de armleuningen nog wel horizontaal kunnen als de dikke passagier in de stoel zit. Mijn wederhelft, vliegtuigfanaat, kwam met het weerwoord dat KLM in de meeste toestellen geen beweegbare armleuningen heeft. De armleuningen zijn altijd horizontaal en dan zit je er bij gebleken extra omvang met je billen bovenop. Test mislukt.

Internet, dat medium dat nooit liegt, bracht uiteraard direct vele reacties voort. Over het algemeen reacties van 'net goed'. Want dikkerds zijn die mensen die niet de discipline hebben slank te blijven. De luilakken, gemakzuchtigen, de schrokaards. En kijk dan eens naar de net goedter zelf. Het lukt hem toch ook slank te blijven. Wat hij kan, dat moet een dikkerd ook lukken. Vindt hij.
Mensen die gestopt zijn met roken, tonen datzelfde truukje. En waarom is er eigenlijk geen mooi, kort woord voor 'mensen die gestopt zijn met roken'? Zij beweren dat wat zij kunnen, ook door de volgende roker geflikt kan worden. Sterker nog: dat zijn die resterende rokers eigenlijk verplicht.

Volgens het bericht van één net-goedter, dat mijn huisgenoot voorlas en waarvan ik geen link heb, is 5% van de gevallen van obesitas genetisch bepaald en de resterende 95% is dus overduidelijk zelf teweeggebracht en zelf weer weg te diëten. Dat genetische aanleg niet de enige oorzaak is voor ziekten in het algemeen en dus voor obesitas, een ziektebeeld zijnde, in het bijzonder komt niet in hem op.

Eén van de beroemdste Nederlanders met obesitas is de briljante Johannes van Dam. Moge hij nog lang onder ons blijven. In een column in Elsevier (op papier, dus ook hier geen link) gaat hij in op zijn lijden aan obesitas en de psychologische oorzaak daarvan. Johannes heeft een psychisch probleem, erkent hij. Hij kan daardoor niet stoppen met eten, hoewel zijn wilskracht in alle andere facetten van het leven volkomen gezond en dwingend aanwezig is.

Obesitas is vermoedelijk één van die laatste gebieden waarop niet algemeen erkend wordt dat een psychisch probleem een echt probleem is en geen aanstellerij. Mensen met obesitas die geen genetische oorzaak heeft, moeten zich ongevraagd nog steeds verdedigen, waar anderen met een psychische probleem begrip krijgen voor hun ziektebeeld. Dat heet in normaal Hollands gewoon meten met twee maten. En, harder gezegd: onrecht.

Laat ik nog even buiten beschouwing die gevallen van obesitas die veroorzaakt zijn door medicijngebruik voor een andere ziekte. En natuurlijk zijn er die gevallen die wel veroorzaakt worden door een zo gezonde eetlust en plezier in voedsel dat het schade brengt. Maar heeft een net-goedter daar trouwens wel echt last van? Het doet me denken aan een onderwerp dat al jaren in mijn hoofd spookt. Ik kom hierop terug.

Judith

Komt een Vrouw bij de Dokter is wat mij betreft geen slecht boek omdat de plot slecht is. Dat een man vreemdgaat bij het leven terwijl zijn vrouw vecht tegen de dood vind ik geen lelijk thema. Het komt dichter bij het echte leven dan vele, zeer mooie verhalen. Eigenlijk heel knap van Kluun is dat hij impliciet in het boek het onderliggende gevoel beschrijft van de echtgenoot dat hij toch echt trouw en steun zou willen zijn, maar gewoon niet durft. Hij gaat vreemd tegen wil en dank, omdat hij de doodsstrijd gewoon niet aan kan. Zonder dat Kluun dat ergens echt uitspelt. Wat dat betreft is het ijzersterke leeswaar.

Nee, wat me wel echt stoort aan Komt een Vrouw bij de Dokter is de onbeholpen woordkeus. Wat mij betreft moet een boek niet alleen een verhaal hebben, maar ook een spel van woorden zijn. Dit in tegenstelling tot een film, wat alleen een spel van woorden kan zijn als de dialogen sterk zijn. Een film moet wat mij betreft een verhaal hebben. Dat maakt een film 'voldoende'. Sterke dialogen zijn dan een extra. Een genot van een extra.
Kluun heeft waarschijnlijk bewust doodnormale taal gebruikt. Om te onderstrepen dat de hoofdpersoon een doodnormale jongen is. Kluun is daarin extra over de top gegaan door elk hoofdstuk een motto te geven uit hedendaagse popliedjes en tv-programma's. Meestal zijn dat geen sterke motto's. Ik kan me er geen één herinneren en dat betekent wat.

Kluun noemde die motto's ook bij een eigen bedachte naam. Iets van 'quamples'. Hij geeft in het begin van het boek een definitie. Alsof het iets is dat buiten zijn boek een allang in omloop zijnde term is. Het is een combinatie van 'quote' en 'sample', of iets in die richting. Het letterlijke begrip weet ik al niet eens meer. Ik herinner me wel heel goed dat hij het heel gekunsteld een samentrekking had gemaakt van 'een citaat' en 'een geluidsfragment'. Helaas voor Kluun is dit begrip nooit in omloop geraakt. Dat heeft misschien te maken met het al veel langere bestaan van het woord 'soundbite' wat precies hetzelfde aanduidt. Dat woord had hij dus net zo goed kunnen gebruiken.

Komt een Vrouw bij de Dokter was een bestseller en is nu weer een hit dankzij de film. Ik heb de film niet gezien. Nederlandse films hebben, schaarse uitzonderingen daargelaten, een overvloed aan nodeloze seks. En ook zodanig in de film gemonteerd dat de scene lijkt op 'oh ja, er moest nog seks in'. Nederlandse regisseurs verdedigen dat met 'het is een afspiegeling van het leven en seks hoort daarbij'. Waarom je dan nog steeds niet in elke Nederlandse film iemand ziet schijten is mij een raadsel.
Komt een Vrouw bij de Dokter is een film over seks buiten de deur en het boek was me al glashelder. Ik heb geen behoefte aan de film waarvan ik vermoed dat het seksmotief ten zeerste is uitgebuit. "Gelukkig", dachten de makers zeker,"nu is de seks een keer niet nodeloos. Laten we er wat extra in gooien".

Het verhaal van Komt een Vrouw bij de Dokter is in meer of mindere mate waargebeurd. Dat maakt het boek interessanter dan andere romans over ziekte, ontrouw en dood. Het betreft een relatie zoals zoveel Nederlanders die kunnen hebben. Inclusief volksvloek nr. 1: de ziekte kanker. Kluun heeft zijn vrouw verloren aan kanker en heeft in meer of mindere mate op dezelfde wijze op de ziekte gereageerd als de hoofdpersoon. Hij laat in het midden hoeveel.
RTL Boulevard bracht vorige week een bericht dat de ex-schoonvader van Kluun, de vader van de overleden vrouw, in een roddelblad zijn beklag heeft gedaan over hoe Kluun nu al een aantal jaar omgaat met de dood van zijn dochter en Kluuns vrouw. Verguld gaf presentator Albert Verlinde aan dat Kluun de eer aan zichzelf had gehouden in de eerste dagen na publicatie van de beschuldigingen van zijn schoonvader. "Kluun hield zich groot". Maar zodra de aandacht van de pers afzwakte, sloeg hij terug. Via RTL Boulevard. Hij legde uit dat zijn overleden vrouw, Judith, bij leven weinig contact had met haar vader, die van haar moeder gescheiden was. Het scheen een moeilijke man te zijn. Kluun vond het jammer, et cetera, et cetera.

Het camerashot ging weer terug naar de studio en dat is standaard de gelegenheid dat Albert nog even een concluderende opmerking plaatst. Vaak met de hem zo typerende, gare kwinkslag. Een toegift over hoe wij hierover moeten denken, als het ware, zoals het dit ware domineesland betaamt. Albert nam het woord:
"Ik vind", zei hij,"dat Judith het laatste woord moet hebben".

Albert betrappen op de meest lullige dooddoeners is niet moeilijk. Hij debiteert er zo een dozijn per uitzending. Maar deze vond ik het toppunt van nietszeggendheid. Judith, dode Judith, moest het laatste woord hebben, volgens onze filosoof. Dan zou deze zaak recht gedaan zijn. Hij keek er natuurlijk ook bij alsof het beste er bij deze pas over gezegd was.

Wij thuis hebben beslist dat deze zin in onze vocabulaire opgenomen moest worden. We gebruiken 'ik vind dat Judith het laatste woord moet hebben' nu wanneer we vereist zijn een mening ergens over te geven waar we geen mening over willen hebben. Of waar van ons verwacht wordt ook maar iets te zeggen als bewijs dat we geluisterd hebben. Elke keer dus wanneer we geen zin hebben iets van betekenis uit te kramen.

Dat u het weet. En wellicht mazzelen we en wordt deze zin in nog breder verband gebruikt dan ' quample' ofzo. Dat zou de kers op de taart zijn.

9 januari 2010

Hoezo dan taoïsme?

Dus ik zou taoïst zijn...Al jaren, maar sinds een paar jaar 'formeel'. Hoewel ik daar dan wel meteen bij zeg dat etiketten weinig waard zijn in oosters filosofisch perspectief. Want dat vele boeddhisten zich ook taoïst noemen (en ben je een chan-boeddhist = zen boeddhist, dan ben je ook in westerse ogen een taoïst. Chan is door de taoïsten uitgevonden). Ja, dus eigenlijk zou ik een zo-zo taoïst zijn. Maar wat bedoel ik daar dan mee? Wat bedoelen taoïsten? En wat weten we in z'n algemeenheid en objectief over taoïsme?

Kan een katholiek net als een confucianist, een boeddhist of een hindoe tegelijkertijd taoïst zijn? Volgens Thomas Merton wel. En hoewel ik hem er niet op betrapt heb, weet ik zeker dat Anselm Grün het zou bevestigen. Ik zie dat niet. Nu blijf ik Thomas Merton wel lezen, want wat hij kan, wil ik begrijpen. Een katholiek, mijns inziens, getuigt echter van verlossing door Christus en hoewel hij die Christus niet letterlijk als een persoon hoeft te beschouwen (vertrouw bovengenoemde heren er maar op), is die verlossing, een bevrijding van een aards, te doorploeteren lot, wel degelijk reëel.
Een taoïst herkent het lot niet als iets rots, zwaars of een beproeving. Het was niet de christologie die me moeite deed krijgen bij de vereniging van katholicisme en taoïsme. Het was precies die verlossingsleer. En wie niet gelooft ergens van verlost te moeten worden, gelooft niet in noodlot, in beproeving, in gebed, in zonde, in uitverkoring of in navolging.

Dat is niet een omslag geweest. Bidden deed ik al sinds mijn kinderjaren niet om iets af te smeken. Ik legde gebed altijd aan anderen uit als meditatie. Als contactleggen om het hebben van contact en niet als ruilhandel met God of het afdwingen van wensen. Niet dat ik daarmee aan wil geven dat ik 'dus' al die jaren al veel beter met God omging dan al die anderen. Dit is een volledig subjectief verhaal. De theorie van de wederopstanding deed me nooit iets. Zonde was iets wat we allemaal dagelijks bedrijven en waar vooral niet zwaar aan getild moet worden. Spijt, dat was de essentie van vergeving en niet zondiging. Navolgen van Jezus deed ik überhaupt niet. Zoals eerder geschreven: wat deed die man lullige dingen. Nog niet het minst indrukwekkend. Ik was dolblij met de heiligverklaringen van de laatste twee eeuwen. Die mensen hadden echt iets gepresteerd. Dat was na te volgen. En al doende raakte ik overwerkt...

Zoals ik in een eerdere post aangaf: bij het lezen van een populair boek over godsdienstwetenschap, ontdekte ik dat in het hoofdstuk Taoïsme stond wat ik al jaren beleed. Dat ik het niet eerder ontdekt had, komt omdat taoïsme door politiek-correcten wordt bestempeld als een atheïstische filosofie en daarom vaak niet tussen de godsdiensten uitgelegd staat. Ik herinner me ook dat ik in die dagen aan een internetkennis (zelfbenoemd gnosticus, verwant aan vrijmetselaars. Voor sommige van de lezers hier: ja die) vertelde dat volgens mij God bestaat, aanwezig is, immer actief is, maar niet op ons betrokken. Het Bijbelse principe dat wij Zijn evenbeeld zijn en daarom zijn sores zijn, deel ik niet. Ik speel met de gedachte dat God zich waarschijnlijk van de schepping én zijn rol daarin helemaal niet bewust is.

In een oudere post legde ik uit hoe iemand die gelooft dat God Zich waarschijnlijk niet bewust is, dan wel gelooft dat Hij een persoonlijke God is. Zodat deze persoon toch een theïst is. Binnen het taoïsme is daar geen leer over. Er zijn vele theorieën over de Tao. De eerste splitsing van meningen is al of Tao wel of niet goddelijk is. Een deel van de taoïsten wijst een goddelijke Tao af en is dus atheïst pur sang. Maar het taoïsme als geheel is dat niet. En er is verschil van mening of mensen die geen deel zijn van de Chinese cultuur wel taoïst kunnen zijn. In dat geval ben ik etiketloos. Het zij zo. Eén van de beginselen van taoïsme is dat redeneren over de Tao doelloos is. Aangezien doelloosheid het doel is van taoïsme, is redeneren terwijl je er niet uit zult komen een deugd. En daar vulde ik altij al met groot plezier elk vrij uur dat ik heb mee.

Nu beschuldigde ik in een recente post Lucia Rijker van pluk-en-mixboeddhisme. Verwijt de pot nu de ketel dat ze zwart ziet? Als de Chinese cultuur als ijkpunt geldt, dan heb ik inderdaad foutief een herkenbaar etiket geplakt op een eigen brouwsel. Aangezien er geen overeenstemming is over dat ijkpunt, durf ik verder te stappen. Kristofer Schipper, sinoloog en verantwoordelijk voor de Nederlandse vertaling van de Zhuangzi, heeft op een gegeven moment in zijn leven de ritus doorlopen die binnen de taoïstische religie (tak binnen het taoïsme) doorlopen moet worden om taoïstisch meester te worden. Het staat nu ook op zijn cv. Die Hollander is taoïstisch meester.
Hoewel een taoïst niet streeft, ben ik verontschuldigd door mijn beginnerstatus en kan ik nu nog gerust zeggen dat ik daar ook naar wil streven: taoïstisch meester worden. Door te lezen, te overdenken, te reageren en te luisteren. Typisch dat ik dat dan weer als laatste noem. Uiteraard wordt je geen meester door te doen. 'Doen' doet een taoïst niet.
Voor wie het leuk vindt (ikzelf met name) schrijf ik binnenkort een eigen uitleg over wat taoïsme is voor zover ik het weet. Om de vragen te beantwoorden die ik in de eerste alinea stelde.

Onontkoombaar lot

"Bioloog en schrijver Thijs Goldschmidt zei ooit: [...] Mensen zijn groepsdieren. Ze willen er dolgraag bij horen en gewaardeerd worden. Een kluizenaar die het stadium van een volslagen solitair leven heeft bereikt, zal zich niet meer schamen. Hij laat zijn baard groeien, verslonst zijn uiterlijk en is er niet langer in geïnteresseerd dat hij aanstootgevend zou kunnen zijn. Schaamteverwekkend is het juist als je er niet uit ziet zoals je vindt dat je er uit zou moeten zien. Al is dat ook vaak een opgedrongen verlangen, zoals in het geval van westerse vrouwen die voortdurend denken dat ze moeten afvallen. Heel treurig en eeuwig zonde vind ik dat."
- Citaat zelf weer afkomstig uit Doorzakken bij Jamin van Hanneke Groenteman

Literatuur

"The place had an overpowering presence of literature and you couldn't help but lose your passion for dumbness."
- Bob Dylan in Chronicles Volume One

Zelfwaardering

http://www.telegraaf.nl/binnenland/5477856/__Meisjes_laten_zich_aftuigen__.html

I know, Telegraaf. Maar het is gelukkig geen Volkskrant. Ik verdenk de Telegraaf er graag van dat zij, dankzij hun lezerspubliek, een veel bredere kijk op de Nederlandse samenleving biedt dan enige andere krant in Nederland. En dan zal het foute imago je als krant toch aan je reet roesten. Het leidt er dan weliswaar niet toe dat ik een abonnement neem. Ik irriteer me mateloos aan het formaat van de traditionele Nederlandse kranten. Je moet bij het omvouwen altijd de volledige spanwijdte van je armen gebruiken en daarbij faalt de Telegraaf wat mij betreft door artikelen op te splitsen over meerdere pagina's. Nee, ik wil niet hoeven verder bladeren. Ik wil één voor één de artikelen lezen en dan verderslaan.

Via uitleg van, en sightseeing dankzij een vriendin die geboren en getogen is in Den Helder, heb ik kunnen kennismaken met de stad en er is geen plaats in Nederland waar meer gefaald is met zó veel potentie. Om Den Helder heen ligt niets dan natuur en kleine dorpjes. Den Helder is bestempeld met een regiofunctie en een toeristische bestemming die de stad niet kan bieden omdat het aanzicht verminkt en het aanbod onderdrukt is. Het centrum is lelijk. De middenstand is gedecimeerd tot die winkels die je in een dorp tegenkomt. De standaard ketens, aangevuld met shoarmaboeren en pizzeria's. Er is niets dat Den Helder boven dorpen uit doet springen.
Ze hebben bos en strand en de route naar toeristentrekpleister Texel, maar Den Helder staat niet om vakantievieren bekend. Er zijn bedrijfjes, maar geen bijzonder grote bedrijven. Er zijn voor de streekfunctie faciliteiten als een ziekenhuis, maar de enige echt grote werkgever is de marine. Een stad die functioneert op de ambtenarij is geestelijk dood. Kijk maar naar Den Haag, waar je ook nog steeds niet fatsoenlijk uit kunt gaan.

Niet sympathiek, maar ik denk dat met uitzondering van een stel die hards, de elite al uit Den Helder is weggetrokken. Volgens die vriendin woont de ambtenarij van Den Helder, de plannenmakers dan in ieder geval, zelf ook niet in Den Helder. Het steekt hen dan ook niet persoonlijk dat het centrum geen zier sfeer heeft. Door en om verschillende woonwijken rijdend, moet ik eerlijk toegeven dat ik verpaupering zag. In zo'n omgeving leef je niet met de meeste voordelen aan je zijde. Het verbaasde me dan ook niet dat de genoemde meiden in Den Helder een verknipt beeld van zichzelf hebben. Eerder daar dan in Goes of Tiel. In Delfzijl is het net zo erg, maar daar hebben ze waarschijnlijk niet voldoende Antilliaanse hufters om de meiden te terroriseren. Hoe het komt dat zoveel Antilliaanse jongens juist in Den Helder terecht zijn gekomen is me volkomen onduidelijk. De rest van Nederland heeft de stad al de rug toegekeerd, waarom zij niet?

Dat de ouders niet tot de meiden door kan dringen is dankzij de puberteit iets van alle tijden, maar er kan je tegenwoordig als jongere wel meer overkomen dan pakweg dertig jaar geleden. Wie destijds als jongere aan cocaïne of een wapen wist te komen, moest stinkend rijk zijn of via papa al de contacten hebben . Tegenwoordig is dat zo moeilijk niet meer. Omgangsvormen en etiquette zijn ook veranderd. Ik zag vanavond nog dit plaatje dat het mooi illustreert. Je moet moeite doen wil je tegenwoordig nog weggezet worden als een ranzige tante. Alle vrouwen zijn hoeren, dus rondlopen met een ijsmuts wegens een kort rokje is niet meer over the edge.

Tienermeiden zijn onzeker en behaagziek. Antilliaanse jongens zijn tot op het bot verwend en gewend bediend te worden (ja ja, allebei de keren gegeneraliseerd). Je kunt als ouders roepen dat ze beter verdiend, maar je bent al te laat. Je had eigenlijk al vóór moeten leven en tijdens lagere schooljaren moeten aanleren dat jongens nog net goed genoeg zijn om voor haar te kruipen en dat ze niemand anders dan zichzelf nodig heeft om alles uit het leven te halen wat er in zit.

Afgelopen december was mijn favoriete programma op BBC3 World's Strictest Parents: "Unruly British teenagers are sent to live with strict families in five different countries". In de eerste aflevering die ik zag werden een tienermoeder en een op zijn imago gefixeerde homofiele jongen naar mormonen in Utah gestuurd. Ik dacht: freaky. Mormonen zijn absoluut niet cool. Wie gelooft in de onzin van Smith is nog makkelijker te belazeren dan een christen.

De mormonen hielden hun reclamepraatje en de eerste minuten van de unruly teenagers in het programma gingen op aan de indoctrinatie die de zevenjarige dochter als getrainde verzen naar buiten gooide. Precies zo freaky als ik dacht.
De dertienjarige dochter zag er echter niet naar uit dat ze binnenkort tienermoeder zou kunnen worden. De strikte lessen over het dienen van God en het je niet laten overhalen tot rottigheid door je leeftijdgenoten stond er ook bij haar in gegrift. Ik ga niet beweren dat zij niet los kan slaan. Daarvoor hoor je te vaak dat Amerikaanse tieners in de problemen raken. Maar als je van je ouders het voorbeeld hebt gekregen volkomen je eigen gang te gaan en de buitenwacht niet te vertrouwen (waarom anders homeschooling), dan laat je je niet tikken door een Antilliaan.
Ik moet toegeven dat, hoewel ik ook door de reclamepraat heen wist te prikken, ik dat mormonengezin wel sympathiek ben gaan vinden en er geen probleem mee zou hebben om zelf een weekje bij ze te logeren om ze te kunnen interviewen.

Nee, dit is geen pleidooi voor een strenge opvoeding. Ik pleit eerder voor helemaal geen kinderen krijgen. Maar uit eigen ervaring wil ik wel pleiten voor het zo veel mogelijk voorkomen van de onzekerheid, de behaagziekte en het meeloopgedrag van tienermeiden. Het heeft een nasleep van jaren en pas als ze tegen d'r menopauze aan zit, gaat een vrouw eindelijk echt schijt hebben aan wat de buitenwereld van haar vindt. En dat is veel en veel te laat.

Wil ik alleen nog afsluiten met de conclusie dat Den Helder met die potentie veel en veel beter verdient dan het wanbeheer dat er nu wordt gepleegd.

Bootvluchtelingen

In een ouwe Elsevier las ik dat Australië tegenwoordig, met Labour-regering, weer meer bootvluchtelingen in de kustwateren kreeg dan met de vorige, conservatieve regering.
Ik herinner me nog heel goed de berichten van een aantal jaar geleden over opvangkampen met namen als Woolla Woolla. De begeleidende foto was van een met een hoge muur onder prikkeldraad omheind gebouw op een dorre vlakte. Er waren flinke protesten tegen die opvangomstandigheden.
In dit artikel las ik dat die regering van destijds de opvang regelde op Christmas Island, zodat Australische burgers niet oog in oog kwamen te staan met bootvluchtelingen (aldus het artikel). Dat verbaasde me. Niet alleen die redenering, maar ook de tegenstrijdigheid met mijn herinnering. Christmas Island is niet dor. De Labourregering heeft in die procedure verandering aangebracht: tegenwoordig gaan de bootvluchtelingen naar Nauru. Ook zodat de Australiërs hen niet zien.

De meeste bootvluchtelingen komen van Sri Lanka, zo is de telling. En de begeleidende foto bij het artikel toonde een foto van een tiental Sri Lankanen op iets wat een drijvende garagedeur leek. Even tussendoor: ik vind de huidskleur van mensen op Sri Lanka altijd een beetje een grijze, stoffige ondertoon hebben en betrap me er dan ook op dat ik steeds weer bedenk hoe vies de kleur van Sri Lankanen wel niet is. Fout hè. Ik heb dat trouwens ook bij Aaron Winter en dat is helemaal geen Sri Lankaan.

Nu zijn er twee mogelijke oorzaken voor Sri Lankanen op drijvende garagedeuren voor de kust van Australië:

1) ze zijn op die garagedeur vanaf Sri Lanka naar Australië gekomen. Die mensen verdienen een lintje! De nood moet heel hoog zijn of je moet heel erg van lotje getikt wezen, wil je met een garagedeur naar Australië willen varen. Sri Lanka is een relatief klein eiland. Alle eilandbewoners moeten de zee wel kennen. Er is daar geen wezen te vinden dat naïef denkt dat de oceaan een brede sloot is. De nood moet dan dus hoog geweest zijn.

2) ze zijn met een boot van transporteurs -misschien mensensmokkelaars-naar vlak voor of in de territoriale wateren van Australië gevaren en zijn toen op die garagedeur gezet. Dat vind geen gezond mens een prettig plan om uit te voeren dus het kan niet anders of ze zijn met list of dwang op die garagedeur gedumpt. Je gaat er niet vrijwillig op zitten. Die mensen zijn genaaid.

Verhaal 2 lijkt mij aannemelijker. Met een garagedeur overleeft helemaal niemand een tocht van Sri Lanka naar Australië op de oceaan. Wie dat wel doet, verdient een prijs waar hij een aantal jaar van kan leven in Australië.

Nu zal een deel van de bootvluchtelingen op een gewone, degelijke boot naar Australië zijn gekomen en daar door de kustwacht zijn opgepikt, maar voor die types die van een garagedeur af zijn getild, gelden wat mij betreft verzachtende omstandigheden.

Australië heeft een economie en, belangrijker, een ecologie die niet een gigantisch bevolkingsaantal aan kan. Ik begrijp wel dat ze slim willen inkopen daar op hun bevolkingsgroei. Gelukszoekers worden gescreend. Maar als dat soort foto's daar gemaakt kunnen worden op zee, dan hoop ik dat dit soort omstandigheden mee worden genomen in de procedure. Wie een drijvende garagedeur overleeft verdient nog wat extra mazzel.