19 januari 2010

Judith

Komt een Vrouw bij de Dokter is wat mij betreft geen slecht boek omdat de plot slecht is. Dat een man vreemdgaat bij het leven terwijl zijn vrouw vecht tegen de dood vind ik geen lelijk thema. Het komt dichter bij het echte leven dan vele, zeer mooie verhalen. Eigenlijk heel knap van Kluun is dat hij impliciet in het boek het onderliggende gevoel beschrijft van de echtgenoot dat hij toch echt trouw en steun zou willen zijn, maar gewoon niet durft. Hij gaat vreemd tegen wil en dank, omdat hij de doodsstrijd gewoon niet aan kan. Zonder dat Kluun dat ergens echt uitspelt. Wat dat betreft is het ijzersterke leeswaar.

Nee, wat me wel echt stoort aan Komt een Vrouw bij de Dokter is de onbeholpen woordkeus. Wat mij betreft moet een boek niet alleen een verhaal hebben, maar ook een spel van woorden zijn. Dit in tegenstelling tot een film, wat alleen een spel van woorden kan zijn als de dialogen sterk zijn. Een film moet wat mij betreft een verhaal hebben. Dat maakt een film 'voldoende'. Sterke dialogen zijn dan een extra. Een genot van een extra.
Kluun heeft waarschijnlijk bewust doodnormale taal gebruikt. Om te onderstrepen dat de hoofdpersoon een doodnormale jongen is. Kluun is daarin extra over de top gegaan door elk hoofdstuk een motto te geven uit hedendaagse popliedjes en tv-programma's. Meestal zijn dat geen sterke motto's. Ik kan me er geen één herinneren en dat betekent wat.

Kluun noemde die motto's ook bij een eigen bedachte naam. Iets van 'quamples'. Hij geeft in het begin van het boek een definitie. Alsof het iets is dat buiten zijn boek een allang in omloop zijnde term is. Het is een combinatie van 'quote' en 'sample', of iets in die richting. Het letterlijke begrip weet ik al niet eens meer. Ik herinner me wel heel goed dat hij het heel gekunsteld een samentrekking had gemaakt van 'een citaat' en 'een geluidsfragment'. Helaas voor Kluun is dit begrip nooit in omloop geraakt. Dat heeft misschien te maken met het al veel langere bestaan van het woord 'soundbite' wat precies hetzelfde aanduidt. Dat woord had hij dus net zo goed kunnen gebruiken.

Komt een Vrouw bij de Dokter was een bestseller en is nu weer een hit dankzij de film. Ik heb de film niet gezien. Nederlandse films hebben, schaarse uitzonderingen daargelaten, een overvloed aan nodeloze seks. En ook zodanig in de film gemonteerd dat de scene lijkt op 'oh ja, er moest nog seks in'. Nederlandse regisseurs verdedigen dat met 'het is een afspiegeling van het leven en seks hoort daarbij'. Waarom je dan nog steeds niet in elke Nederlandse film iemand ziet schijten is mij een raadsel.
Komt een Vrouw bij de Dokter is een film over seks buiten de deur en het boek was me al glashelder. Ik heb geen behoefte aan de film waarvan ik vermoed dat het seksmotief ten zeerste is uitgebuit. "Gelukkig", dachten de makers zeker,"nu is de seks een keer niet nodeloos. Laten we er wat extra in gooien".

Het verhaal van Komt een Vrouw bij de Dokter is in meer of mindere mate waargebeurd. Dat maakt het boek interessanter dan andere romans over ziekte, ontrouw en dood. Het betreft een relatie zoals zoveel Nederlanders die kunnen hebben. Inclusief volksvloek nr. 1: de ziekte kanker. Kluun heeft zijn vrouw verloren aan kanker en heeft in meer of mindere mate op dezelfde wijze op de ziekte gereageerd als de hoofdpersoon. Hij laat in het midden hoeveel.
RTL Boulevard bracht vorige week een bericht dat de ex-schoonvader van Kluun, de vader van de overleden vrouw, in een roddelblad zijn beklag heeft gedaan over hoe Kluun nu al een aantal jaar omgaat met de dood van zijn dochter en Kluuns vrouw. Verguld gaf presentator Albert Verlinde aan dat Kluun de eer aan zichzelf had gehouden in de eerste dagen na publicatie van de beschuldigingen van zijn schoonvader. "Kluun hield zich groot". Maar zodra de aandacht van de pers afzwakte, sloeg hij terug. Via RTL Boulevard. Hij legde uit dat zijn overleden vrouw, Judith, bij leven weinig contact had met haar vader, die van haar moeder gescheiden was. Het scheen een moeilijke man te zijn. Kluun vond het jammer, et cetera, et cetera.

Het camerashot ging weer terug naar de studio en dat is standaard de gelegenheid dat Albert nog even een concluderende opmerking plaatst. Vaak met de hem zo typerende, gare kwinkslag. Een toegift over hoe wij hierover moeten denken, als het ware, zoals het dit ware domineesland betaamt. Albert nam het woord:
"Ik vind", zei hij,"dat Judith het laatste woord moet hebben".

Albert betrappen op de meest lullige dooddoeners is niet moeilijk. Hij debiteert er zo een dozijn per uitzending. Maar deze vond ik het toppunt van nietszeggendheid. Judith, dode Judith, moest het laatste woord hebben, volgens onze filosoof. Dan zou deze zaak recht gedaan zijn. Hij keek er natuurlijk ook bij alsof het beste er bij deze pas over gezegd was.

Wij thuis hebben beslist dat deze zin in onze vocabulaire opgenomen moest worden. We gebruiken 'ik vind dat Judith het laatste woord moet hebben' nu wanneer we vereist zijn een mening ergens over te geven waar we geen mening over willen hebben. Of waar van ons verwacht wordt ook maar iets te zeggen als bewijs dat we geluisterd hebben. Elke keer dus wanneer we geen zin hebben iets van betekenis uit te kramen.

Dat u het weet. En wellicht mazzelen we en wordt deze zin in nog breder verband gebruikt dan ' quample' ofzo. Dat zou de kers op de taart zijn.

Geen opmerkingen: