Posts tonen met het label angst. Alle posts tonen
Posts tonen met het label angst. Alle posts tonen
3 maart 2013
Schreeuwen
Ik lijk wel een toeschouwer van mijn eigen leven. Ik zie wat anderen voor me doen - of juist niet voor me doen - en ik lijk er niet bij te zijn. Ik ben niet actief en er wordt van mij weinig activiteit gevraagd. Ik dacht dat het uitmaakte welke grondfilosofie ik koos, maar het maakt geen verschil. Wat doorsijpelt, door elke houding heen, is mijn desinteresse, mijn verbazing, mijn vermoeidheid, mijn falend vermogen echt uit te drukken wat mij bezighoudt. Ik ben niet blij met zo veel geluid om mij heen. Mijn rol als aanstuurder. Ik mis het achterover leunen, bekijken, onderzoeken - in alle stilte zijn. Ik voel me opgejaagd. Steeds het geluid weer in. Steeds anderen aandacht schenken. Steeds afleiding. Steeds het gevoel hebben niet kunnen werken aan wat mijn werk is en wat recht voor mij ligt. Ik kan wel schreeuwen.
1 maart 2013
23 februari 2013
De jeugd
Steeds vaker bedenk ik me waar mijn jeugd is heengegaan en dat ik er nog lang niet aan toe was 'm te verliezen.
14 februari 2013
1 februari 2013
Tim
Tim Ribberink ervoér gepest te worden. Woorden werden verdraaid, betekenissen verhangen. Hij had in het dorp van zijn ouders een leven gekregen dat eigenlijk niet van hem was. Er was een lichtpunt. In Zwolle had hij het beter naar zijn zin. En als hij naderhand meer van de wereld had gezien, had hij langzaam zijn eigen, echte leven gekregen.
Nee, de onzekerheid verdwijnt ook dan nooit. En Tilligte blijft dan vervelend om naartoe te gaan. Maar het is de kluistering via gewenning, de stilzwijgende afspraken van een kleine gemeenschap, die ervoor zorgen dat je een eens ontstane reputatie nauwelijks meer keert. Tim had opgebloeid na een verhuizing, op eigen benen staand en ontdekkend dat er heel veel meer mensen zijn zoals hij. Gelijkgestemde, stille, nadenkende, gevoelige mensen die hem hadden herkend in zijn doen en laten en daarom van hem hadden gehouden.
Het is één van de oplossingen, en een opluchting voor Tim, om voor de dood te kiezen. Ik begrijp Tim's beslissing, maar wat is het hem gegund dat hij zijn eigen leven in een eigen gekozen omgeving had kunnen ontdekken.
- De dood van Tim Ribberink, in alles een gewone leuke jongen, bleef in mijn gedachten na november 2012. En dat geldt voor heel veel mensen. Ik wilde er perse iets over schrijven.
Nee, de onzekerheid verdwijnt ook dan nooit. En Tilligte blijft dan vervelend om naartoe te gaan. Maar het is de kluistering via gewenning, de stilzwijgende afspraken van een kleine gemeenschap, die ervoor zorgen dat je een eens ontstane reputatie nauwelijks meer keert. Tim had opgebloeid na een verhuizing, op eigen benen staand en ontdekkend dat er heel veel meer mensen zijn zoals hij. Gelijkgestemde, stille, nadenkende, gevoelige mensen die hem hadden herkend in zijn doen en laten en daarom van hem hadden gehouden.
Het is één van de oplossingen, en een opluchting voor Tim, om voor de dood te kiezen. Ik begrijp Tim's beslissing, maar wat is het hem gegund dat hij zijn eigen leven in een eigen gekozen omgeving had kunnen ontdekken.
- De dood van Tim Ribberink, in alles een gewone leuke jongen, bleef in mijn gedachten na november 2012. En dat geldt voor heel veel mensen. Ik wilde er perse iets over schrijven.
23 januari 2013
De externe verleiders
Om niet te hoeven erkennen dat het in ons allen zit om een ander te benadelen is het exclusieve kwaad bedacht. Een externe verleider waar we angst voor mogen hebben. Het bestaat niet. Het is dichterlijke vrijheid.
Het exclusieve goed bestaat evenmin. Zuiver goed is er niet. En dat is troostrijk voor een perfectionist. Ik ben even ontoereikend als een ander. Perfect is er niet. Andermans zwakke plekken zijn het meest fascinerend. Hoe ik er naar speur. Omdat het me goed doet.
Het exclusieve goed bestaat evenmin. Zuiver goed is er niet. En dat is troostrijk voor een perfectionist. Ik ben even ontoereikend als een ander. Perfect is er niet. Andermans zwakke plekken zijn het meest fascinerend. Hoe ik er naar speur. Omdat het me goed doet.
22 januari 2013
Goed schrijven is contrair aan spreken
"Het talent om te schrijven komt voort uit het onvermogen om te spreken, om openhartig te zijn."
- Connie Palmen in Logboek van een Onbarmhartig Jaar
- Connie Palmen in Logboek van een Onbarmhartig Jaar
4 december 2012
Schaamte
"Schaamte is gebrek aan empathie voor jezelf."
- Louis Tas
- Louis Tas
8 november 2012
Die al te bedreigende ander
"Onderhuids leeft er angst, van faalangst tot ruimere sociale angst voor die al te bedreigende ander."
- Paul Verhaeghe over de hedendaagse mens in zijn boek Identiteit
- Paul Verhaeghe over de hedendaagse mens in zijn boek Identiteit
18 augustus 2012
Kleine Anne
Mijn moeder gaf me laatst het vermoedelijk eerste schoolrapport terug, dat ik kreeg toen ik van de kleuterschool naar groep drie ging. Ik kon me niet herinneren het rapport gekregen te hebben of het later gezien te hebben. Ik spit graag in mijn verleden en dat van anderen. Dit moest de eerste keer zijn sinds ik het rapport kreeg als vijfjarige dat ik het terugzag. Het valt me in mijn handen in een periode dat ik een beetje moeite heb met de tijd. In mijn herinnering is mijn studententijd hooguit vier jaar geleden terwijl er bijna tien zijn verstreken. Ik herinner me op de vooravond van het huwelijk van Willem-Alexander met de Argentijnse griet over de Dam te hebben gelopen waar alles rood-wit-blauw was. Met mijn studievriendinnen, in mijn lange zwarte jas met niet-bijpassende gympen. Dat is in mijn herinnering maar net vier jaar geleden. Evenals de dood van Pim Fortuyn of die van Theo van Gogh. Ik vind het nog steeds in eerste instantie een beetje raar wanneer me niet wordt gevraagd wat ik studeer. Of wanneer ik door mensen die ik mijn leeftijdgenoten schat met 'mevrouw' wordt aangesproken. Of dat ik zo bij elkaar opgeteld toch al talloze verkiezingen heb gestemd, terwijl ik voor mijn gevoel mijn achttiende verjaardag niet zo lang geleden heb gehad. De tijd gaat sneller dan mijn geheugen. Ik heb de indruk dat het tijdperk is aangebroken dat ik beslissingen moet nemen zonder dat ik zelf door heb gehad dat mijn cue dus al is geweest. Dertigjarigen denken aan hun pensioenopbouw, aan eengezinswoningen, denken met heimwee aan het tijdperk dat ze nog de hele wereld overvlogen als rugzaktoerist, praten over kinderwagens en skivakanties, voelen zich rebels als ze nog één keer naar een slempfestival gaan. Uitzonderingen daargelaten, natuurlijk. Maar die uitzonderingen zoek ik zo veel mogelijk op. Ik heb het gevoel dat het rondreizen, de festivals, het nachtelijk geslenter pas net begonnen is. Ik ga binnenkort pas op voor mijn rijbewijs. Ik ben aan het rondkijken welk beroep ik nu echt ga kiezen. Ik voel me dan ook een beetje ontheemd. En ik ben me bewust, met al die 'iks' in de afgelopen zinnen dat dit een luxeprobleem is.
Het schoolrapport ziet er broos en oud uit. Fysiek bewijs dat het al vijfentwintig jaar geleden is dat ik een kleuter was. Het is geïllustreerd met mijn tekeningen van toen. Stakerige mannetjes waarvan ik me nog goed herinner hoe ik de handen tekende als bolletjes met vijf strepen eraan en daarna bij het bekijken van mijn werk me afvroeg waarom die handen niet goed genoeg leken op echte handen. De bijschriften bij mijn tekeningen waren van de juf. Ze vertelde me dat ik hield van in de zandbak spelen, wat ik me kan voorstellen maar niet herinneren. Ze vertelde me dat ik hield van rekenen en de tranen schoten me in de ogen want ik heb een afschuwelijke hekel aan rekenen. Ik oefen op blokjes sommen van boven de tien omdat ik het niet begrijp en toch wil functioneren. Ooit schijn ik van rekenen te hebben gehouden. Wat is er gebeurd? De juf sluit af met een groet en het beeld dat zij van me had. Ze kreeg geen hoogte van me. Ik was er wel en ik was tegelijkertijd ergens anders. Ik vertelde zelden iets en als ik iets vertelde was het honderduit in fantasieën en begreep de juf niet wat ze had gezegd waardoor ik nu opeens wel praatte. Ze kreeg geen hoogte van me en ik hoor mijn huidige leidinggevende erin terug. Ik krijg kippenvel en begin nog harder te huilen. Ik dacht vanaf een jaar of acht opgesloten te zijn geraakt in mijn angst en in mijn frame om beleefd te zijn tegenover de wereld. Ik dacht mijn onschuld lang geleden te zijn kwijtgeraakt. Ik dacht lang geleden inauthentiek te zijn geraakt maar ik ben geen klap veranderd. Ik ben nooit echt iemand genaderd. Ook niet toen ik het onbewust kon. Terwijl ik lees zie ik blonde, verlegen kleine Anne voor me als een ander kind dat ik bij de hand kan nemen als grote oude 'mevrouw'. Kleine Anne die ik kan uitleggen wat ik nu begrijp en tegelijkertijd bedenk ik me dat kleine Anne alles al begreep en dat ik het ben vergeten. Het is nooit anders geweest. Ik dacht een façade te hebben opgebouwd maar hij is er niet. En wat nooit is veranderd kan niet veranderen.
Het rapport kreeg ik van mijn moeder mee naar huis. Broos en verkleurd. Ik weet dat ik het niet zo goed kan beschermen tegen verweer als de importantie ervan me noopt. Ik huil opnieuw terwijl ik dit schrijf. De tijd vervloog en Anne was dezelfde. Onder alle namen, alle toneelspel, alle scholen, alle verstandhoudingen en die illusoire façade.
Ik wou dat deze kennis tot een besluit leidde. Eén bepaalde weg ingaan. Maar wat niet veranderd is kan niet teruggedraaid worden. Ik kan alleen op dezelfde voet verder, omdat ik altijd op dezelfde voet verder ben gegaan.
Het schoolrapport ziet er broos en oud uit. Fysiek bewijs dat het al vijfentwintig jaar geleden is dat ik een kleuter was. Het is geïllustreerd met mijn tekeningen van toen. Stakerige mannetjes waarvan ik me nog goed herinner hoe ik de handen tekende als bolletjes met vijf strepen eraan en daarna bij het bekijken van mijn werk me afvroeg waarom die handen niet goed genoeg leken op echte handen. De bijschriften bij mijn tekeningen waren van de juf. Ze vertelde me dat ik hield van in de zandbak spelen, wat ik me kan voorstellen maar niet herinneren. Ze vertelde me dat ik hield van rekenen en de tranen schoten me in de ogen want ik heb een afschuwelijke hekel aan rekenen. Ik oefen op blokjes sommen van boven de tien omdat ik het niet begrijp en toch wil functioneren. Ooit schijn ik van rekenen te hebben gehouden. Wat is er gebeurd? De juf sluit af met een groet en het beeld dat zij van me had. Ze kreeg geen hoogte van me. Ik was er wel en ik was tegelijkertijd ergens anders. Ik vertelde zelden iets en als ik iets vertelde was het honderduit in fantasieën en begreep de juf niet wat ze had gezegd waardoor ik nu opeens wel praatte. Ze kreeg geen hoogte van me en ik hoor mijn huidige leidinggevende erin terug. Ik krijg kippenvel en begin nog harder te huilen. Ik dacht vanaf een jaar of acht opgesloten te zijn geraakt in mijn angst en in mijn frame om beleefd te zijn tegenover de wereld. Ik dacht mijn onschuld lang geleden te zijn kwijtgeraakt. Ik dacht lang geleden inauthentiek te zijn geraakt maar ik ben geen klap veranderd. Ik ben nooit echt iemand genaderd. Ook niet toen ik het onbewust kon. Terwijl ik lees zie ik blonde, verlegen kleine Anne voor me als een ander kind dat ik bij de hand kan nemen als grote oude 'mevrouw'. Kleine Anne die ik kan uitleggen wat ik nu begrijp en tegelijkertijd bedenk ik me dat kleine Anne alles al begreep en dat ik het ben vergeten. Het is nooit anders geweest. Ik dacht een façade te hebben opgebouwd maar hij is er niet. En wat nooit is veranderd kan niet veranderen.
Het rapport kreeg ik van mijn moeder mee naar huis. Broos en verkleurd. Ik weet dat ik het niet zo goed kan beschermen tegen verweer als de importantie ervan me noopt. Ik huil opnieuw terwijl ik dit schrijf. De tijd vervloog en Anne was dezelfde. Onder alle namen, alle toneelspel, alle scholen, alle verstandhoudingen en die illusoire façade.
Ik wou dat deze kennis tot een besluit leidde. Eén bepaalde weg ingaan. Maar wat niet veranderd is kan niet teruggedraaid worden. Ik kan alleen op dezelfde voet verder, omdat ik altijd op dezelfde voet verder ben gegaan.
10 augustus 2012
Liever geen lenzen
Karin Spaink schreef een maand geleden over het vermist raken van een stukje lens in haar oog. Een beter pleidooi voor een bril heb ik nog niet gevonden.
http://www.spaink.net/2012/07/14/kiekeboe/
http://www.spaink.net/2012/07/14/kiekeboe/
1 juli 2012
Geliefd
Er is altijd een moment in een activiteit, zodra de introductie achterwege is, dat je herkent als het tijdstip dat de gang erin kwam. Dat tijdstip was op het symposium van vorige week het moment dat Katie ons zei dat we allemaal 'loving, loveable, loved' zijn. Als een mitrailleurvuur kwam daar achteraan haar uitleg, waarin deze drievuldigheid regelmatig werd herhaald. Je voelde dat de zaal de adem even inhield en de kopjes schuin omhoog staken om de oren te spitsen. Ik voelde een alarmerende rilling langs mijn ruggengraat gaan.
Dat kwam niet door de groep om me heen. Over hen ga ik zeker nog een blogpost schrijven. Het kwam door die drie woorden. Ik wilde naar achteren schuiven en buiten de door Katie bedoelde kring vallen. Ik ben niet loving, loveable, loved. Wil ik niet zijn. Wil ik niet horen.
"De liefde van God", zei de Anonieme laatst aan de telefoon en datzelfde moment voelde ik diezelfde rilling. Ik wil dat helemaal niet horen. Eerst alleen al logisch: hoe zou dat mogelijk zijn? Die liefde van God voor zes miljard mensen, waarvan hij een groot deel niet verteld heeft over die oh zo essentiële zoon van hem. Als hij daarvoor leunt op onze taak om het verhaal door te vertellen, zou hij ons dan niet inmiddels een flinke schop onder onze kont moeten geven? En ja ja, daar is de allergrootste vraag weer, hoe rijmt hij zijn liefde voor ons met parasieten, natuurrampen en hoe stompzinnig wij elkaar zoveel aan doen?
Ik wil helemaal niet geliefd zijn, want ik zou mezelf ook niet liefhebben als ik mij niet was. Sterker nog, ik ben mij en heb mij niet erg lief. Waar moet ik die liefde aan verdiend hebben? Hoor ik daar het woord genade? Ik ben door hemzelf hier neergezet, zonder dat daar enige verdienste mijnerzijds aan vooraf is gegaan en dan mag ik het als een genadegave beschouwen dat hij mij daar ook nog eens bij lief heeft. Daar zou ik ook nog eens dankbaar voor mogen zijn. Niets hiervan was mijn eigen keuze en niets van mij is er reden toe voor hem om mij lief te hebben. Hij heeft zijn eigen wérk lief. Als een man met een miniatuurspoorbaan die hij zelf bij elkaar heeft zitten lijmen. Hij heeft de rollen lief die wij voor hem spelen. Zoiets zou het logischerwijs moeten zijn. Meer kan niet.
Als ik loved was zouden mensen naar mij om zien. Niet om mijn aandacht te vragen maar om aandacht aan mij te schenken. Als wij mensen loved zijn door God, dan kloot hij toch niet zo sarcastisch met ons aan? Dan liet hij ons toch het speelveld zien? En als ik loveable was, dan zou ik dat toch moeten kunnen herkennen. Ik ben het meest in mijn gezelschap en ik vind mijn gezelschap bijster onaangenaam. Zeker niet loveable. Als ik loving was naar mijn medemensen, waarom heb ik dan zo'n grafhekel aan gezelschap? Als ik loving was naar God, dan zou ik hem toch niet steeds willen beproeven?
Dat kwam niet door de groep om me heen. Over hen ga ik zeker nog een blogpost schrijven. Het kwam door die drie woorden. Ik wilde naar achteren schuiven en buiten de door Katie bedoelde kring vallen. Ik ben niet loving, loveable, loved. Wil ik niet zijn. Wil ik niet horen.
"De liefde van God", zei de Anonieme laatst aan de telefoon en datzelfde moment voelde ik diezelfde rilling. Ik wil dat helemaal niet horen. Eerst alleen al logisch: hoe zou dat mogelijk zijn? Die liefde van God voor zes miljard mensen, waarvan hij een groot deel niet verteld heeft over die oh zo essentiële zoon van hem. Als hij daarvoor leunt op onze taak om het verhaal door te vertellen, zou hij ons dan niet inmiddels een flinke schop onder onze kont moeten geven? En ja ja, daar is de allergrootste vraag weer, hoe rijmt hij zijn liefde voor ons met parasieten, natuurrampen en hoe stompzinnig wij elkaar zoveel aan doen?
Ik wil helemaal niet geliefd zijn, want ik zou mezelf ook niet liefhebben als ik mij niet was. Sterker nog, ik ben mij en heb mij niet erg lief. Waar moet ik die liefde aan verdiend hebben? Hoor ik daar het woord genade? Ik ben door hemzelf hier neergezet, zonder dat daar enige verdienste mijnerzijds aan vooraf is gegaan en dan mag ik het als een genadegave beschouwen dat hij mij daar ook nog eens bij lief heeft. Daar zou ik ook nog eens dankbaar voor mogen zijn. Niets hiervan was mijn eigen keuze en niets van mij is er reden toe voor hem om mij lief te hebben. Hij heeft zijn eigen wérk lief. Als een man met een miniatuurspoorbaan die hij zelf bij elkaar heeft zitten lijmen. Hij heeft de rollen lief die wij voor hem spelen. Zoiets zou het logischerwijs moeten zijn. Meer kan niet.
Als ik loved was zouden mensen naar mij om zien. Niet om mijn aandacht te vragen maar om aandacht aan mij te schenken. Als wij mensen loved zijn door God, dan kloot hij toch niet zo sarcastisch met ons aan? Dan liet hij ons toch het speelveld zien? En als ik loveable was, dan zou ik dat toch moeten kunnen herkennen. Ik ben het meest in mijn gezelschap en ik vind mijn gezelschap bijster onaangenaam. Zeker niet loveable. Als ik loving was naar mijn medemensen, waarom heb ik dan zo'n grafhekel aan gezelschap? Als ik loving was naar God, dan zou ik hem toch niet steeds willen beproeven?
6 mei 2012
En God zit nog steeds bij mij thuis
Ik zou willen vragen:
- Waarom zo?
- Waarom toen?
- Waarom bij hen?
- Waarom daarna zo weinig verbetering?
- Waarom niet van voren af aan dit alles voorkomen?
- Waarom niet wat vaker een signaal?
- Waarom niet geheel handen af?
- Waarom zo veel verschillende theorieën naast elkaar laten bestaan?
- Waarom de verschrikkingen?
- Waarom de virussen, de parasieten, de natuurrampen?
- Waarom ik zo'n mazzel heb en een ander zulke ellende?
- Waarom dat slecht geschreven boek?
- Waarom zo onaangenaam en zo niet voor alle tijden?
- Waarom hen die voor jou spreken zoveel onrecht laten uitvoeren zonder dat een halt toe te roepen?
- Waarom de schijn wekken dat we zonder je kunnen?
- Waarom niet luid en duidelijk?
- Waarom niet ongedurig geraakt al die tijd?
- Waarom miljoenen jaren afgoden laten aanbidden zonder enige waarschuwing of schroom?
En ik ben ongetwijfeld nog lang niet klaar.
- Waarom zo?
- Waarom toen?
- Waarom bij hen?
- Waarom daarna zo weinig verbetering?
- Waarom niet van voren af aan dit alles voorkomen?
- Waarom niet wat vaker een signaal?
- Waarom niet geheel handen af?
- Waarom zo veel verschillende theorieën naast elkaar laten bestaan?
- Waarom de verschrikkingen?
- Waarom de virussen, de parasieten, de natuurrampen?
- Waarom ik zo'n mazzel heb en een ander zulke ellende?
- Waarom dat slecht geschreven boek?
- Waarom zo onaangenaam en zo niet voor alle tijden?
- Waarom hen die voor jou spreken zoveel onrecht laten uitvoeren zonder dat een halt toe te roepen?
- Waarom de schijn wekken dat we zonder je kunnen?
- Waarom niet luid en duidelijk?
- Waarom niet ongedurig geraakt al die tijd?
- Waarom miljoenen jaren afgoden laten aanbidden zonder enige waarschuwing of schroom?
En ik ben ongetwijfeld nog lang niet klaar.
Perfectionisme
Terwijl ik voorgaand stuk schreef, bedacht ik me dat genoeg lezers van dit blog mij kennen en zich zullen afvragen of ik nou wel een perfectionist ben, zoals ik dat hier poneer. Ik ben er ook niet geheel van overtuigd. Mijn moeder zei het me vroeger als kind, en ook toen wuifde ik het weg. Mijn moeder is gewoon heel erg trots op mij en had altijd de neiging veel meer talent in mij te zien dan ik heb.
Van de winter las ik een boek over Rationeel-Emotieve Therapie en in dat boek werden een aantal notoire lijders aan sociale angst op een rijtje gezet. Leuk boek. Ik las alle persoonlijkheden door en was op de folio-verso van de paragraaf over perfectionisten toen ik mezelf herkende. Ik bladerde terug om de paragraaftitel te lezen en ik moest lachen: ik ben geen perfectionist want ik doe nooit iets goed genoeg...
Van de winter las ik een boek over Rationeel-Emotieve Therapie en in dat boek werden een aantal notoire lijders aan sociale angst op een rijtje gezet. Leuk boek. Ik las alle persoonlijkheden door en was op de folio-verso van de paragraaf over perfectionisten toen ik mezelf herkende. Ik bladerde terug om de paragraaftitel te lezen en ik moest lachen: ik ben geen perfectionist want ik doe nooit iets goed genoeg...
Als God hier voor mijn deur zou staan
Als God hier voor mijn deur zou staan, wat zou ik dan veel willen bespreken. Ik zou hem binnenvragen en hem plaats bieden op de bank récht tegenover mij. Ik zou proberen beleefd te beginnen, maar ik zou al snel verwijtend raken en vragen willen stellen. 'Waarom zo?!', vooral die vraag. 'Waarom op die manier?'
Reclusius vermoedde dat slechts één vraag de hele grondslag is van mijn twijfel. Die vraag van mij zal vast zeer egocentrisch zijn. Niets verhevens aan. Ik dacht direct aan de richting 'Doe ik het goede?, in alle manieren van opvatting: doe ik het ethisch juiste? Maar ook: besteed ik mijn leven goed? Maak ik anderen gelukkig, of ik zou al tevreden zijn met 'blij'. Wellicht is de eerste reden dat ik naar het daoïsme keerde de opluchtende gedachte dat ik al alleen maar precies het juiste deed. Iets anders dan wat ik doe, kan ik niet doen, anders had ik dat andere wel gekozen. Maar is het echt zo simpel? Hoef ik nooit een tweede keer na te denken over mijn keuze? De grond van mijn buitenkerkelijkheid is mijn perfectionisme dat me radeloos maakt.
Ik denk dat dat het is.
Reclusius vermoedde dat slechts één vraag de hele grondslag is van mijn twijfel. Die vraag van mij zal vast zeer egocentrisch zijn. Niets verhevens aan. Ik dacht direct aan de richting 'Doe ik het goede?, in alle manieren van opvatting: doe ik het ethisch juiste? Maar ook: besteed ik mijn leven goed? Maak ik anderen gelukkig, of ik zou al tevreden zijn met 'blij'. Wellicht is de eerste reden dat ik naar het daoïsme keerde de opluchtende gedachte dat ik al alleen maar precies het juiste deed. Iets anders dan wat ik doe, kan ik niet doen, anders had ik dat andere wel gekozen. Maar is het echt zo simpel? Hoef ik nooit een tweede keer na te denken over mijn keuze? De grond van mijn buitenkerkelijkheid is mijn perfectionisme dat me radeloos maakt.
Ik denk dat dat het is.
Relativerend
Ook je vijanden lagen ooit met een volle lengte van vijftig centimeter op hun buik te meuren naar melk en talkpoeder.
- Vrij naar Alain de Botton in Religie voor atheïsten : een heidense gebruikersgids
- Vrij naar Alain de Botton in Religie voor atheïsten : een heidense gebruikersgids
11 februari 2012
The key to failure
"I don't know the key to success but the key to failure is trying to please everybody."
- Bill Cosby
- Bill Cosby
5 januari 2012
Luiertas
Ze kan nu ieder moment bevallen - en meestal wanneer ik dat schrijf, is de desbetreffende vrouw dan net bevallen. Bewijs ik haar door dit te schrijven nog een vorm van verlossing ook nog. Aangezien ik toch al bezig ben mijn schuldgevoel en pissigheid van me af te schrijven, kan deze er ook nog wel bij. Dacht ik. Nee, ik heb haar niet zwanger gemaakt. Ik heb met haar hele zwangerschap niets te maken. Zelfs niet eens een bewust meeleven of een felicitatie. Ik was tegen die tijd al te redeloos kwaad.
Eerder heb ik, in gesprek met anderen die haar kennen, eens opgesomd wat me allemaal zo'n verlakkerij toe scheen van haar. Ik zag het beleefde knikken en de belangstellende blikken. De ergernis zelf was leuk om te horen, zo bemerkte ik, maar met begrip en herkenning werd niet gereageerd. Niets verongelijkts aan. Nee, mijn grieven zijn simpelweg van een lullig kaliber. Maar dat heb ik nu eenmaal tegenwoordig. Als ik kwaad raak ben ik dat maanden tot jaren. Het gaat maar niet weg.
Ik ken haar van het forum. Dat forum waar ik hier eerder wel over geschreven heb. Daar liet ze niet echt een duidelijk stempel na. Het was zelfs meer alsof ze niet echt een mening had. Als iemand in het nauw gedreven raakte in een discussie, zei ze er wat van. Maar niemand had de indruk dat er wat van haar te duchten viel. Een hele aardige meid, dat is het. Dat is het nog steeds.
Een groep deelnemers aan dat oude forum (het bestaat inmiddels niet meer) heeft er een traditie van gemaakt om elk jaar een flinke stek te bezetten op de camping naast de baan van de 24 uur van Le Mans. Een deel komt om de race te kijken. Iedereen komt om feest te vieren. Flink drinken, barbecue'en, gestoorde scenes uithalen. Er zijn relaties op stukgelopen. Die van haar niet. Dat komt ten eerste omdat ze een goede man heeft uitgezocht. Ten tweede komt het omdat ze altijd meegaat. Om te lezen. Terwijl de rest zich te buiten gaat, leest ze een boek...en voelt haar vriend zich verplicht naast haar ook een boek te lezen. Door zijn vrienden is weleens tegen haar geroepen dat hij bij haar onder de plak zit. Dat vond ze uiteraard vervelend om te horen. Haar vriend ziet dat niet zo, dus er is gewoonweg geen probleem. Maar als ik in haar schoenen stond zou ik lekker thuis een boek gaan lezen. Of op een mooiere locatie. Als je niet voor de race of het zuipen komt, heb je daar niet veel leuks te zien. Dat boek neem je zelf mee, dat kan dus ook mee naar een andere bestemming. Een deel van de lamdronken gasten neemt het voor haar op en zegt dat ze haar heel gezellig vinden. Ze is ook heel gezellig. Ik vraag me elk jaar af wat ze daar toch doet. Waarom ze daar bij wil zitten. Maar dat ze gezellig is vraag ik me niet af.
We spraken altijd af voor onze eigen traditie: musea bezoeken en ergens theeleuten. Daarna keken we nog wat winkeltjes in die zij leuk vond en de plaatselijke Selexyz. Altijd gezellig. Ook zo'n traditie was dat die afspraken startten met verontschuldigingen van haar. Ze verontschuldigde zich dat ze me nooit in de tussentijd gemaild had (stoorde me niet). Het speet haar dat ze me niet belde (stoorde me niet) of een berichtje achterliet op één van de sites waar we allebei actief waren of zijn (stoorde me niet). Ze zei sorry dat ze niet had gesmst en dat ze niet had gereageerd op een vraag van mij. Ze vond het heel erg vervelend dat ze niks leuks voor me had meegenomen, of iets in die richting. En altijd legde ik haar uit dat ik er geen kwaad in zag. Altijd nam ik haar verontschuldigingen aan, want dat vond ze fijn. En de volgende keer had ze het gedrag dat ze zo ergerlijk vond gewoon weer gepraktiseerd. De spijt was een toneelstukje. Vond ze fijn.
We zouden naar Antwerpen gaan om het Mode Museum te bezoeken (zo lezers, dat is een aanrader!). De dag tevoren bleek dat het Mode Museum zomers dicht is. Het meest vreemde seizoen om dicht te zijn. Ik stelde voor om alsnog naar Antwerpen te gaan (jaja, we belden elkaar eens een keer). Zij stelde voor om naar Utrecht te gaan voor het Geldmuseum. Dat stond ook al op ons lijstje. Nu had mijn echtgenoot voor mijn gemak al een retourtje Antwerpen gekocht. Die dingen zijn een maand geldig, maar met de maandplanningen van de laatste jaren wist ik dat ik daar voorlopig niet kwam. Dus hij heeft met pijn en moeite zijn geld terug weten te pleiten bij de NS. Zij en ik gingen naar Utrecht. Het was hemeltergend saai. Niet het Geldmuseum, maar elk gesprek dat we hadden. Weinig meer gemeen. Ik wilde de discussie wel starten dat Twitter hoger wordt gewaardeerd dan verdiend en dat het (daar is mijn zelfgebrouwen trauma weer) er vaak toe leidt dat je voor je eigen lol daar zit te typen want mensen reageren weinig als je tegen ze praat. Geen respons op mijn stelling. Ik wilde dat nog wat meer aanzetten, maar Twitter, ze zei maar meteen dat het haar allemaal niet zoveel deed. Ze woonde inmiddels in een vinex-achtige wijk en ging om met de buurvrouwen. Praatte over handwerken, huisinrichting en baby's. Daar heb ik dan weer geen kaas van gegeten.
Terug op het station wist ik dat onze museumdagtraditie z'n zachte dood was gestorven. Er was geen kloot meer aan. Er werd op dat moment omgeroepen dat de trein naar haar woonplaats niet reed en dat de reizigers omgeleid gingen worden via Rotterdam. Ik probeerde haar te bellen om af te spreken dat we samen tot Rotterdam reisden. Natuurlijk was mijn beltegoed op (op het gebied van telefoons ben ik uitermate conservatief). Dus ik rende naar haar perron om haar op te zoeken. Nergens te vinden en ik ging naar mijn trein. Thuis las ik op Twitter dat ze haar doodgoeie vriend zover had weten te krijgen dat hij haar met de auto op kwam halen. Nu wil ik schrijven dat er iets in mij knapte, maar dat is te veel drama. Ik dacht eigenlijk alleen maar: "natuurlijk wordt je door hem opgehaald en naar je kinderrijke buurt gebracht." Zoals hij het ook accepteert dat je hem naast jou laat lezen in Le Mans terwijl hij ook uit de band zou kunnen springen. En let wel: ik heb helemaal niets te schaften met dat hele Le Mans-gebeuren.
Ze vroeg me maanden later op haar verjaardag te komen. Ze woont ver van me vandaan, het was 's avonds en ik heb geen rijbewijs. Omstandigheden waar zij weinig aan kan doen, maar wat het me niet makkelijk maakt er een lange gezellige boel van te maken. Daarbij zag ik me zitten tussen de semi-huisvrouwen. Lieve schatten, maar waar zou ik het met ze over moeten hebben? Snob die ik ben. En dus deed ik wat ik altijd doe in die situaties en wat ik af moet leren. Ik zei niets terug. Sowieso had ik niet verwacht op haar verjaardag te zijn uitgenodigd want we hadden altijd beperkt contact, waarvoor ze zich altijd verontschuldigde. Had ze in Rotterdam gewoond, dan was ik gewoon gegaan. Stom van mij.
Ik volg haar niet meer op Twitter, want ze heeft het alleen over haakwerkjes, fosforiserende schoenen en huisinrichting. Op Facebook heb ik haar op 'hide' gezet. Want ze heeft het alleen over haakwerkjes, fosforiserende schoenen, huisinrichting en obligate complimentjes aan mensen terwijl ik weet dat die mensen haar niet zoveel interesseren. Mijn man las op zijn Facebookpagina dat ze zwanger was geraakt. Ik voelde afschuw. Niet eerlijk, want er is niets mis mee. Al weet ik niet of ze een hele ontspannen moeder zal zijn. Ik heb haar niet gefeliciteerd. En nu wil ik een sarcastische opmerking maken over dat ik me daar niet voor heb verontschuldigd. Maar ik schaam me voor dat harteloze gedrag. Natuurlijk is het leuk dat ze een kind krijgt. Ik stuitte een tijd geleden op een tweet van haar dat ze de allermooiste luiertas had gevonden en dit was voor mij weer aanleiding om te voorkomen er ooit nog op te stuiten. De allermooiste luiertas vind ik van een te determineren ondergrens van menselijke leegheid.
Wellicht is ze nu al bevallen. En ik wil haar feliciteren en uitleggen waarom ik haar niet mag en dat dit voor in ieder geval 50% aan mij ligt. Dat ik mijn eigen gedrag heel lomp vind en dat ik daar uren over kan piekeren, wat mijn welverdiende loon is. Maar ik heb waarschijnlijk het lef niet in mijn donder om dat te doen. En hoeveel beter wordt zij van dat verhaal? Ik kan het bij een felicitatie laten, maar dan weet ik niet of ze zich niet zal blijven afvragen wat er allemaal aan vooraf is gegaan. Misschien doet ze dat wel helemaal niet en is er geen enkele noodzaak om te verhelderen. Misschien moet ik helemaal niets zeggen en gaan we allebei gewoon door met leven, want het maakt haar misschien ook niet uit. Haar verontschuldigingen waren ook niet erg oprecht wanneer ze daarna toch weer hetzelfde gedrag aan de dag bleef leggen. Mijn piekeronderwerpen en schuldgevoelens zijn eigenlijk van dezelfde verwende ledigheid gemaakt als haar allermooiste luiertas.
Eerder heb ik, in gesprek met anderen die haar kennen, eens opgesomd wat me allemaal zo'n verlakkerij toe scheen van haar. Ik zag het beleefde knikken en de belangstellende blikken. De ergernis zelf was leuk om te horen, zo bemerkte ik, maar met begrip en herkenning werd niet gereageerd. Niets verongelijkts aan. Nee, mijn grieven zijn simpelweg van een lullig kaliber. Maar dat heb ik nu eenmaal tegenwoordig. Als ik kwaad raak ben ik dat maanden tot jaren. Het gaat maar niet weg.
Ik ken haar van het forum. Dat forum waar ik hier eerder wel over geschreven heb. Daar liet ze niet echt een duidelijk stempel na. Het was zelfs meer alsof ze niet echt een mening had. Als iemand in het nauw gedreven raakte in een discussie, zei ze er wat van. Maar niemand had de indruk dat er wat van haar te duchten viel. Een hele aardige meid, dat is het. Dat is het nog steeds.
Een groep deelnemers aan dat oude forum (het bestaat inmiddels niet meer) heeft er een traditie van gemaakt om elk jaar een flinke stek te bezetten op de camping naast de baan van de 24 uur van Le Mans. Een deel komt om de race te kijken. Iedereen komt om feest te vieren. Flink drinken, barbecue'en, gestoorde scenes uithalen. Er zijn relaties op stukgelopen. Die van haar niet. Dat komt ten eerste omdat ze een goede man heeft uitgezocht. Ten tweede komt het omdat ze altijd meegaat. Om te lezen. Terwijl de rest zich te buiten gaat, leest ze een boek...en voelt haar vriend zich verplicht naast haar ook een boek te lezen. Door zijn vrienden is weleens tegen haar geroepen dat hij bij haar onder de plak zit. Dat vond ze uiteraard vervelend om te horen. Haar vriend ziet dat niet zo, dus er is gewoonweg geen probleem. Maar als ik in haar schoenen stond zou ik lekker thuis een boek gaan lezen. Of op een mooiere locatie. Als je niet voor de race of het zuipen komt, heb je daar niet veel leuks te zien. Dat boek neem je zelf mee, dat kan dus ook mee naar een andere bestemming. Een deel van de lamdronken gasten neemt het voor haar op en zegt dat ze haar heel gezellig vinden. Ze is ook heel gezellig. Ik vraag me elk jaar af wat ze daar toch doet. Waarom ze daar bij wil zitten. Maar dat ze gezellig is vraag ik me niet af.
We spraken altijd af voor onze eigen traditie: musea bezoeken en ergens theeleuten. Daarna keken we nog wat winkeltjes in die zij leuk vond en de plaatselijke Selexyz. Altijd gezellig. Ook zo'n traditie was dat die afspraken startten met verontschuldigingen van haar. Ze verontschuldigde zich dat ze me nooit in de tussentijd gemaild had (stoorde me niet). Het speet haar dat ze me niet belde (stoorde me niet) of een berichtje achterliet op één van de sites waar we allebei actief waren of zijn (stoorde me niet). Ze zei sorry dat ze niet had gesmst en dat ze niet had gereageerd op een vraag van mij. Ze vond het heel erg vervelend dat ze niks leuks voor me had meegenomen, of iets in die richting. En altijd legde ik haar uit dat ik er geen kwaad in zag. Altijd nam ik haar verontschuldigingen aan, want dat vond ze fijn. En de volgende keer had ze het gedrag dat ze zo ergerlijk vond gewoon weer gepraktiseerd. De spijt was een toneelstukje. Vond ze fijn.
We zouden naar Antwerpen gaan om het Mode Museum te bezoeken (zo lezers, dat is een aanrader!). De dag tevoren bleek dat het Mode Museum zomers dicht is. Het meest vreemde seizoen om dicht te zijn. Ik stelde voor om alsnog naar Antwerpen te gaan (jaja, we belden elkaar eens een keer). Zij stelde voor om naar Utrecht te gaan voor het Geldmuseum. Dat stond ook al op ons lijstje. Nu had mijn echtgenoot voor mijn gemak al een retourtje Antwerpen gekocht. Die dingen zijn een maand geldig, maar met de maandplanningen van de laatste jaren wist ik dat ik daar voorlopig niet kwam. Dus hij heeft met pijn en moeite zijn geld terug weten te pleiten bij de NS. Zij en ik gingen naar Utrecht. Het was hemeltergend saai. Niet het Geldmuseum, maar elk gesprek dat we hadden. Weinig meer gemeen. Ik wilde de discussie wel starten dat Twitter hoger wordt gewaardeerd dan verdiend en dat het (daar is mijn zelfgebrouwen trauma weer) er vaak toe leidt dat je voor je eigen lol daar zit te typen want mensen reageren weinig als je tegen ze praat. Geen respons op mijn stelling. Ik wilde dat nog wat meer aanzetten, maar Twitter, ze zei maar meteen dat het haar allemaal niet zoveel deed. Ze woonde inmiddels in een vinex-achtige wijk en ging om met de buurvrouwen. Praatte over handwerken, huisinrichting en baby's. Daar heb ik dan weer geen kaas van gegeten.
Terug op het station wist ik dat onze museumdagtraditie z'n zachte dood was gestorven. Er was geen kloot meer aan. Er werd op dat moment omgeroepen dat de trein naar haar woonplaats niet reed en dat de reizigers omgeleid gingen worden via Rotterdam. Ik probeerde haar te bellen om af te spreken dat we samen tot Rotterdam reisden. Natuurlijk was mijn beltegoed op (op het gebied van telefoons ben ik uitermate conservatief). Dus ik rende naar haar perron om haar op te zoeken. Nergens te vinden en ik ging naar mijn trein. Thuis las ik op Twitter dat ze haar doodgoeie vriend zover had weten te krijgen dat hij haar met de auto op kwam halen. Nu wil ik schrijven dat er iets in mij knapte, maar dat is te veel drama. Ik dacht eigenlijk alleen maar: "natuurlijk wordt je door hem opgehaald en naar je kinderrijke buurt gebracht." Zoals hij het ook accepteert dat je hem naast jou laat lezen in Le Mans terwijl hij ook uit de band zou kunnen springen. En let wel: ik heb helemaal niets te schaften met dat hele Le Mans-gebeuren.
Ze vroeg me maanden later op haar verjaardag te komen. Ze woont ver van me vandaan, het was 's avonds en ik heb geen rijbewijs. Omstandigheden waar zij weinig aan kan doen, maar wat het me niet makkelijk maakt er een lange gezellige boel van te maken. Daarbij zag ik me zitten tussen de semi-huisvrouwen. Lieve schatten, maar waar zou ik het met ze over moeten hebben? Snob die ik ben. En dus deed ik wat ik altijd doe in die situaties en wat ik af moet leren. Ik zei niets terug. Sowieso had ik niet verwacht op haar verjaardag te zijn uitgenodigd want we hadden altijd beperkt contact, waarvoor ze zich altijd verontschuldigde. Had ze in Rotterdam gewoond, dan was ik gewoon gegaan. Stom van mij.
Ik volg haar niet meer op Twitter, want ze heeft het alleen over haakwerkjes, fosforiserende schoenen en huisinrichting. Op Facebook heb ik haar op 'hide' gezet. Want ze heeft het alleen over haakwerkjes, fosforiserende schoenen, huisinrichting en obligate complimentjes aan mensen terwijl ik weet dat die mensen haar niet zoveel interesseren. Mijn man las op zijn Facebookpagina dat ze zwanger was geraakt. Ik voelde afschuw. Niet eerlijk, want er is niets mis mee. Al weet ik niet of ze een hele ontspannen moeder zal zijn. Ik heb haar niet gefeliciteerd. En nu wil ik een sarcastische opmerking maken over dat ik me daar niet voor heb verontschuldigd. Maar ik schaam me voor dat harteloze gedrag. Natuurlijk is het leuk dat ze een kind krijgt. Ik stuitte een tijd geleden op een tweet van haar dat ze de allermooiste luiertas had gevonden en dit was voor mij weer aanleiding om te voorkomen er ooit nog op te stuiten. De allermooiste luiertas vind ik van een te determineren ondergrens van menselijke leegheid.
Wellicht is ze nu al bevallen. En ik wil haar feliciteren en uitleggen waarom ik haar niet mag en dat dit voor in ieder geval 50% aan mij ligt. Dat ik mijn eigen gedrag heel lomp vind en dat ik daar uren over kan piekeren, wat mijn welverdiende loon is. Maar ik heb waarschijnlijk het lef niet in mijn donder om dat te doen. En hoeveel beter wordt zij van dat verhaal? Ik kan het bij een felicitatie laten, maar dan weet ik niet of ze zich niet zal blijven afvragen wat er allemaal aan vooraf is gegaan. Misschien doet ze dat wel helemaal niet en is er geen enkele noodzaak om te verhelderen. Misschien moet ik helemaal niets zeggen en gaan we allebei gewoon door met leven, want het maakt haar misschien ook niet uit. Haar verontschuldigingen waren ook niet erg oprecht wanneer ze daarna toch weer hetzelfde gedrag aan de dag bleef leggen. Mijn piekeronderwerpen en schuldgevoelens zijn eigenlijk van dezelfde verwende ledigheid gemaakt als haar allermooiste luiertas.
Bloggen
Toen ik met dit weblog startte, stelde ik eerst in dat het niet vindbaar was via google. Ik anonimiseerde alle namen, inclusief de mijne, en ik kondigde nergens aan dat ik ermee gestart was. Deels omdat ik eerst moest zien of ik het vol kon houden en of ik wel een beetje aardig schreef. Deels was het omdat ik eventuele kritiek op mijn blog doodeng vond. Na korte tijd zond ik drie vrienden het adres van mijn weblog en ze gaven me positief commentaar op de posts. Soms zo positief dat ik een eindje zweefde van plezier. Na maanden besloot ik om mijn blog te vermelden op mijn twitter-account en zelfs om nieuwe blogposts te laten tonen in mijn tijdlijn op Twitter. Ook toen weer vond ik het in het begin doodeng. Deze keer leverde het weinig reactie op en dat nam ik aan als boodschap dat ik een ongevaarlijk blogje schreef. Niet slecht en niet goed. Prima. Dus ik stelde de content doorzoekbaar voor Google. Vreemd verdwaalde bezoekers krijg je dan. Mijn vrij tamme tekstje over Michael J Fox blijft onherroepelijk de topper bij het publiek. Omdat op Google lijkt alsof het geen tam stukje is.
Toen ik met dit weblog startte, besloot ik dat de doelgroep van dit weblog uit mij bestond. Alles wat ik interessant vond, plaatste ik hier en alles wat ik kwijt moest, typte ik hier. In de kern is dat nog steeds de doelgroep. Op een gegeven moment heb ik wel pagina's toegevoegd over het daoïsme. Ik bleek daar lezers mee te trekken en ik concludeerde dat er weinig informatie in het Nederlands is over daoïsme zonder dat het vertroebeld wordt met Eckhart Tolle of andere niet relevante moderne verwantschappen.
Sinds ik die informatie op meerdere pagina's heb uitgesplitst (zonder dat het echt afgerond is), trekt het niet zoveel lezers meer. Dat ervaar ik niet als een probleem, want ik heb er zelf nog plezier aan en laat ik nou de primaire doelgroep wezen.
Nooit heeft mijn weblog veel reactie opgeleverd. Dat heeft het voordeel dat ik ook nooit in de verdediging heb hoeven schieten. Ik wek geen reuring en dus ook geen conflicten. Groot was mijn verbazing dan ook toen ik van een anonieme lezer reactie kreeg. En niet één keer, maar bijna altijd. Natuurlijk gaf ik netjes antwoord, maar het betrof hier geen eenvoudige beleefdheidsuitwisseling. De anonieme lezer biedt waardevolle toevoegingen en met hem reageerde een twitter-verwant ook op blogposts en de discussie die zich daar ontspon. Ik ben ermee in mijn nopjes, maar ik weet ook nog niet precies wat ik ermee aan moet, merk ik. Ik hoop erop dat ik geen reuring ga veroorzaken en overspoelt wordt met hele slimme, maar opeens ook hele domme reacties. En afgelopen november bedacht ik me angstig: alles wat ik schrijf gaat een helder antwoord krijgen van de anonieme. Ik begon een plicht te voelen niets kortzichtigs meer neer te zetten. En daar is mijn primaire doelgroep niet zo bij gediend. Ik moet mijn kortzichtigheden veel van mij afschrijven.
Afgelopen november ben ik enkel nog in mijn schriften gaan schrijven. Voordelig, want die heb ik altijd bij me, maar nadelig omdat ik er schrijfkramp van krijg en omdat ik dan niet de dwang voel om sterke teksten in elkaar te zetten (of ik daar hier wel in slaag is een tweede, maar de dwang voel ik hier wel). Hier voel ik dat ik een kleine prestatie neerzet. In mijn schriften voel ik dat ik iets kwijt heb geschreven. Dit is mijn hobby. Waar een ander scheepsmodellen bouwt en daarvoor eerst wat studies bouwt en voor een jury een echt hele mooie, daar schrijf ik in mijn schrift en daarna het mooiste wat ik kan voor de lezers hier.
Dat ik heel december niet heb geschreven, is met ontwenningsverschijnselen en angstigheid gepaard gegaan en het is niet gepaard gegaan met een gebrek aan onderwerpen. Ik bulk ervan. Met deze post wil ik er voor uitkomen dat het me intimideert en tegelijkertijd pleziert dat ik reagerende lezers heb en zelfs een lezer die me altijd ziet staan. Altijd. Dat is een godsgeschenk voor iemand die bang is anderen volkomen onverschillig te laten. Ik geloof oprecht dat dit me geschonken is. Maar het intimideert wel. En daarom ben ik een tijdje zo schijterig geweest.
Toen ik met dit weblog startte, besloot ik dat de doelgroep van dit weblog uit mij bestond. Alles wat ik interessant vond, plaatste ik hier en alles wat ik kwijt moest, typte ik hier. In de kern is dat nog steeds de doelgroep. Op een gegeven moment heb ik wel pagina's toegevoegd over het daoïsme. Ik bleek daar lezers mee te trekken en ik concludeerde dat er weinig informatie in het Nederlands is over daoïsme zonder dat het vertroebeld wordt met Eckhart Tolle of andere niet relevante moderne verwantschappen.
Sinds ik die informatie op meerdere pagina's heb uitgesplitst (zonder dat het echt afgerond is), trekt het niet zoveel lezers meer. Dat ervaar ik niet als een probleem, want ik heb er zelf nog plezier aan en laat ik nou de primaire doelgroep wezen.
Nooit heeft mijn weblog veel reactie opgeleverd. Dat heeft het voordeel dat ik ook nooit in de verdediging heb hoeven schieten. Ik wek geen reuring en dus ook geen conflicten. Groot was mijn verbazing dan ook toen ik van een anonieme lezer reactie kreeg. En niet één keer, maar bijna altijd. Natuurlijk gaf ik netjes antwoord, maar het betrof hier geen eenvoudige beleefdheidsuitwisseling. De anonieme lezer biedt waardevolle toevoegingen en met hem reageerde een twitter-verwant ook op blogposts en de discussie die zich daar ontspon. Ik ben ermee in mijn nopjes, maar ik weet ook nog niet precies wat ik ermee aan moet, merk ik. Ik hoop erop dat ik geen reuring ga veroorzaken en overspoelt wordt met hele slimme, maar opeens ook hele domme reacties. En afgelopen november bedacht ik me angstig: alles wat ik schrijf gaat een helder antwoord krijgen van de anonieme. Ik begon een plicht te voelen niets kortzichtigs meer neer te zetten. En daar is mijn primaire doelgroep niet zo bij gediend. Ik moet mijn kortzichtigheden veel van mij afschrijven.
Afgelopen november ben ik enkel nog in mijn schriften gaan schrijven. Voordelig, want die heb ik altijd bij me, maar nadelig omdat ik er schrijfkramp van krijg en omdat ik dan niet de dwang voel om sterke teksten in elkaar te zetten (of ik daar hier wel in slaag is een tweede, maar de dwang voel ik hier wel). Hier voel ik dat ik een kleine prestatie neerzet. In mijn schriften voel ik dat ik iets kwijt heb geschreven. Dit is mijn hobby. Waar een ander scheepsmodellen bouwt en daarvoor eerst wat studies bouwt en voor een jury een echt hele mooie, daar schrijf ik in mijn schrift en daarna het mooiste wat ik kan voor de lezers hier.
Dat ik heel december niet heb geschreven, is met ontwenningsverschijnselen en angstigheid gepaard gegaan en het is niet gepaard gegaan met een gebrek aan onderwerpen. Ik bulk ervan. Met deze post wil ik er voor uitkomen dat het me intimideert en tegelijkertijd pleziert dat ik reagerende lezers heb en zelfs een lezer die me altijd ziet staan. Altijd. Dat is een godsgeschenk voor iemand die bang is anderen volkomen onverschillig te laten. Ik geloof oprecht dat dit me geschonken is. Maar het intimideert wel. En daarom ben ik een tijdje zo schijterig geweest.
Abonneren op:
Posts (Atom)