29 april 2010

Jezus zegt niet zoveel boeiends

Wat Jezus zegt is niet zoveel bijzonders. Dat viel me eerder al op en ik heb keihard geprobeerd om door die andere christenen overtuigd te raken van het wel bijzonder zijn van Jezus ideeën. Het is nooit gelukt. Dat kan zijn omdat ik 'er niet voor open sta', maar ik neem eerder aan dat het komt omdat Jezus wel heel erg standaard en marketingtechnisch voor de hand liggende dingen zegt. Laat me jullie een paar voorbeelden geven:

Citaat uit de bergrede
Want de bergrede, dat is volgens algemene overeenstemming Jezus' mooiste proza. Hij gaat maar door met zaligsprekingen. Positiviteit tot en met. En dan juist voor die mensen die in de verdrukking zitten. Die mensen die het geluk nu eindelijk eens aan hun kant willen hebben. Je weet wel, wij allemaal, eigenlijk.
"Gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid,
want zij zullen verzadigd worden."
Dit lijkt op de eerste de beste Becel-reclame. Iedereen hongert naar gerechtigheid en mijn vijand vindt zijn standpunt meer gerechtigd dan het mijne. Dat we allebei daarin genoegdoening krijgen, dat is beloven dat je cholesterol omlaag gaat terwijl je ook nog eens lekker eet. Als ik de uitspraak verdraai, zoals ik dat als goed theologiestudent heb geleerd en het van alle mogelijke kanten bekijk, dan kan ik beweren dat verzadigd niet positief uitgelegd hoeft te worden. Niet verzadigd in genoegdoening, maar verzadigd in totaal aan je kop gezeurd zijn en je erbij neerleggen dat je vijand zijn zin krijgt. In dat geval vraag ik me af of niet al die andere zaligsprekingen ook negatief uitgelegd kunnen worden. Dat kunnen ze natuurlijk ook. En zo is het de ultieme marketingpraat geworden: hij zegt iets leegs en wij worden blij gemaakt met een dooie mus. En die man is sympathiek?

Citaat tegenover de Farizeeën
De nieuwtestamenticus waar ik les van had, stelde ons voor de hypothese dat Jezus eigenlijk helemaal geen slechte verhouding had met de Farizeeën. De teksten die al sinds eeuwen zo vijandig worden uitgelegd, zijn eigenlijk neutraler. Niet meer dan verhitte discussies tussen aan elkaar gewaagde mensen. Sterker nog, zoals ik van meerdere ervaringsdeskundigen heb gehoord, in hedendaags Israël lopen doodnormale conversaties op die manier. Gehaaid, getergd, met stemverheffing. Voor wie het gewend is, is het een wissewasje. Voor wie zachter spreken normaal vindt, klinkt het agressief. Voor mij weer interessant, want als de Farizeeën niet meer dan een opgewonde discussie hadden met Jezus, wat heeft hen dan zo getergd dat ze zijn executie hebben willen voorbereiden? Waarom staat dat dan niet in het boek? Ik ken het uit tweederangs romans: slechterikken die halverwege op toneel gevoerd worden omdat...ja...omdat er een booswicht iets kwaads moet doen. Zie hier een citaat waarvan ik me ook afvraag waar Jezus met zijn hoofd nou ergens zit:
"Nu kwamen er bij een maaltijd in zijn huis vele tollenaars en zondaars aan tafel, samen met Jezus en zijn leerlingen. Toen de farizeeën dat zagen, zeiden ze tegen zijn leerlingen: ‘Waarom eet uw meester met tollenaars en zondaars?’ Hij hoorde dat en zei: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieke wel. Ga heen, u moet maar eens leren wat dit zeggen wil: Barmhartigheid wil Ik en geen offer. Want Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.’
     Toen kwamen de leerlingen van Johannes naar Hem toe met de vraag: ‘Waarom vasten wij en de farizeeën zo vaak, maar doen uw leerlingen dat niet?’ Jezus zei hun: ‘Kunnen bruiloftsgasten soms rouwen zolang de bruidegom bij hen is? Maar er zullen dagen komen dat de bruidegom van hen is weggenomen, en dan zullen ze vasten. Niemand zet een lap van ongekrompen stof op een oude jas. Want het opgezette stuk trekt aan de jas, en de scheur wordt nog erger. Ook doe je geen jonge wijn in oude zakken. Anders barsten de zakken; de wijn loopt weg en de zakken gaan verloren. Nee, jonge wijn doe je in nieuwe zakken, en dan blijven beide bewaard'. "
Que?


Citaat tegenover vrouwen
"Op hun reis ging Hij een dorp in. Een vrouw, Marta genaamd, ontving Hem. Zij had een zuster die Maria heette. Die kwam aan de voeten van de Heer zitten en luisterde naar zijn woorden. Marta had het heel druk met bedienen. Ze ging naar Jezus toe en vroeg: ‘Heer, laat het U koud dat mijn zuster mij alleen laat bedienen? Zeg haar dat ze mij komt helpen.’ De Heer gaf haar ten antwoord: ‘Marta, Marta, je maakt je bezorgd en druk over van alles, maar slechts één ding is nodig. Maria heeft het beste deel gekozen en dat zal haar niet worden ontnomen'. "

Ik heb nooit begrepen wat Jezus hier nou mee bedoelde en ik heb ook nooit een sterke tekstuitleg gevonden. Bedoelt Jezus dat er een tijd van ontspanning en een tijd van inspanning is? Bedoelt hij dat wat hij te zeggen heeft te belangrijk is en dat je alles uit je handen moet laten vallen? Bedoelt hij dat hij als gast niet zo dringend om verzorging verlegen zit, maar dat hij de onverdeelde aandacht van Maria op prijs stelt?
Waarom is het christendom daarna zo fanatiek gaan verdedigen dat ledigheid des duivels oorkussen is? Niet dat het zo uitzonderlijk is dat het christendom hier niet precies begrepen heeft wat Jezus nou bedoelde. Eigenlijk heeft het christendom heel weinig van doen met Jezus. Het heeft meer te danken aan de kerkvaders van de eeuwen na Jezus' dood dan aan de heiland zelf. Wie een vermoeden heeft wat Jezus hier nou tegen Marta zegt, zet het voor mijn gemoedsrust even hieronder. Bij voorbaat dank.

Het is allemaal al eerder gezegd. 
In een eerdere post haalde ik de geestelijke voorgangers van Jezus al aan. Rabbi Hillel, een in die dagen levende beroemdheid, zei al wat inmiddels Jezus' lijfspreuk is geworden: doe een ander niet aan wat jij niet wilt dat jou aangedaan wordt. De boeddha roemde de bezitloosheid. Wie niet hecht aan materie, vermindert zijn lijden. De Bhagavad Gita spreekt van één zijn met God zoals Jezus spreekt over 'waar twee of meer mensen verenigd zijn in Gods naam. Lao Zi was de koning van de onnatuurlijke tegenstellingen: laat alles los en alles zal naar je toe komen. Streef niet en je zult bereiken. Daar is de naasteliefhebber die 'niet gekomen is om vrede te brengen maar het zwaard' niets bij.

Mogelijk heeft Jezus volgelingen van deze mensen ontmoet. Het is niet te overschatten welke grote afstanden er in die dagen, met die beperkte vervoersmiddelen werden overbrugd. De zijderoute, het wegennet van Rome en de grote zeereizen (zelfs tot aan de Amerika's toe) zijn geen sprookjes.
     Mogelijk heeft Jezus geheel zelf bedacht wat anderen voor hem al bedacht hadden. Het is dan des te opmerkelijker dat hij zo vreselijk veel heeft bedacht in zijn kortdurende leven dat al eerder door anderen is bedacht. Hij moet een groter genie zijn geweest dan Socrates. Zeker als hij niet gevoed werd door grote denkers in dat plattelandse Galilea.
      Mogelijk heeft de Heilige Geest hem het allemaal ingefluisterd. Omdat al die andere gasten daarvoor niet de juiste waren, omdat de Heilige Geest het 't meest geschikt vond een Jood alle kennis samengebald te geven. We hebben nu gezien wat er van terecht is gekomen. De Heilige Geest heeft dan eigenlijk niet erg effectief gehandeld. Als ik de Heilige Geest was geweest had ik me best wel geschaamd voor die mislukte actie. Nee, dat lijkt me nog het meest onwaarschijnlijk van de drie opties.

Mogelijk heeft iemand, een schrijver en geen zoon van God, draadjes bij elkaar verzameld, aanknopingspunten gemaakt en zo een verhaallijn gesponnen om mensen stof tot nadenken te geven. Ja, dat vind ik het meest mogelijk.

Waarom ik denk dat Jezus niet bestaan heeft

Bijbelwetenschap is één van de mooiste vakgebieden van de theologie. Ik heb de meest ingenieuze constructies van de menselijke geest gezien tijdens bijbelwetenschap. Religie is zo fascinerend, vind ik, omdat er op basis van emotie een heel universum wordt bedacht. Een universum dat in elke cultuur toch juist zoveel op het bedachte universum van een andere, totaal vreemde cultuur lijkt. Een universum dat zo onwaarschijnlijk is dat er een dik rookgordijn van gedetailleerde uitzonderingen, drogredeneringen en dubbele bodems bij wordt bedacht. De mens wil per se dat universum en vindt daarom een machine uit, die logger, complexer en stabieler in zijn bestaan is dan welke andere uitvinding dan ook.  Hoe de mens daartoe gekomen is en er steeds opnieuw weer toe komt vind ik de mooiste studie.

Ik herinner me heel precies de samen met de archeologie door de bijbelwetenschap tot stand gekomen conclusie dat Mozes niet bestaan heeft. Oh, misschien is er iemand geweest die iets weg had van het personage dat we nu Mozes noemen, maar de belangrijkste factor voor het bestaan van Mozes, de uittocht, heeft niet werkelijk plaatsgevonden. Zonder uittocht niet dé Mozes. Maar, dacht ik toen, als we constateren dat Mozes een zeer tot de verbeelding sprekend boekpersonage is, zo'n boekpersonage waarvan na verloop van tijd werd gedacht dat hij echt bestaan heeft, waarom denken we dat dan niet van Jezus? Dus ik ben op zoek gegaan naar de bewijzen voor het bestaan van Jezus. Gewoon, in de literatuur.

Er is geen bewijs van Jezus' bestaan 
Hier ben ik heel gericht en een aantal jaar naar op zoek gegaan. Er is geen ooggetuigenverslag van Jezus. De evangelisten, zo weten we ook, leefden toen hun hoofdpersoon, als hij geleefd heeft, in ieder geval al jaren dood was. Deze evangelisten hebben de namen van discipelen gekregen of zichzelf met dat pseudoniem bekroond (we weten dat niet zeker), maar alle vier de evangelies zijn van jaren na de dood van Jezus en geen van de schrijvers kan uit de eerste hand iets vernomen hebben van Jezus. Tijdens kerkgeschiedenis heb ik er extra navraag naar gedaan. In de hoop dat de professor meer bronnen wist te noemen dan ik had gevonden. Ze gaf geen direct antwoord. Er waren inderdaad geen tijdgenoten, maar dat hoefde nog niet te betekenen dat Jezus niet bestaan heeft. Mogelijk betekende het dat wel, maar dit laatste heeft ze niet uitgesproken.

De Joodse historicus Flavius Josephus (37 - ong. 100) staat bekend als de oudste neutrale bron voor een vermelding van Jezus. Of, nou ja, neutraal...Als je zijn passages over Jezus leest, klinken ze als christelijk religieuze teksten: "Ook nadat Pilatus hem op aanwijzing van de eerste mannen bij ons de straf van het kruis had opgelegd, gaven zij die het eerst in liefde waren gaan leven niet op." Dat klinkt eerder als reclame dan als een visie van een niet-volgeling. Vanzelfsprekend wordt de authenticiteit van deze passages betwist. 
Er zijn geen andere historici uit die dagen die over Jezus gesproken hebben. Latere schrijvers kunnen alleen maar nog minder waarheidsgetrouw over Jezus gesproken hebben. Een verhaal dat lang rondzingt wordt met steeds meer verdraaiingen besmet.

Waarom is Jezus niet in eigentijdse bronnen genoemd?
Vanwege zijn relatieve onbeduidendheid in die dagen, zegt onder andere Wim Weren, die mijn tekstboek Christologie heeft geschreven. Mogelijk. De grote schrijvers keken naar Rome, niet naar Jeruzalem en zeker niet naar Galilea. Een sterk argument vóór het bestaan van Jezus is de bewijsbare snelle opmars van de christelijke sekte. In een heel kort tijdsbestek groeide de club enorm. Dat zou niet mogelijk zijn met alleen een boekpersonage, zo is de veronderstelling. Ik denk daarentegen dat dat wel kan.
Volgens bijbelwetenschappers is het boek Handelingen der Apostelen in het Nieuwe Testament opvallend overeenkomstig met de kennis die wij nu hebben van de gebeurtenissen destijds. Maar dat betekent naar mijn idee niet automatisch dat grote delen van Handelingen niet als fictie zijn toegevoegd. De opmars van het christendom is niet te ontkennen, maar de details van die opmars hoeven niet te kloppen.

Jezus is mijns inziens niet genoemd in eigentijdse bronnen omdat hij niet feitelijk heeft bestaan. Zou je Jezus literair beoordelen, dan kom je op een vrij standaard, alhoewel goed gelukt, personage uit. Ook voor die tijd. Zijn rust, zijn over the top woede in de tempel, zijn arrogantie tegenover mensen die een andere mening hebben, zijn heldendaden, zijn versimpeling van wijsheden (mosterdzaad) en kwaliteit van leven (een rijk man kan nog niet eerder in de hemel terecht komen dan een kameel door het oog van een naald), het offer dat hij geeft door zich te laten executeren, ik vind het allemaal (ook en juist in die tijd) heel standaard proza. Godenzonen die zich executeren, die opvallend tegenstrijdige 'wijsheden' debiteren of die een strijd leveren voor de mensheid komen in oudere mythen ook voor.

Is het zo aannemelijk dat een schrijver die hele Jezus uit zijn duim gezogen heeft?
Ik zeg: ja. Jezus zegt standaard dingen. Vaak zelfs ronduit imbeciele dingen (ik kom hier apart nog op terug). Hij volgt een heel gangbaar pad van plotwendingen in het boek. Hij lijkt een kopie van oudere heren. Hij wordt nergens anders genoemd dan in christelijke bronnen. Van zijn directe kompanen is ook nooit iets teruggevonden. Het is niet ondenkbaar dat een, niet eens zo heel goed, schrijver dit verhaal heeft bedacht met de verhaallijnen die er al waren uit andere verhalen.

Is het dan niet erg dat zoveel mensen zo hun hoop vestigen op een nepperd (als Qaboos gelijk heeft)?
Theologen doen geen uitspraak over de fictie van Jezus' bestaan. Ik heb van geen van hen iets anders gelezen dan 'het is zo ontzettend aannemelijk door (zie boven) dat hij er wel moest zijn'. Voor diehard gelovigen is het lastig Jezus' bestaan in twijfel te trekken. Geen echte verlossing zonder echte kerel. Vrijzinnigen hebben daar dan weer een oplossing voor: echte verlossing veel abstracter zien dan echt verlossing. We worden verlost door een geest van dat wat wij de Gezalfde noemen. Die geest, dat zou je ook nirwana kunnen noemen, wat hen betreft. Wie lang genoeg abstract redeneert komt tot de conclusie dat iedereen gelijk heeft.

Mensen vestigen hun hoop op nog wel stommere dingen. Ik vind het erg als mensen stelligheden gaan beweren op basis van iemand die gewoon niet zeker is (en, volgens mij, zeker *niet* is). Maar wie zijn vertrouwen op Christus blijft beschouwen als een tot steun zijnde onzekerheid heeft volgens mij de juiste instelling. Ik heb die instelling precies de andere kant op. Het geloof dat hij niet bestaan heeft is me tot steun. Wegens dat ik hem een onaangename, niet serieus te nemen zakkenwasser vind.

23 april 2010

Opvoeding

"Boys learn to reach for the stars, girls learn to reach for the shelves."
- Iain MacKintosh

22 april 2010

Verspillingsfobie

De meest hardnekkige neigingen zijn die neigingen die je langzaam en ongewaar op doet. Meestal tijdens je jeugd. Ik ontdekte er vandaag per ongeluk één.

Het was me al bekend dat ik moeite heb met het weggooien van voedsel. Ik heb weinig plezier in boodschappen doen. Het vereist vaak rekenwerk en daarom hamster ik liever een voorraadje bij elkaar. Om zo weinig mogelijk terug te hoeven naar de winkel. Een probleem met voorraad is dat er shit bederft. Ik heb onbewust een hekel aan het weggooien van voedsel. Ik merk het op die momenten wanneer ik het toch echt moet doen. Bijvoorbeeld omdat er een nieuwe kolonie microbiologie in is neergestreken. Waar die hekel precies vandaan komt kan ik niet met zekerheid zeggen, maar dat ik het bespeur bij mijn moeder en mijn oma's geeft me wel aanknopingspunten.

Mijn moeder aan vaderskant heeft het 't sterkst. Ze gooit never nooit eten weg. Ze eet als het moet tegen de klippen op. Dat ze waarschijnlijk daardoor een maatje meer heeft, merkt ze niet op. Mijn oma heeft niet zo door dat ze altijd de benaming 'rond' heeft verdient. Ze zweert met haar hand op haar hart dat ze tot haar vijftigste slank is geweest. Ongeacht de foto's die het tegendeel bewijzen.

Mijn andere oma, slank, heeft de neiging ook. Maar gelukkig heeft zij de neiging gepaard laten gaan van een zuinige inkoopstrategie. Op het weggooien van voedsel heb ik ook haar nog nooit betrapt. Ik herinner me goed hoe zij en ik oude fotoalbums doorbladeren en hoe ik haar moeder (zelf nooit persoonlijk gekend) van een volle vrouw opeens zag veranderen in een broodmager wezen: winter 1944. Mijn oma gaf met moeite uitleg: "we hadden zo'n honger".  Ikzelf heb de verbinding gelegd tussen het niet weggooien van voedsel en de hongerwinter die al mijn grootouders hebben meegemaakt.

Ik geef eerlijk toe dat ik het boek van Dr. Phil heb gelezen over afslanken en ik herinner me dat ik overwoog hem in mijn beste Engels een mail te sturen over hoe onrealistisch zijn advies was een overschot aan eten weg te gooien in plaats van op te eten...In West-Europese landen. Mijn grootouders kunnen het niet. Mijn ouders hebben geleerd dat het zonde was om te doen en ook ik kan het niet zonder me te schamen.

Toen ik afgelopen september met Wigwampi ging high tea'en in Den Bosch merkte ik het weer. Wigwampi gaf op een gegeven moment toe geen hap meer te kunnen nemen. Ik had eigenlijk ook genoeg gehad maar de angst sloeg me om het hart dat onze bestelling weggegooid zou worden na ons vertrek. Ik kan het niet. Ik kan het niet. Ik heb doorgegeten.

Vandaag kwam een toppunt aan de oppervlakte. Wandelend door de supermarkt kwam ik Paasspullen tegen. Van die gesuikerde zandkoekjes; rommel die ik nooit eet. En van die al iets wit uitgeslagen melkchocolade eieren, waarvan je van tevoren al aanvoelt dat het meer naar suiker dan naar chocola zal smaken. Ik moest dat spul al niet toen het nog wel Pasen was. Maar ik betrapte mezelf en moest direct lachen: ik bedacht me namelijk dat ze het weg zouden gooien. Onbewust en binnen een tiende van een seconde zag ik een plicht voor me: ik moest de supermarkt helpen het bocht op te eten. Want anders zou het weggegooid worden. Ik moest de wereld een stukje beter maken door de verspilling tegen te gaan.

Ja, ik trek het nu in het belachelijke. Omdat ik het anders volstrekt serieus zou nemen. Ik heb verspillingsfobie. Ik ben netjes opgevoed door mijn enigszins getraumatiseerde voorouders: eten gooi je niet weg. Eten is voor je maag bedoeld en niet voor de prullenbak. Wie eten weggooit onderschat dat hij binnen de kortste keren honger zou kunnen krijgen zonder eten binnen bereik te hebben. Wie eten weggooit gaat dood van de honger. Erkenning is de eerste stap naar verbetering, maar ik ben in meer dan 10 jaar nog niet verder gekomen dan die erkenning. Ik eet en ik eet want morgen begint mogelijk de hongersnood.

Je beïnvloedt

Reincarnation: Mirror becomes a razor when it's broken. Wood becomes a flute when it's loved.
- @yokoono

14 april 2010

Jezus de copyrightschender

"While there are indeed astounding similarities between the teachings of Jesus and those of Buddha (not to mention Lao-tzu, Confucius and the Hindu religion, all which seem to have included some version of the Golden Rule), it's more likely that these stem from what I believe to be logical and moral conclusions that any person in search of what is richt would come to, e.g.: that the preferable way to treat one another is with love and kindness; that pursuit of material gain is ultimately empty when measured against eternity; and that somehow, as human beings, we are alle connected spiritually."

- Christopher Moore in zijn verantwoording van Lamb

Je ziet vaak bij De Slegte van die boeken liggen die de overeenkomsten tussen de leer van Jezus en de leer van de Boeddha spellen. Het wordt niet al te hard geroepen, maar Rabbi Hillel, het zou qua leeftijd een opa kunnen zijn geweest van Jezus, verkondigde al dat je de naaste moet behandelen zoals jijzelf behandeld wilt worden. Jezus recyclede veel. Misschien heeft hij overgenomen wat hem als het juiste in de oren klonk. Misschien heeft de Heilige Geest hem ingefluisterd wat eerder bij anderen ingefluisterd is. Misschien is hij zelf op heldere wijze tot conclusies gekomen waarvan hij niet wist dat anderen zo ook al hadden gemaakt.

Het citaat van Christopher Moore betekent ook nog iets anders. Die Golden Rule, die hij omschrijft, die is op verschillende plaatsen opgekomen, zonder dat er bewijs is voor één enkele bron voor allen. Karen Armstrong heeft daar een ontzettend mooi boek over geschreven. De aanleiding voor de Gouden Regel is vermoedelijk een tijd geweest van veel dood en verderf aan de ene kant en een enorme welvaartsvlucht aan de andere kant. Die welvaartsvlucht zorgde voor de gelegenheid om, goed gevoed en aangekleed en met tijd omhanden, eens gedegen over de zin van het leven na te denken. De dood en verderf zorgde voor voeding voor de analyse. Het heeft toendertijd tot religieus-morele kaders geleid: wat God betreft is het gedrag van de Gouden Regel het ideale gedrag voor een harmonieuze samenleving. Maar in de tegenwoordige, areligieuze, westerse wereld is die Gouden Regel niet losgelaten. Juist eerder heruitgevonden op areligieuze basis. En dat is logisch: het gedrag van de Gouden Regel is waar, maar ongelovigen tonen aan dat een goddelijke ordonnantie daar niets mee te maken heeft. Het werkt in de praktijk nu eenmaal lekker en dat is de enige oorzaak dat de Gouden Regel goud is.

Misschien speelt er nog een beetje ontzag voor religies in mee. Dat de Gouden Regel op goddelijk voorschrift nog steeds wordt gehuldigd omdat zoveel diepgelovige mensen hun lichaam en hun verdere bezittingen hebben versleten voor de godsdienst. Ik weet dat niet zeker. Vittorio Messori schreef in zijn artikel dat er meer verontwaardigd gereageerd wordt op misbruik door kerkelijken dan op misbruik door scoutingleiders, omdat nog steeds (en misschien onbewust) er van kerkelijken wordt verwacht dat ze moreel sterker zijn. Beter. Ik weet dat niet. Ik weet wel dat ik in mijn vroomste jaren makkelijker op mijn woord werd geloofd en dat er veel mensen op de bres sprongen voor me, ook als ik dat niet vroeg. Er werd ook een beeld op mij geprojecteerd als een soort gedegenereerde Maria waar ik niet blij mee was. Ik heb me van tijd tot tijd geroepen gevoeld uit te leggen dat ik niet verlicht of een heilig boontje ben. Maar dat werd soms aangezien voor valse bescheidenheid. Het is eerder een stelling dan een terechte conclusie, maar ik denk wel dat kerkelijken nog steeds op een klein voetstukje staan.

Belangrijker vind ik het om aan te stippen dat de Gouden Regel zo areligieus als maar mogelijk nog steeds functioneert omdat er areligieus ook een hoge moraal wordt uitgedragen. Ik las gisteravond op Geen Stijl dat Ab Klink zou hebben beweerd dat ongelovigen meer tot geweld geneigd zijn dan gelovigen. Niet dat ik daar serieus op ga reageren. Mij lijkt dus dat als zowel in précolumbiaans Amerika, als in Afrika, als in préchristelijk Europa, als in het Midden-Oosten, als in die door Moore al genoemde Aziatische religies de Gouden Regel opkwam én als in al die genoemde religies ook al van oudsher sterk op elkaar gelijkende rituelen (van reiniging, van verbranding, van offerrandes, van onreinheid, van initiatie en volwassenheid en baringsrituelen), er eerder een psychologische achtergrond voor is dan een fluisterende Heilige Geest.

De menselijke behoefte aan rituelen, aan een moreel kader dat opvallend eensluidend is over de hele wereld en de menselijke behoefte aan verering van iconen zijn gedeelde karaktertrekken en niet veroorzaakt door Hogerhand. Zeker niet als Hogerhand volgens al die diehard gelovigen een poel is van afgoden en de Enige Ware, maar niet die die mijn buurman denkt dat de enige is. En als gelovigen die genoemde menselijke behoeften hebben, dan hebben de ongelovigen ze ook.

Conclusie: het morele kader van de gelovige is hetzelfde als dat van de ongelovige en God heeft er geen kloot mee van doen gehad. We hebben het zelf bedacht.


p.s. ga nou niet muggeziften dat het morele kader over abortus toch wel afwijkt. De Gouden Regel is veel fundamenteler dan foetusafzuiging.

Why care about living up to your full potential?

Politiek

"Politics is the art of looking for trouble, finding it everywhere, diagnosing it incorrectly and applying the wrong remedies."  
- Groucho Marx

Lamb, een boekbespreking

Zoals hier beloofd wil ik graag een boekbespreking geven van Lamb : The Gospel According to Biff, Christ's Childhood Pal van Christopher Moore. Het was het favoriete boek van één van de twee schrijfsters van Smart Bitches, zo las ik en de titel sprak me meteen al aan. De bieb bleek het boek te hebben. Het is terecht een favoriet van de smart bitch en ik ben er nu al van overtuigd dat het 't gaafste boek is dat ik in 2010 lees. Geregeld dacht ik: dit zou Ivon moeten lezen, dit zou Jon moeten lezen, dit zou Dacobus moeten lezen, dit is iets voor Krettis en ik wil het jullie nog steeds aanraden het boek ergens te lenen/kopen/downloaden. Daarom heb ik lang zitten wikken en wegen hoe ik de ingenieuze plotwendingen recht kan doen in deze boekbespreking zonder de plot weg te geven. Gelukkig gaf het eind van het boek een hele mooie handreiking. Maar eerst zal ik toch een kleine omschrijving van Lamb moeten geven.

Ergens begin 21e eeuw wordt Levi, 'die Biff genoemd wordt', tot leven gewekt door de engel Raziël. Biff is niet alleen van kleins af aan opgegroeid met Joshua (door ons bij zijn Griekse naam Jezus genoemd), maar is zijn boezemvriend geweest tot en met zijn dood. Waar het evangelie alleen rept over de geboorte van Joshua, zijn onderhoud in de tempel toen hij twaalf was en daarna zijn rondreizend bestaan als messias, kan Biff vertellen over de jaren die daar tussen liggen. Biff wordt door Raziël verplicht gesteld een evangelie te schrijven. Hij mag niet spieken bij de al bestaande boeken en wordt daarom opgesloten in een hotelkamer en bewaakt door Raziël. Daar heeft Raziël geen makkelijke aan. Biff is, zo wordt hij aan het eind van het boek genoemd, een wisecrack. Het levert een levensecht, warm vriendschappelijk, maar vooral een van sarcasme druipend evangelie op.

En dat maakt dat ik dit evangelie niet alleen leuker vind om te lezen, maar ook waarheidsgetrouwer, voor zover mogelijk. Ik schrijf binnenkort nog eens over waarheidsgetrouwe context en Jezus. Weliswaar is het boek geschreven in erg hedendaags idioom, maar de toon tussen de dorpelingen, de farizeeërs, de vissers en de Romeinen, die toon klinkt veel realistischer dan het slecht poëtische gemuts zoals we dat kennen uit het canonieke evangelie. Wanneer Joshua in Lamb aan de vissers uitlegt dat hij ze vissers van mensen wil gaan maken (dat zegt hij ook in de Bijbel), blijven ze lekker in het water staan. Biff fluistert Joshua dan ook toe dat hij niet zo krom moet praten. Natuurlijk begrijpen de vissers niet waar hij het over heeft. Ik ben er van overtuigd dat als Jezus dat ook echt zo gezegd zou hebben tegen vissers, zij inderdaad zo gereageerd zullen hebben. Biff geeft een veel menselijker beeld van de personages in het evangelie dan we gewend zijn. Christopher Moore heeft zich ongetwijfeld uitgeput om van alle personages getrouwe eerste-eeuwse joden te maken, met een geloofwaardig dagelijks leven.

Dacobus vroeg me of je de Bijbel moest kennen om de humor van Lamb te kunnen snappen. Dat helpt wel. Je ziet dan nog veel meer dubbele lagen. Moore raadt aan om iemand met bijbelkennis achter de hand te houden. Zodat je kunt vragen of die en die passage uit Lamb ook in de Bijbel staat. En die en die uitspraak en dat en dat personage. Maar ik denk dat je ook zonder de Bijbel gelezen te hebben, dit een ontzettend leuk boek zult vinden. Het doet denken aan Life of Brian en daar heb je geen christelijke achtergrond voor nodig. Ik, met christelijke achtergrond, moest alleen al lachen (vooral om mezelf) toen ik ergens halverwege het boek opeens een korte passage las die in de volgende zinsbouw was geschreven: en Joshua ging daarheen en hij ging staan op de berg en hij keek de mensen aan en hij begon zijn verhaal en zij luisterden. Dat is bijbelzinsbouw, dat is er bewust tussen gewrot en ik herkende het omdat ik zelf destijds ook gillend gek werd van het steeds moeten vertalen van 'en hij, en hij, en zij'. Nu heb ik ongeveer twaalf maanden bijbels Grieks op mijn conto staan en maar zes maanden bijbelwetenschap, dus nee, ook ik ben geen deskundige, maar hoe humoristisch Lamb ook bedoeld is, ik kon het toch niet laten er het theologische fundament in op te sporen.

Helaas krijgen humoristische boeken over religie na het slot altijd een verantwoording mee van de auteur. Voor die mensen die zich in hun geloof moreel hoger voelen dan de auteur en zullen gaan spugen. Christopher Moore legt dus uit welke bronnen hij heeft gebruikt, wat hij links heeft laten liggen en waarom, dat het echt als humor is bedoeld en niet als verbetering van Het Boek en waarom hij bepaalde onwaarschijnlijkheden er juist bij de haren bij heeft gesleept. Nu moet ik zeggen dat zijn 'onwaarschijnlijkheden' echt zo onwaarschijnlijk niet zijn. Ik merkte langzamerhand op dat Moore geen bijbelwetenschapper kan zijn of anderszins theologisch geschoold, omdat hij keuzes heeft gemaakt die tegen de huidige wetenschappelijke opvattingen over de Bijbel in gaan. Nee, ik ben ook geen bijbelwetenschapper en dus geen goed corrector, maar ik ben wel theologisch geschoold en daarom heb ik het gemerkt. Moore heeft onbewust een aannemelijker verklaring gegeven voor de kennis van Jezus dan hij zelf denkt. Ik kom erop terug wanneer ik schrijf over waarheidsgetrouwe context en Jezus.

Joshua is menselijk, te lief, onzeker, maakt fouten, is van tijd tot tijd niet zo snugger. Hij is, met name tegen het einde van zijn leven, kwaad op zijn Vader. Het is nergens een volgzame verstandhouding tussen Joshua en God. Ze knokken met elkaar. Dat vind ik levensecht. Echter dan de Bijbel. En gezien mijn negatieve opvatting over Jezus, spreekt Joshua mij hier meer aan, begrijp ik hem nu beter. Al had ik het nog spannender gevonden als Moore zich helemaal niets had aangetrokken van het canonieke evangelie en van Joshua een gewone joodse jongen had gemaakt met nergens wonderdoenerij.

Het is al een knap staaltje schrijverschap dat hij de jonge Biff en Joshua echt als jongetjes laat praten. Herkenbare,ondeugende jongetjes en dat hij ze steeds volwassener laat praten naarmate ze ouder worden. Je ziet een puber, een jonge twintiger en dan geleidelijk aan een dertiger voor je. Moore legt uit hoe de discipelen bij elkaar zijn geraakt en hoe menselijk zij waren. Hij maakt een totaal gestoorde Johannes de Doper en een realistische, warme Judas met zijn onaangename kanten. Daarmee is dat esoterische gezeur over dat Johannes en Judas geslachtofferd zijn door de geïnstitutionaliseerde kerk ook afgeserveerd. Uiteindelijk geeft Judas, mijns inziens, het thema van de passie van Christus juist weer in Lamb: "He would have just reminded us of what we'll never be." Waarschijnlijk is dat ook onderhuids waarom ik Jezus niet mag. Hij is gewoon te glad.

Lamb is gaaf. Lamb is lachen, maar voor nog niet heel oude van hun geloof gevallen ex-christenen zoals ik is Lamb, met zijn herkenbare moderne taal, ook juist mooi omdat het meer begrip geeft voor die eerste-eeuwse joden en voor Joshua, dan deze nog niet zo oude, van haar geloof gevallen christen vanuit de Bijbel kon halen.

13 april 2010

Jezus' evangelie volgens Biff

Alvast een voorproef op een boekbespreking die ik wil doen over Lamb : The Gospel According to Biff, Christ's Childhood Pal. Het eerste boek sinds Het Leven van Pi dat ik bewust zo traag mogelijk gelezen heb.
Biff en Joshua (Jezus) schrijven de bergrede. Want "like any great speech, the Sermon of the Mount sounds as if it juist happened spontaneously, but actually Joshua and I worked on it for over a week. Joshua dictating and me taking notes on parchment":


"How we doing on the Beautitudes?"
"Pardon me?"
"The blesseds."
"We've got: Blessed are those who hunger and thirst after righteousness; blessed are the poor in spirit, the pure in heart, the whiners, the meeks, the -"
"Wait, what are we giving the meek?"
"Let's see, uh, here: Blessed are the meek, for to them we shall say, 'attaboy'."
"A little weak."
"Yeah."
"Let's let the meek inherit the earth."
"Can't. You gave the earth to the whiners."
"Well then, cut the whiners and give the earth to the meek."
"Okay. Earth to the meek. Here we go. Blessed are the peacemakers, the mourners, and that's it."
"How many is that?"
"Seven."
"Not enough. We need one more. How about the dumbfucks?"
"No, Josh, not the dumbfucks. You've done enough for the dumbfucks. (...)"
"Blessed are the dumbfucks for they, uh -I don't know- they shall never be disappointed."
"No, I'm drawing the line at dumbfucks. Come on, Josh, why can't we have any powerful guys on our team? Why do we have to have the meek, and the poor, and the opressed, and the pissed on? Why can't we, for once, have blessed the big powerful rich guys with swords?"
"Because they don't need us."
"Okay, but no 'Blessed are the dumbfucks.' "
"Who then?"
"Sluts?"
"No."
"How about the wankers? I can think of five or six disciples that would be really blessed."
"No wankers. I've got it: Blessed are those who are persecuted for righteousness' sake."
"Okay, better. What are you going to give them?"
"A fruit basket."


Ik denk nu al dat het 't beste boek is dat ik dit jaar heb gelezen. Niet alleen is het prettiger leesbaar dan het canonieke evangelie, het is (hoewel niet serieus bedoeld) ook nog een meer realistische voorstelling van zaken dan het canonieke evangelie. Ik kom erop terug.

12 april 2010

Meten is niet altijd weten

"Je kunt niet zonder vertrouwen werken. Dat is een groot gebrek van onze samenleving; het wantrouwen is geïnstitutionaliseerd. Daarom wil men alles controleren, alles met targets – wat wij vroeger doelstellingen noemden – afrekenen. Ik ben niet tegen meten, maar meten is niet altijd weten. Meten is niet altijd kennis, wetenschap of wijsheid."
- Bram Peper, geïnterviewd door Arjan Visser in de Serie De Tien Geboden van Trouw