Bijbelwetenschap is één van de mooiste vakgebieden van de theologie. Ik heb de meest ingenieuze constructies van de menselijke geest gezien tijdens bijbelwetenschap. Religie is zo fascinerend, vind ik, omdat er op basis van emotie een heel universum wordt bedacht. Een universum dat in elke cultuur toch juist zoveel op het bedachte universum van een andere, totaal vreemde cultuur lijkt. Een universum dat zo onwaarschijnlijk is dat er een dik rookgordijn van gedetailleerde uitzonderingen, drogredeneringen en dubbele bodems bij wordt bedacht. De mens wil per se dat universum en vindt daarom een machine uit, die logger, complexer en stabieler in zijn bestaan is dan welke andere uitvinding dan ook. Hoe de mens daartoe gekomen is en er steeds opnieuw weer toe komt vind ik de mooiste studie.
Ik herinner me heel precies de samen met de archeologie door de bijbelwetenschap tot stand gekomen conclusie dat Mozes niet bestaan heeft. Oh, misschien is er iemand geweest die iets weg had van het personage dat we nu Mozes noemen, maar de belangrijkste factor voor het bestaan van Mozes, de uittocht, heeft niet werkelijk plaatsgevonden. Zonder uittocht niet dé Mozes. Maar, dacht ik toen, als we constateren dat Mozes een zeer tot de verbeelding sprekend boekpersonage is, zo'n boekpersonage waarvan na verloop van tijd werd gedacht dat hij echt bestaan heeft, waarom denken we dat dan niet van Jezus? Dus ik ben op zoek gegaan naar de bewijzen voor het bestaan van Jezus. Gewoon, in de literatuur.
Er is geen bewijs van Jezus' bestaan
Hier ben ik heel gericht en een aantal jaar naar op zoek gegaan. Er is geen ooggetuigenverslag van Jezus. De evangelisten, zo weten we ook, leefden toen hun hoofdpersoon, als hij geleefd heeft, in ieder geval al jaren dood was. Deze evangelisten hebben de namen van discipelen gekregen of zichzelf met dat pseudoniem bekroond (we weten dat niet zeker), maar alle vier de evangelies zijn van jaren na de dood van Jezus en geen van de schrijvers kan uit de eerste hand iets vernomen hebben van Jezus. Tijdens kerkgeschiedenis heb ik er extra navraag naar gedaan. In de hoop dat de professor meer bronnen wist te noemen dan ik had gevonden. Ze gaf geen direct antwoord. Er waren inderdaad geen tijdgenoten, maar dat hoefde nog niet te betekenen dat Jezus niet bestaan heeft. Mogelijk betekende het dat wel, maar dit laatste heeft ze niet uitgesproken.
De Joodse historicus Flavius Josephus (37 - ong. 100) staat bekend als de oudste neutrale bron voor een vermelding van Jezus. Of, nou ja, neutraal...Als je zijn passages over Jezus leest, klinken ze als christelijk religieuze teksten: "Ook nadat Pilatus hem op aanwijzing van de eerste mannen bij ons de straf van het kruis had opgelegd, gaven zij die het eerst in liefde waren gaan leven niet op." Dat klinkt eerder als reclame dan als een visie van een niet-volgeling. Vanzelfsprekend wordt de authenticiteit van deze passages betwist.
Er zijn geen andere historici uit die dagen die over Jezus gesproken hebben. Latere schrijvers kunnen alleen maar nog minder waarheidsgetrouw over Jezus gesproken hebben. Een verhaal dat lang rondzingt wordt met steeds meer verdraaiingen besmet.
Waarom is Jezus niet in eigentijdse bronnen genoemd?
Vanwege zijn relatieve onbeduidendheid in die dagen, zegt onder andere Wim Weren, die mijn tekstboek Christologie heeft geschreven. Mogelijk. De grote schrijvers keken naar Rome, niet naar Jeruzalem en zeker niet naar Galilea. Een sterk argument vóór het bestaan van Jezus is de bewijsbare snelle opmars van de christelijke sekte. In een heel kort tijdsbestek groeide de club enorm. Dat zou niet mogelijk zijn met alleen een boekpersonage, zo is de veronderstelling. Ik denk daarentegen dat dat wel kan.
Volgens bijbelwetenschappers is het boek Handelingen der Apostelen in het Nieuwe Testament opvallend overeenkomstig met de kennis die wij nu hebben van de gebeurtenissen destijds. Maar dat betekent naar mijn idee niet automatisch dat grote delen van Handelingen niet als fictie zijn toegevoegd. De opmars van het christendom is niet te ontkennen, maar de details van die opmars hoeven niet te kloppen.
Jezus is mijns inziens niet genoemd in eigentijdse bronnen omdat hij niet feitelijk heeft bestaan. Zou je Jezus literair beoordelen, dan kom je op een vrij standaard, alhoewel goed gelukt, personage uit. Ook voor die tijd. Zijn rust, zijn over the top woede in de tempel, zijn arrogantie tegenover mensen die een andere mening hebben, zijn heldendaden, zijn versimpeling van wijsheden (mosterdzaad) en kwaliteit van leven (een rijk man kan nog niet eerder in de hemel terecht komen dan een kameel door het oog van een naald), het offer dat hij geeft door zich te laten executeren, ik vind het allemaal (ook en juist in die tijd) heel standaard proza. Godenzonen die zich executeren, die opvallend tegenstrijdige 'wijsheden' debiteren of die een strijd leveren voor de mensheid komen in oudere mythen ook voor.
Is het zo aannemelijk dat een schrijver die hele Jezus uit zijn duim gezogen heeft?
Ik zeg: ja. Jezus zegt standaard dingen. Vaak zelfs ronduit imbeciele dingen (ik kom hier apart nog op terug). Hij volgt een heel gangbaar pad van plotwendingen in het boek. Hij lijkt een kopie van oudere heren. Hij wordt nergens anders genoemd dan in christelijke bronnen. Van zijn directe kompanen is ook nooit iets teruggevonden. Het is niet ondenkbaar dat een, niet eens zo heel goed, schrijver dit verhaal heeft bedacht met de verhaallijnen die er al waren uit andere verhalen.
Is het dan niet erg dat zoveel mensen zo hun hoop vestigen op een nepperd (als Qaboos gelijk heeft)?
Theologen doen geen uitspraak over de fictie van Jezus' bestaan. Ik heb van geen van hen iets anders gelezen dan 'het is zo ontzettend aannemelijk door (zie boven) dat hij er wel moest zijn'. Voor diehard gelovigen is het lastig Jezus' bestaan in twijfel te trekken. Geen echte verlossing zonder echte kerel. Vrijzinnigen hebben daar dan weer een oplossing voor: echte verlossing veel abstracter zien dan echt verlossing. We worden verlost door een geest van dat wat wij de Gezalfde noemen. Die geest, dat zou je ook nirwana kunnen noemen, wat hen betreft. Wie lang genoeg abstract redeneert komt tot de conclusie dat iedereen gelijk heeft.
Mensen vestigen hun hoop op nog wel stommere dingen. Ik vind het erg als mensen stelligheden gaan beweren op basis van iemand die gewoon niet zeker is (en, volgens mij, zeker *niet* is). Maar wie zijn vertrouwen op Christus blijft beschouwen als een tot steun zijnde onzekerheid heeft volgens mij de juiste instelling. Ik heb die instelling precies de andere kant op. Het geloof dat hij niet bestaan heeft is me tot steun. Wegens dat ik hem een onaangename, niet serieus te nemen zakkenwasser vind.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten