18 augustus 2012

Decadentie

Met ons noodlot van streven komt ons noodlot van nooit echt content zijn. Op het moment dat ik hersenloos werk doe, vind ik het zonde van mijn intelligentie. Op momenten dat ik werk doe waar ik mijn hersens bij moet gebruiken, zou ik willen dat ik minder verantwoordelijkheid had zodat ik ook minder hard kon vallen. Ik zou met rust gelaten willen worden, maar tegelijkertijd wil ik dat mensen mij erkennen. Ik zou succes willen hebben, maar tegelijkertijd wil ik de voorgrond niet. Ik zou een beroep willen hebben met aanzien, maar er zijn altijd mensen die neerkijken op andermans broodwinning. Ik zou werk willen hebben met veel vakantie en tegelijkertijd zou ik me willen verliezen in dat waar ik echt heel goed in ben. Ik zou nu eigenlijk wel eens willen weten wat ik ga worden als ik later groot ben.

Laatst las ik een boek - en kon ik maar professioneel boekenlezer worden want daar ben ik heel goed in - waarin mijn opa werd geïnterviewd over zijn loopbaan. Het ging over hard werken, niets cadeau krijgen, niet kunnen kiezen en welk geluk hij heeft ervaren. Waarschijnlijk zullen de meeste senioren zo kunnen praten. Het is niet leuk als je niet kunt kiezen. Mijn opa heeft ongetwijfeld net als ik werk moeten doen dat hij niet leuk vond, maar zo lagen de zaken. Je had geen escape. Het is niet leuk, maar het lijkt wel makkelijker als de optie te kunnen kiezen niet open ligt. Je voelt je geen dief van je eigen levensinvulling. Dit is het pad dat je lopen moet en over je loopritme mag je wel beslissen. Het was in mijn opa's jonge jaren ook nog geen kwestie dat je jezelf gelukkig moest maken, denk ik. Het hoofddoel was kunnen eten, kunnen kleden, een dag in de week iets leuks doen. Ik houd me dat interview voor ogen omdat ik het decadent vind te klagen over alle kansen die ik heb. Ik heb geen echte problemen, nooit gehad en altijd geweten. Maar het geneest me niet van de onrust.

Geen opmerkingen: