Als ik terugkijk naar mijn christelijke tijd, zie ik voorsprong, vrede, jubelend geluk, maar ook onrust, nepheid, bedrog, onvrede en verplichting
Het voelt soms alsof ik maar een beetje aan de deur sta te kloppen. Ik volg de Chinese rituelen niet. Ik ken de Chinese goden te slecht. Ondertussen is dat niet essentieel, maar je verwacht dat je dat uit moet voeren - dat je daar naartoe moet om een echte te zijn. Ik wil me onderscheiden van een Happinez-achtig geloofssausje. 'Het is echt wat ik gelóóf!'Om de één of andere reden wil ik dat overbrengen, maar daardoor zet ik veel kunstmatige opsmuk op die me het zicht op mijn werkelijke denkbeelden ontnemen, En dan wil ik opzoeken wat ik werkelijk geloof in een erkende bron. Maar daar ga ik uiteraard wat ìk geloof niet vinden. Ik wil geen los flutmaaswerkje. Ik wil erkend worden, maar voor die erkenning mis ik een hele kerk. Een onhoudbare zoektocht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten