Volgens de Edda overwint het kwaad binnen elke cyclus van opkomst en ondergang van de wereld weer. Maar de mens houdt niet op er toch tegen te strijden. Dit heb ik geweten toen ik als leerling van de basisschool zo fanatiek alles verslond dat op de cultuur van de Noormannen betrekking had. Ik was het inmiddels weer kwijt en las het deze week in een derderangs boek dat ik lees om lucht te krijgen tussen de literaire boeken door. Destijds en nu weer vond en vind ik dat de paganistische religies een treffender mensbeeld en intrigerender godsbeeld hebben dan de semitisch-christelijke. Het kwaad overwint altijd.
Kwaad heeft z'n charme. De queste van Faust, zijn verkoop van de ziel. De macht, kennis en controle van Hannibal Lecter. Het spreekt ongeveer iedere mens wel aan. Macht en controle. En dat bereiken leidt ertoe dat kwaad niet meer als kwaad wordt herkend. Of dat handelingen terecht los worden gekoppeld van subjectieve begrippen als goed en kwaad. Kwaad is dan geen kwaad meer. Goed geen goed. Je handelt en bereikt zodoende macht en controle. Hetgeen de definitie 'kwaad' doet ontstaan is het effect van je winst van macht en controle. Je herkent het als kwaad omdat het je benadeelt. Omdat je voelt dat het je niet wel bekomt.
Het kwaad overwint, omdat we datgene wat overwint op enig bepaald tijdstip het kwaad noemen. Uiteindelijk verliest de mens altijd. Omdat uiteindelijk de mens leert dat de geveinsde controle over diens lot geveinsd was. Het kwaad laat zich niet bedwingen, het rust hoogstens even uit. En bij deze wil ik respect betuigen aan de tiener die ik was. De tiener die oprecht en terecht de teleurstellende conclusies trok die ik later verworpen heb en die zo veel jaar later nochtans waar blijken te zijn. Wat een eenzaam, wijs kind was zij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten