7 november 2009

Hobo

Eén van de belangrijkste conclusies van Daniël Dennett in Breaking the Spell, en voor mij de belangrijkste, is dat de mens zijn overleving voor een cruciaal deel te danken heeft aan het talent om overal verbanden in te zien. De mens is een kei in het achterhalen van oorzaak en gevolg. Zelfs zo goed, dat de mens verbanden ziet waar ze niet zijn en dit is de oorzaak van religie. De mens concludeert dat de neervallende regen wel het gevolg moet zijn van de eerder uitgevoerde dans. De mens concludeert dat noodlot wel het gevolg moet zijn van eerder lomp gedrag. De mens misbruikt zijn talent van verbanden zien onbewust om zo de misleiding in stand te houden dat de mens controle zou hebben over zijn leven en milieu. De klimaatonzin van dit moment is een prachtig voorbeeld daarvan.

Zo is de mens dus geneigd om toevallige voorvallen te interpreteren als bewuste acties en sommigen brengen het zelfs zo ver dat ze beweren dat toeval in het geheel niet bestaat...

Omdat ik eerder The God Delusion van Richard Dawkins las, besloot ik ook God is Niet Groot van Christopher Hitchens te lezen. Hij grijpt veel terug naar de wereldliteratuur om zijn punt te maken en ik besloot dat het toch wel handig zou zijn als ik meer begrip zou hebben van de wereldliteratuur. Naar aanleiding van God is Niet Groot las ik Animal Farm en ik vond het een kutboek. Zelf had ik ook een aantal boeken bedacht waar veel over gesproken wordt en die ik nu toch eens zou mogen gaan lezen. On The Road van Jack Kerouac, bijvoorbeeld. Veronica Lario (en wat een pracht van een artiestennaam heeft die vrouw voor zichzelf bedacht. Het lijkt wel een liedje) noemt On The Road haar favoriete boek. Het is inderdaad een geweldig boek.

Toeval bestaat niet, want voordat ik in On The Road begon, zag ik een b-film over een hobo die op een boerderij besluit een handje te helpen en aan het eind van het verhaal met de boerin trouwt. Ik voelde me dan ook tevreden toen ik On The Road las en constateerde dat ik het woord niet hoefde op te zoeken. Ik had net tevoren de kans gekregen die film te zien.
Maar On The Road doet verlangen naar meer en ik ben op internet eens wat gaan rondkijken. Omdat je Wikipedia simpelweg never kunt ontwijken, kwam ik op de wiki over hobo's en zag ik daar verwijzingen naar beroemde hobo's en naar muziek, literatuur en films over hobo's. Beroemde hobo-liedjes blijk ik al in mijn muziekverzameling te hebben omdat het folk is. Onder de films werd ook Into the Wild genoemd. Dat trof me natuurlijk, want net als bij Factory Girl over Edie Sedgwick staat Into the Wild in mijn On Demand menu. Toeval bestaat niet en ik herken een reiking wanneer ik er één zie. Dus Into the Wild moest gezien worden. Vanochtend heb ik 'm gekeken. De hele ochtend, want het is een ellenlange film. En hij is mooi!

Over mijn filmconsumptie ga ik niet vals bescheiden zijn. Ik kijk erg veel. Gemiddeld zo'n twee films per dag. Ik geef mezelf dus gerust toestemming te beweren dat ik veel films heb gezien en inmiddels een beetje het kaf van het koren kan scheiden. Al blijf ik met een gerust hart kaf kijken. Into the Wild is koren. Dat Sean Penn rondloopt met een flink aantal veren in zijn reet is ongeveer terecht. Ik heb tot op heden geen slechte films van hem gezien. Die met Madonna heb ik dus ook niet gezien. Mijn initiële plan was om deze tekst te gebruiken om uit te leggen wat mij zo treft aan Into the Wild, maar dat kan ik nu nog niet goed onder woorden brengen. Hij schuift nog stapje voor stapje voorbij op mijn netvlies. Ik kan wel zeggen wat me zo aanspreekt aan het leven van hobo's. Aan het verhaal van liften, de tijd verliezen, van alles en iedereen ontmoeten en langs de wegen de natuur in alle directheid zien omdat je verder toch geen kloot hebt om naar te kijken.

Met alle bestendigheid van de afgelopen jaren, alles wat vastligt, treft het zwerven me recht in mijn ziel. Ik kan niet weg. Niet omdat ik niet op kan geven. Dat is juist het prachtige van de boeken, de muziek en de film. In de eerste scenes worden steeds weer voorbeelden getoond van hoe je wel kunt vertrekken en wel kunt loslaten. Door mensen die net zoveel hebben als ik. Nee, ik kan niet weg door angst en door verstandigheid. Geen van de voorbeelden was namelijk een vrouw. Geen van de vrouwen in de boeken, muziek en film zijn alleen op reis. Ze zijn met vrienden mee of zijn al iemands neuker.

Een mannelijke hobo wordt in eerste instantie bekeken als een potentieel gevaar. Als je een slecht mens treft, zal diegene de hobo in tweede instantie bekijken als een mogelijkheid om misbruik van te maken. Al heb ik deze week nog gelezen dat je meer mensen kunt vertrouwen dan je denkt. Een interessante stelling. Daarover later meer.
Een vrouwelijke hobo wordt in eerste instantie nooit bekeken als een potentieel gevaar, maar direct als iemand om misbruik van te maken. Of de vrouwelijke hobo treft toch een betrouwbaar persoon. Ik geloof er simpelweg geen reet van dat je als vrouw ongevaarlijk alleen kunt zwerven.
Maarten 't Hart kan beweren wat hij wil in De Vrouw Bestaat Niet, maar mannen hebben het toch echt, een tikkie misschien, maar toch echt makkelijker!

Toeval bestaat niet: het indrukwekkende proefschrift van sinoloog en filosoof René Ransdorp over de taoïstische geschriften van Zhuang Zi heet Zwervend met Zhuang Zi en Ransdorps eindconclusie is dan ook dat het evangelie van het taoïsme is dat je het leven zwervend moet leiden. Zonder doel, zonder tijdsbestek. Zwerven.
Ik wil het graag.


Na Into the Wild kwam deze conclusie in me op en schreef ik het al op Twitter: Vrijheid is simpelweg het gevoel ieder moment nog weg te kunnen.

Geen opmerkingen: