"Lung Shu zei tot de arts Wen Chi: 'Uw kunst is subtiel. Ik heb een kwaal; kunt u die genezen?'
De arts zei: 'Ik zal het proberen, maar vertel mij eerst wat uw symptomen zijn.'
Lung Shu zei: 'Ik voel mij niet geëerd als het hele dorp mij prijst noch voel ik mij beschaamd, wanneer het hele land mij bekritiseert. Voordeel maakt mij niet gelukkig en nadeel doet mij geen verdriet. Ik beschouw het leven als ware het de dood en ik beschouw rijkdom als ware het armoede. Ik beschouw mensen als waren ze varkens en ik beschouw mij zelf als gelijk aan hen. thuis ben ik als in een herberg en ik zie mijn eigen dorp als een vreemd land. Door deze kwaal kunnen beloningen me niet aanmoedigen en straffen kunnen me niet bang maken. Ik verander niet door vooruitgang of neergang, winst of verlies; ik word niet beïnvloed door verdriet of geluk. Hierdoor kan ik de regering niet dienen, niet met vrienden omgaan, mijn huishouding niet voeren of mijn bedienden instrueren. Wat voor ziekte is dit? Is er een manier om het te genezen?'
De arts liet Lung Shu met zijn rug naar het licht staan, terwijl hij zijn borst aandachtig bekeek. Na een poos zei hij: 'Ik zie je hart; het is leeg! Je bent bijna een wijze. Zes van de openingen in je hart zijn open; één ervan is gesloten. daarom denk jij dat de wijsheid van een wijze een kwaal is. Deze kan niet worden genezen door mijn beperkte kennis."- Uit de Liezi in de vertaling van Thomas Cleary
Mooie tekst. Ik vraag me wel af hoe Wen Chi door het licht af te weren het hart van Lung Shu kan bekijken ...En waarom hij aan het eind van zijn uitleg zegt dat dit niet genezen kan worden (alsof het toch een kwaal is).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten