Het is altijd en juist door kerkgeschiedenis geweest dat ik een religie en zijn leringen beter begreep. Pas toen ik colleges kreeg over het Concilie van Nicea, leerde ik de structuur van de katholieke geloofsbelijdenis echt kennen. Tijdens colleges over het Concilie van Chalcedon kreeg ik het weinige zicht dat er te krijgen is op het indrukwekkende dogma van de Drieëenheid en dankzij colleges over het Oosters Schisma zag ik de betekenis van het filioque. Dat soort colleges over daoïsme zijn nog met een vergrootglas niet te vinden.
Wie kennis wil maken met de daoïstische filosofie (Tao Chia) kan ik het boek Taoïsme : De Weg om niet te Volgen van Patricia de Martelaere aanbevelen. Wie zich wil verdiepen in de daoïstische religie (Tao Chiao) kan het best beginnen met Kristofer Schippers boek Tao : De Levende Religie van China. Zeer verhelderende boeken, maar mijns inziens met een nadeel: ze vertellen wat de filosofie of de religie wél is en niet wat het níet is.
Beide boeken verklaren en benaderen het onderwerp dus positief. Over gehakketak, profane oorsprong, soapachtige taferelen en eigenbelang geen woord. En dat zijn nou juist mijn ezelsbruggetjes.
Nu kan ik dus Wat is Taoïsme? van Martin Palmer aanbevelen. En waarom doe ik dat? Het eerste wat positief opvalt is dat Palmer echt begint bij het begin. Je ziet het klassiek daoïsme op de eerste pagina's opstaan uit het sjamanisme. Terwijl de maatschappij van China zich ontwikkelt, ontwikkelt de filosofie zich tegelijkertijd. Je ziet de oorsprong, je ziet de maatschappelijke aanleidingen tot mutatie, je ziet de gevolgen en de bouwstenen.
Het tweede deel van het boek gaat over de ontwikkeling van het klassieke, filosofische daoïsme naar een volksgodsdienst en daarna de groei van die volksgodsdienst tot instrument voor maatschappelijke beteugeling. Daoïsme wordt politiek. Ik raakte bijna triomfantelijk toen ik in dit deel las over de vestiging van een daoïstische theocratie in China in het jaar 188 door leidsman Chang-Lu. Niets religieus is het daoïsme vreemd. Ook de theocratie niet. Twee pagina's later schrijft Palmer over de Opstand van de Gele Tulbanden - Een rebellie door een daoïstische sekte die vele doden tot gevolg had. Triomfantelijkheid is ongepast, maar op mijn daoïsme-boekenplank van een metertje is dit de enige passage waarin het daoïsme in een negatief daglicht gesteld raakt. Toch bloed aan de handen van deze religie van de afzijdigheid. Wanneer je voortdurend moet filteren om niet in de val te trappen van New Age-achtige boeken die van het daoïsme een mengelmoes maken die het nooit is geweest, dan is dit een verademing.
Het derde deel van Wat is Taoìsme? geeft een zo breed mogelijk overzicht van het daoïstische pantheon. Tientallen goden worden in het zo typisch Chinese hiëarchische raster beschreven. Na het lezen van een redelijke hoeveelheid Chinese mythen had ik met hooguit een handjevol godheden kennisgemaakt. Palmer geeft een veel ruimer overzicht. En dan nog ben je de volledigheid niet genaderd.
Het laatste deel van het boek gaat over de adaptatie die het daoïsme nu ondergaat. Door kaping van de filosofie in de hoek van de zelfhulpboeken, door de breuk met de geschiedenis die de Culturele Revolutie heeft bewerkstelligd en doordat alle Chinese religies altijd al mixen en mengen en het niet veel voorkomt dat iemand zuiver daoïst, zuiver confucianist of zuiver boeddhist is.
Wat is Taoïsme? is toegankelijk geschreven. Ik had Martin Palmer van tevoren gegooglet en hij leek me een generalist. Hij presenteert tv-documentaires over religie voor de BBC. Op voorhand dacht ik dat hij wat bronnen bij elkaar gesprokkeld had, wat meningen nakauwde en een zoetsappig verhaal ter basale introductie zou geven. Wat is Taoïsme? is echter een kritisch boekje en Palmer heeft meer verstand van China en de Chinese taal dan de gemiddelde religiewetenschapper.
Nu staat dit boek dus als aanbeveling op de daoïsme-pagina. Een goede kennismaking met het daoïsme.
1 opmerking:
Naschrift: Walker waarschuwt (tweemaal!) dat het daoïsme een religie van mannen was. Uiteraard zijn er vele vrouwen daoïstisch, maar de leidsmannen van weleer en het perspectief van het daoïsme zijn primair mannnelijk.
Ook dat heb ik in geen ander boek benadrukt gezien en geeft een reëeler beeld van de ook nu weer zo typisch patriarchale achtergrond van religie.
Een reactie posten