10 juni 2011

God is Gek, een boekbespreking

In het kader van de Maand van de Spiritualiteit (november, en ik had er ook nog nooit van gehoord, terwijl ik er gevoelig voor ben) hebben dagblad Trouw, uitgeverij Ten Have en omroep KRO in 2009 aan Kluun de opdracht gegeven een essay te schrijven. Zoals hier al eens aangekaart: ik ben geen fan van Kluun. Ja, zul je zeggen, dat is omdat hij een notoire vreemdganger is die een doodzieke vrouw teleurstelt. Nou, antwoord ik dan, dat zou een mogelijkheid zijn, maar dat is 'm niet. Is het dan omdat hij zo onsympathiek en eigengeilerig is, vraag je dan. Dat waren Hemingway en Mailer ook, zou ik dan antwoorden, waarmee ik twee schrijvers noem waar Kluun in de verste verte niet mee kan concurreren. Want dat is waarom ik een broertje dood heb aan Kluun: hij schrijft als een natte krant.

Dan is deze boekbespreking eigenlijk al wel klaar. Flutschrijver = flutboek. 'Flut' is wel de benaming die je er aan kunt geven, maar ik wil er toch meer aandacht op vestigen. Kluun schrijft in God is Gek dat de schijn ontstaan is dat Nederland een land van atheïsten is. Dat viel mij laatst overigens ook op toen ik Een Goede Man slaat soms zijn Vrouw las van Joris Luyendijk. In dit boek uit 1998 beweert Joris stellig tegenover een Egyptische vriend dat de meerderheid van de Nederlanders atheïst is. Dat leek mij direct niet te kloppen. Waar had Joris uitgehangen?
Uit het door Kluun aangehaalde onderzoek God in Nederland 1996-2006 blijkt al dat de meerderheid van Nederland niet kerkelijk is maar wel gelooft. Dit geldt ook voor Kluun. Hij is in het essay zeer persoonlijk en vertelt over zijn ervaringen met spiritualiteit ten tijde van de dood van zijn vrouw. Gedurfd en irrelevant als argument voor zijn stelling. Want die stelling is: je wordt voor zot versleten als je er voor uitkomt gelovig te zijn. Een kleine elite van atheïsten dicteert dat gelovigheid achterlijkheid is. Kluun ondersteunt die stelling met het succes van Richard Dawkins en veel citaten van gelovigen én ongelovigen die een soort hatelijkheid herkennen bij verklaarde atheïsten.

Ik heb zelf bij eerdere gelegenheden op dit weblog, op een forum dat niet meer bestaat en op het weblog van een katholiek geschreven dat ik die ervaringen niet heb. Ik ben zelden voor zot versleten vanwege mijn geloof. Die keren dat het gebeurde werd dit gezegd door mensen die ik niet intelligent zou durven noemen en werd ik direct verdedigd door atheïsten die eisten dat ik in mijn waarde werd gelaten. Dit even tussendoor. Ik houd niet van de Calimero-rol die vaak aangenomen wordt. Gelovigen gebruiken vaak het excuus dat ze in een hoekje worden gedrukt wanneer ze (terecht of niet) ter verantwoording worden geroepen over hun ouderwets ogende leerstellingen. Je bent niet zielig!

Ik vind de stelling van Kluun geinig, maar niet verdedigbaar. Ik vind het essay heel vermakelijk omdat Kluun een goed gevoel voor humor heeft, veel mensen citeert die ik interessant vind en een bronnenlijst neerzet die ik heb geplunderd voor leesvoer. Daarnaast vond ik Kluun's inkijkje in zijn ietsisme heel interessant omdat ik weinig ietsisten ken en er daarom weinig kennis van heb. In een latere post kom ik hier nog op terug. Maar de kwaliteit van het schrijfwerk blijft des Kluuns.

Dit is een leuk boekje voor onderweg en voor die mensen die, net als Joris Luyendijk in 1998, denken dat we een land vergeven van de atheïsten zijn.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Ik denk dat atheisten een nog steeds afnemende minderheid zijn, zeker ook omdat dit atheisme, wat misschien beter gecategoriseerd kan worden als seculier humanisme toch erg vaak leunt op de maakbaarheidsgedachte welke op haar beurt zo ongeveer met de Muur gevallen is.

Maar goed, niet getreurd; inhoudelijk scheelt het ietsisme of een new-age-achtig geloof niet zoveel met atheisme. Wat is nu eigenlijk het verschil als je zegt dat er geen God is, of dat alles God is, of dat er wel een God is, maar die meer een 'kracht' is? Het klinkt een stuk beter, want poëtischer en meer in harmonie met de Westerse tijdsgeest.
Maar goed, eigenlijk is dit ook weer de Romantiek all-over again. :P

God is in al die visies eigenlijk niets meer dan de (een) gemystificeerde manifestatie van natuurkrachten. Ongeveer net zo te manipuleren als de gemiddelde maiskolf.

Qaboos zei

Atheïsme kan gebaseerd zijn op de maakbaarheidsgedachte, maar kan ook gebaseerd zijn op hedonisme. Als je het leven zo beschouwt dat het intrinsiek geen zin heeft, kun je daar zelf wat van maken, of het laten voor wat het is en ondergaan. Het gaat dus niet altijd hand in hand met de maakbaarheidsgedachte. Maar daarmee onderbouw ik jouw 'erg vaak' en spreek ik je niet tegen.

Ik denk dat ietsisme (en ik heb er niet zo veel verstand van) even veel afwijkt van theïsme als van atheïsme. Zeggen dat God een 'kracht' is, komt absoluut niet overeen met zeggen dat er geen bovenaardse macht is - want dat stellen alle atheïsten. Ik denk dat zo'n universele kracht net zo min als een persoonlijke God manipuleerbaar is door de mens. Anders gezegd: ik begrijp niet wat je bedoelt met je laatste opmerking over de maiskolf.

Anoniem zei

Ik denk wel dat er een verschil is, maar dat het vooral semantisch is. Als we (gechargeerd) na onze dood 'voer voor de wormen' danwel 'een druppel die oplost in de kosmische oceaan' zouden zijn, dan zit voor mijn gevoel het grootste verschil in het respect dat de gebruikte taal uitdrukt voor, laten we maar zeggen, dat wat groter is dan jezelf.

Zo ook het begrip 'bovenaardse macht'. Een atheist zal neem ik aan best geloven dat er behoorlijk wat extraterrestriale krachten zijn die op ons aardbewoners inwerken. Ze zullen het alleen geen 'God' noemen. Maar hoe, in de kern, wezenlijk is dat verschil?

De God die Spinoza omschrijft; wat verschilt dat nu van een omschrijving van het heelal zoals Hawkings die geeft?

En ietsisme; tja...
Ik hoor zelf vooral mensen daarover beginnen die eigenlijk niet zo geinteresseerd zijn in religie, maar ook niet op het verkeerde paard willen wedden. Zoiets: http://www.youtube.com/watch?v=gvcb5hJuEgU
:D