Voor de violisten vroeg ik me in eerste instantie af of het niet handig zou zijn als ik bij allemaal naar een voorbeeld op youtube zou linken. Ik heb dat uiteindelijk alleen bij Donnell Leahy gedaan omdat bij zijn video's geregeld lyrische reacties staan over zijn techniek en omdat hij zo relatief onbekend is.
Meestal als ik op youtube naar viool luister, klik ik ondertussen andere pagina's aan om wat te lezen. Het zal een rusteloosheid zijn of iets. Zware teksten lees ik dan niet, dus ik struin in eerste instantie de fora af waar ik vroeger geregeld kwam. Geen van die fora is nog erg levendig en dat blijft ontzettend jammer. Ongeveer noodgedwongen lees ik dan wat ik al eens eerder heb gezien.
Op het forum waar ik het langst actief was (2002-2007. in gesprekken wordt het nog steeds aangeduid als Het Forum) en waar ik zo'n beetje ben opgegroeid, staat inmiddels het bericht dat een oude bekende gaat trouwen. Zodoende schreef ik daar voor het eerst sinds meer dan een jaar weer iets neer. Ik ben namelijk na die felicitatie nagegaan welke posts ik daar gedaan heb en in de lijst van topics waar ik ooit in heb gereageerd kwam ik heel veel tegen dat ik niet meer precies wist te reproduceren. Terwijl Leahy speelde, las ik de gesprekken van mensen die ik inmiddels lang ken, die ik me opeens weer herinnerde zoals ze toen waren en die, net als iedereen, anders in het leven zijn gaan staan dan toen. Het is een verrassing zo'n vanzelfsprekendheid opeens als lijn te zien omdat je in het recente verleden kunt kijken.
Mijn eigen schrijven op dat forum gaf ook een ander persoon weer dan diegene die ik de afgelopen twee jaar ben geweest. Of beter gezegd: waar ik naartoe gegroeid ben.
Toen het uiteindelijk erg laat in de nacht was en ik naar mijn bed toe liep, bedacht ik me dat die persoon van toen leuker, relaxter en gelukkiger was dan die persoon van de afgelopen twee jaren en ik vroeg me af wat de oorzaak toch is geweest dat ik een ander perspectief had gekregen. Ik ben daar nog steeds niet achter.
Nieuwsgierig gebleven heb ik de hele riedel van discussies van toen nog een avond doorgelezen en me opnieuw afgevraagd waardoor ik afgedwaald ben geraakt. Cynisch geworden, belangrijke achtergrond vergeten, me druk ben gaan maken om futiliteiten.
Ik denk nu dat ik die blik in het verleden op het moment nodig heb gehad. En wat een geluk dat het nog kon. Dat de informatie er nog stond. Archief waar iemand iets aan heeft. Het perspectief wijzigt weer. Ik kan me niet meer om dezelfde zaken druk maken als een maand geleden. Al kan ik ook niet meer met diezelfde andere zaken bezig zijn als twee of drie jaar geleden. Maar de richting die zich nu voor mijn voeten openbaart wekt grote nieuwsgierigheid, verwachtingen en plezier. Wat een mazzel dat terugkijken mogelijk is en wat een leuke tijd was dat toch.
Het kan nooit meer terugkomen en het wekt weemoed, maar gelukkig valt dat lege gevoel te bestrijden omdat het forum vooralsnog te lezen is.
29 augustus 2009
26 augustus 2009
Violisten
Een vriend van mij, groot bluesliefhebber, noemde me maandag zijn top 5 gitaristen. En vroeg me in ruil mijn top 5 violisten. Er is een wereld van verschil tussen fiddlers en violisten. Alleen al technisch. Dus ik slaagde er niet in appels en peren met elkaar te vergelijken en twee wegen tegelijkertijd te bewandelen.
Ik wil bij deze even mijn best doen op twee top vijfen: die van volgens-mij-beste-violisten en volgens-mij-beste-fiddlers (met de onherroepelijke fout tot gevolg dat ik folkgenres met elkaar moet vergelijken).
Violisten
1. Ida Händel
2. Nigel Kennedy
3. Joshua Bell
4. Janine Jansen
5. Yehudi Menuhin
Fiddlers
1. Donnell Leahy
2. Alasdair Fraser
3. Alicia Svigalls
4. Carmen Piculeata
5. Natalie MacMaster
Ik verwacht geen discussie, omdat ik de kans klein acht dat er vioolliefhebbers meelezen hier. Wel wil ik verantwoorden dat ik zo'n vioolliefhebber ben die veel meer kickt op een goede techniek dan op het overbrengen van de emotie. Dat is van beide top vijfen de achtergrond en daarom staat Menuhin - de houthakker - bij mij op 5. Het is fabelachtig dat hij met die techniek toch zo prachtig speelde.
Ik wil bij deze even mijn best doen op twee top vijfen: die van volgens-mij-beste-violisten en volgens-mij-beste-fiddlers (met de onherroepelijke fout tot gevolg dat ik folkgenres met elkaar moet vergelijken).
Violisten
1. Ida Händel
2. Nigel Kennedy
3. Joshua Bell
4. Janine Jansen
5. Yehudi Menuhin
Fiddlers
1. Donnell Leahy
2. Alasdair Fraser
3. Alicia Svigalls
4. Carmen Piculeata
5. Natalie MacMaster
Ik verwacht geen discussie, omdat ik de kans klein acht dat er vioolliefhebbers meelezen hier. Wel wil ik verantwoorden dat ik zo'n vioolliefhebber ben die veel meer kickt op een goede techniek dan op het overbrengen van de emotie. Dat is van beide top vijfen de achtergrond en daarom staat Menuhin - de houthakker - bij mij op 5. Het is fabelachtig dat hij met die techniek toch zo prachtig speelde.
23 augustus 2009
Religie is evolutionair voordelig
Op dit moment ben ik aan het lezen in Waarom God niet verdwijnt : de neurologie van mystieke en religieuze ervaringen. Belangrijkste conclusie van het boek is dat mystieke ervaringen eigenlijk het gevolg zijn van biologische impulsen in het brein. Nu, halverwege het boek, leggen de auteurs uit hoe rituelen niet alleen een cultureel fundament hebben, maar ook een evolutionair-biologisch. Het uitvoeren van rituelen heeft een positief effect op onze overlevingskansen. Een voorbeeld van zulk mazzelrijk ritueel gedrag bij dieren was de passage over katten: het geven van kopjes is ritueel gedrag dat een evolutionair voordeel heeft, volgens de auteurs. Buiten de context van het ritueel heeft het geen praktisch nut. Het geven van kopjes is een aanhankelijkheidsbetuiging waarmee de kat affectie en daaropvolgend verzorging probeert te verkrijgen. Diezelfde reden heeft de mens als achtergrond voor het uitvoeren van clan-gezamenlijke rituelen. Het versterkt de overlevingskansen.
'De mens is ongeneeslijk religieus', zei Bisschop Punt jaren geleden in een interview in Elsevier. En hij had die conclusie gejat, want ik heb het nog in vele, oudere bronnen gelezen. Bisschop Punt is geen originele man. Niet zo zeer de mens is ongeneeslijk religieus; de hoger ontwikkelde diersoorten, inclusief de mens, zijn ongeneeslijk religieus. Omdat het evolutionair voordeel oplevert.
'De mens is ongeneeslijk religieus', zei Bisschop Punt jaren geleden in een interview in Elsevier. En hij had die conclusie gejat, want ik heb het nog in vele, oudere bronnen gelezen. Bisschop Punt is geen originele man. Niet zo zeer de mens is ongeneeslijk religieus; de hoger ontwikkelde diersoorten, inclusief de mens, zijn ongeneeslijk religieus. Omdat het evolutionair voordeel oplevert.
Geloven is een vorm van ironie
"Eerlijk gezegd kan ik me de geestesgesteldheid van de gelovige alleen als ironie indenken, niet als het hogere inzicht van een bevoorrechte. De gelovige heeft met nog wat gelijkgestemden God verzonnen, en met hun allen doen ze vervolgens alsof die nuttige fictie echt bestaat. Maar ze zouden vierkant van hun geloof afvallen, als Hij binnenkwam en zei: "Hier ben Ik".- Frans Kellendonk
Ik denk dat hij gelijk heeft. Gisteren was ik acoliet bij ons in de kerk. Het belangrijkste wat ik leerde toen ik acoliet werd, was 'als je maar plechtig bent, dan doe je alles goed'. Ik denk dat niemand bij mij in de kerk werkelijk het Verhaal gelooft. Ik denk dat we met z'n allen toneel opvoeren. Omdat het zo fijn is.
20 augustus 2009
19 augustus 2009
Ontzieling
Het was vreemd dat hier bijna nooit iemand zat. Je was er deel van de wereld en toch afgeschermd. Voorbijgangers zouden door het hek naar binnen moeten gaan, de trap op en dan de deuren open moeten schuiven om op de veranda te komen. De bries maakte het elk uur van de dag aangenaam, de repen linnen, gedrapeerd over de houten draagbalken, braken de zonnestralen tot een mooi diffuus licht. Alsof de hemel naar je reikte. En het sluitstuk waren de struiken die tegen de balustrade op groeiden, zwaar van de trossen roze bloemen.
De zon was te sterk om langdurig buiten te zijn, maar de hele dag binnen zitten, deed je verstompen. De veranda bracht de mooiste oplossing. Niet zonder boek, natuurlijk. Uitzicht laat je gedachten malen. Van uitzicht komen theorieën, vrees en verdriet. Dus ik las The God Delusion en theorieën ontstonden toch wel door de opgeworpen barrière heen. Bevestigd zien dat er geen doel is, geen zin en dat niets en niemand er ook maar enigszins toe doet in de grote lijn, werkt bevrijdend. Bries op je gezicht en weten dat je nergens heen hoeft op dat moment, nergens vandaan komt en nergens gekomen bent. De roze trossen bloemen zagen eruit om mee te nemen en de vuistregel dat je niet aan andermans spullen zit, kwam omhoog. Gevolgd door de net geboren idee dat die roze trossen series en series moleculen zijn. Dat ze dat al waren voordat ze roze waren en lichtjes zwiepten in de bries. Dat ze dat zullen blijven als de trossen verwelkt zijn, naar de grond zijn gedwarreld en daar de volgende rangschikking krijgen.
Kun je genieten van trossen bloemen op een schaduwrijke veranda als je weet wat zowel de bloemen, als de veranda, als jijzelf eigenlijk zijn? Is het geen doodrelativering? Ben je vatbaar voor de poëzie van de schoonheid als je het Hoger Plan hebt afgewezen? Je kunt de rangschikking niet wonderlijk noemen, niet bijzonder. Hij is zoals hij is en kon niet anders worden dan hij is, want de andere opties zijn minder doortastend gebleken dan deze rangschikking.
Kennis is op zo'n moment verre van zaligmakend. Ik weet van de fundamentele nutteloosheid en ik weet van de scheikunde, maar de ontzieling maakt het kil.
Dit is het meest warme wat ik over dat moment kan schrijven. Het was bevrijdend en tegelijkertijd een val tot armoede. De menselijke verbeelding van religie toont zijn meerwaarde in de ambitieloze verwondering. Zou de ambitie bestaan de verwondering te ontmaskeren, dan zou de verwondering zelf sterven.
Wie de zoektocht naar kennis mooi vindt, wil niet blijven stilstaan bij verbazing en ijvert eigenlijk voor de verdwijning ervan. Diegene zal er heimwee naar krijgen en de anderen willen niet met hem meegaan.
Het is emotionele kleffigheid die ons doet besluiten dat kennis van tijd tot tijd te kostbaar is.
De zon was te sterk om langdurig buiten te zijn, maar de hele dag binnen zitten, deed je verstompen. De veranda bracht de mooiste oplossing. Niet zonder boek, natuurlijk. Uitzicht laat je gedachten malen. Van uitzicht komen theorieën, vrees en verdriet. Dus ik las The God Delusion en theorieën ontstonden toch wel door de opgeworpen barrière heen. Bevestigd zien dat er geen doel is, geen zin en dat niets en niemand er ook maar enigszins toe doet in de grote lijn, werkt bevrijdend. Bries op je gezicht en weten dat je nergens heen hoeft op dat moment, nergens vandaan komt en nergens gekomen bent. De roze trossen bloemen zagen eruit om mee te nemen en de vuistregel dat je niet aan andermans spullen zit, kwam omhoog. Gevolgd door de net geboren idee dat die roze trossen series en series moleculen zijn. Dat ze dat al waren voordat ze roze waren en lichtjes zwiepten in de bries. Dat ze dat zullen blijven als de trossen verwelkt zijn, naar de grond zijn gedwarreld en daar de volgende rangschikking krijgen.
Kun je genieten van trossen bloemen op een schaduwrijke veranda als je weet wat zowel de bloemen, als de veranda, als jijzelf eigenlijk zijn? Is het geen doodrelativering? Ben je vatbaar voor de poëzie van de schoonheid als je het Hoger Plan hebt afgewezen? Je kunt de rangschikking niet wonderlijk noemen, niet bijzonder. Hij is zoals hij is en kon niet anders worden dan hij is, want de andere opties zijn minder doortastend gebleken dan deze rangschikking.
Kennis is op zo'n moment verre van zaligmakend. Ik weet van de fundamentele nutteloosheid en ik weet van de scheikunde, maar de ontzieling maakt het kil.
Dit is het meest warme wat ik over dat moment kan schrijven. Het was bevrijdend en tegelijkertijd een val tot armoede. De menselijke verbeelding van religie toont zijn meerwaarde in de ambitieloze verwondering. Zou de ambitie bestaan de verwondering te ontmaskeren, dan zou de verwondering zelf sterven.
Wie de zoektocht naar kennis mooi vindt, wil niet blijven stilstaan bij verbazing en ijvert eigenlijk voor de verdwijning ervan. Diegene zal er heimwee naar krijgen en de anderen willen niet met hem meegaan.
Het is emotionele kleffigheid die ons doet besluiten dat kennis van tijd tot tijd te kostbaar is.
16 augustus 2009
Letterlijklezers
Dawkins herhaalt meermaals in The God Delusion dat de God van het Oude Testament een rancuneuze, oorlogszuchtige, vrouwenhatende sadist van een behoorlijk kaliber is. Als je de verhalen leest als zijn het nieuwsberichten dan ligt die conclusie voor de hand. In discussies over verschillende - in onze moderne ogen vrij lompe - passages in het OT heb ik weleens genoemd dat YHWH in dat verhaal die rol moest spelen want anders zouden de beslissingen van de hoofdrolspelende mensen niet uit de verf zijn gekomen. Zo moet God zo afkeurend reageren op het landbouw-offer van Kaïn, anders kan de broedermoord niet plaatsvinden en juist het moreel laakbare van die broedermoord is het menselijke thema dat aan de hand van dat verhaal in een niet-gealfabetiseerde samenleving doorgegeven wordt.
Dat maakt voor de boodschap van Dawkins niet uit. Dawkins redeneert juist op deze wijze omdat veel letterlijklezers deze redeneertrant hebben en desondanks toch uitkomen op de conclusie dat God liefde is. Een conclusie die in Dawkins' ogen niet rationeel is.
Een collega van mij, liberaal katholiek en zeer actief in de kerk gaf me zijn theorie over het verschil in bijbellezen van katholieken en het bijbellezen van protestanten. Protestanten lezen het hele boek (met uitzondering van de deuterocannonieke boeken, die zij niet hebben) en zien het OT als verhaal van God in haar eigen geschiedenis. Katholieken lezen over het algemeen nauwelijks de Bijbel en bezien het OT enkel en alleen in het licht van het NT. Als het OT nog niet de minste verwijzing naar Christus in een creatieve geest op kan roepen, dan is dat deel van het OT een passage die in de katholieke kerk vastberaden wordt genegeerd. Letterlijklezen is heel moeilijk te doen in de katholieke kerk. Dat zou je als prettig kunnen beschouwen, ware het niet dat we nog genoeg andere onderdelen van de katholieke geschiedenis als stompzinnig daar tegenover kunnen stellen.
Een paar dagen geleden heb ik een interessant gesprek gehad, ik hoop de eerste van meerdere, met een echtpaar dat letterlijk leest. Het werkwoord 'letterlijklezen' begrepen ze niet, dus ik heb die vraag moeten herfraseren in: "Is de Aarde 6000 jaar oud?". De man van het echtpaar (wie dacht je anders?) legde uit dat als het scheppingsverhaal niet historisch waar zou zijn, de rest van het Boek even zo goed niet waar zou kunnen zijn. En dan is dus het einde zoek. Wie bepaalde passages als allegorie beschouwt, trekt aan een losse draad in de trui en zal onherroepelijk de hele trui uithalen. Als de Babylonische ballingschap historisch waar is, dan is het scheppingsverhaal dat ook. En wie het scheppingsverhaal als allegorie beschouwt, die mag niet erkennen dat de Babylonische ballingschap historisch heeft plaatsgevonden. Ik wil hier met ze verder over praten om twee redenen. Ten eerste: is er een mogelijkheid dat ze zich niét vast zullen kletsen of dat ze zich vast zullen kletsen zonder het door te hebben? Bij dat moment wil ik aanwezig zijn. En ten tweede: de vrouw van het echtpaar zou volgens mij gebaat zijn bij kennismaking met vrouwen die heel anders leven. En daar ken ik er genoeg van.
Vanmiddag ben ik begonnen in het boek Schiften van Harry Kuitert. Zijn naam wekt in christelijke kringen vaak een beetje geblaas op. Kuitert is dermate de allegorische weg ingeslagen, dat warmbloedig gelovigen hem ervan verdenken het geloof uit te hollen. Naar mijn idee hebben warmbloedig gelovigen van alle tijden dat gezegd over alle mensen die de godsdienst met de dan heersende tijd wisten te verenigen. We zijn nooit slechter geworden van mensen als Kuitert.
Al op één van de eerste pagina's van Schiften, staat de volgende, vermakelijke passage:
"Alles kan niet hetzelfde blijven, de meeste kerkelijk-denkende mensen gaan daarvan uit, en zijn er allang op eigen houtje mee bezig, maar 'bij Kuitert blijft er weinig of niets van over'. Veel gehoorde en, naarmate de tijd verstreek, vaker gehoorde klacht. Even begrijpelijk als inefficiënt, want so what? Als er weinig overblijft, blijft er weinig over, met je klachten erover breng je niet terug wat je kwijt bent geraakt. Daar zijn argumenten en redenen voor nodig, en als je die niet hebt, zorg dan dat je ze krijgt. En zijn ze niet te vinden, dan is het einde verhaal.[...]Het geloof gaat aan de wandel als je erover gaat redeneren, en bij geloven betekent wandelen wankelen, onzekerheid. Daarom zijn nogal wat mensen tegen redenen, als het om geloven gaat. 'U wilt alles beredeneren, maar dat gaat niet, het geloof is niet te beredenen.' Zullen we het deze keer eens helemaal eens zijn! Maar waarom dan voortdurend en onophoudelijk op het redeneren terugvallen, op het fundament van een beredeneerde leer? Was het maar zo, dat gelovige mensen beseften dat geloven heel wat anders is dan beredeneren, maar ze bedoelen dat de beredeneerde leer vaststaat en dat je er niet aan mag komen, want dan lijkt het alsof alles wankelt.[...]Redeneren - dat is mijn punt - maakt juist de basis van veel behoudend geloof uit, beredeneerde leer, en daar moet ik van afblijven op straffe van buitenspel gezet worden."
Ik ken geen volksstammen behoudende gelovigen, maar diegenen die ik ken, hebben één eigenschap steeds gemeen: ze werken heel hard om precies zo te zijn, zo te leven en zo te handelen als in hun kringen juist is. En dan bedoel ik niet alleen het medemenselijk handelen, maar al hun handelen en hun hele leven. Het door hun gekozen werkveld, de door hun geluisterde muziek, de door hun gelezen bronnen en de door hun gekozen hobbies. Ze kiezen niet wat henzelf aanstaat, maar wat in hun kringen als goed wordt geacht. Dat al snel genoeg blijkt dat ze er geen enkel plezier mee beleven, is het in de Bijbel voorspelde lijden dat je in je leven moet ondergaan. Al het lijden dat ze gemeen hebben met mensen die wel hun eigen voorkeuren volgen (ziekte, teleurstelling, pech), dat komt er bij hen nog eens extra bovenop.
Dat maakt voor de boodschap van Dawkins niet uit. Dawkins redeneert juist op deze wijze omdat veel letterlijklezers deze redeneertrant hebben en desondanks toch uitkomen op de conclusie dat God liefde is. Een conclusie die in Dawkins' ogen niet rationeel is.
Een collega van mij, liberaal katholiek en zeer actief in de kerk gaf me zijn theorie over het verschil in bijbellezen van katholieken en het bijbellezen van protestanten. Protestanten lezen het hele boek (met uitzondering van de deuterocannonieke boeken, die zij niet hebben) en zien het OT als verhaal van God in haar eigen geschiedenis. Katholieken lezen over het algemeen nauwelijks de Bijbel en bezien het OT enkel en alleen in het licht van het NT. Als het OT nog niet de minste verwijzing naar Christus in een creatieve geest op kan roepen, dan is dat deel van het OT een passage die in de katholieke kerk vastberaden wordt genegeerd. Letterlijklezen is heel moeilijk te doen in de katholieke kerk. Dat zou je als prettig kunnen beschouwen, ware het niet dat we nog genoeg andere onderdelen van de katholieke geschiedenis als stompzinnig daar tegenover kunnen stellen.
Een paar dagen geleden heb ik een interessant gesprek gehad, ik hoop de eerste van meerdere, met een echtpaar dat letterlijk leest. Het werkwoord 'letterlijklezen' begrepen ze niet, dus ik heb die vraag moeten herfraseren in: "Is de Aarde 6000 jaar oud?". De man van het echtpaar (wie dacht je anders?) legde uit dat als het scheppingsverhaal niet historisch waar zou zijn, de rest van het Boek even zo goed niet waar zou kunnen zijn. En dan is dus het einde zoek. Wie bepaalde passages als allegorie beschouwt, trekt aan een losse draad in de trui en zal onherroepelijk de hele trui uithalen. Als de Babylonische ballingschap historisch waar is, dan is het scheppingsverhaal dat ook. En wie het scheppingsverhaal als allegorie beschouwt, die mag niet erkennen dat de Babylonische ballingschap historisch heeft plaatsgevonden. Ik wil hier met ze verder over praten om twee redenen. Ten eerste: is er een mogelijkheid dat ze zich niét vast zullen kletsen of dat ze zich vast zullen kletsen zonder het door te hebben? Bij dat moment wil ik aanwezig zijn. En ten tweede: de vrouw van het echtpaar zou volgens mij gebaat zijn bij kennismaking met vrouwen die heel anders leven. En daar ken ik er genoeg van.
Vanmiddag ben ik begonnen in het boek Schiften van Harry Kuitert. Zijn naam wekt in christelijke kringen vaak een beetje geblaas op. Kuitert is dermate de allegorische weg ingeslagen, dat warmbloedig gelovigen hem ervan verdenken het geloof uit te hollen. Naar mijn idee hebben warmbloedig gelovigen van alle tijden dat gezegd over alle mensen die de godsdienst met de dan heersende tijd wisten te verenigen. We zijn nooit slechter geworden van mensen als Kuitert.
Al op één van de eerste pagina's van Schiften, staat de volgende, vermakelijke passage:
"Alles kan niet hetzelfde blijven, de meeste kerkelijk-denkende mensen gaan daarvan uit, en zijn er allang op eigen houtje mee bezig, maar 'bij Kuitert blijft er weinig of niets van over'. Veel gehoorde en, naarmate de tijd verstreek, vaker gehoorde klacht. Even begrijpelijk als inefficiënt, want so what? Als er weinig overblijft, blijft er weinig over, met je klachten erover breng je niet terug wat je kwijt bent geraakt. Daar zijn argumenten en redenen voor nodig, en als je die niet hebt, zorg dan dat je ze krijgt. En zijn ze niet te vinden, dan is het einde verhaal.[...]Het geloof gaat aan de wandel als je erover gaat redeneren, en bij geloven betekent wandelen wankelen, onzekerheid. Daarom zijn nogal wat mensen tegen redenen, als het om geloven gaat. 'U wilt alles beredeneren, maar dat gaat niet, het geloof is niet te beredenen.' Zullen we het deze keer eens helemaal eens zijn! Maar waarom dan voortdurend en onophoudelijk op het redeneren terugvallen, op het fundament van een beredeneerde leer? Was het maar zo, dat gelovige mensen beseften dat geloven heel wat anders is dan beredeneren, maar ze bedoelen dat de beredeneerde leer vaststaat en dat je er niet aan mag komen, want dan lijkt het alsof alles wankelt.[...]Redeneren - dat is mijn punt - maakt juist de basis van veel behoudend geloof uit, beredeneerde leer, en daar moet ik van afblijven op straffe van buitenspel gezet worden."
Ik ken geen volksstammen behoudende gelovigen, maar diegenen die ik ken, hebben één eigenschap steeds gemeen: ze werken heel hard om precies zo te zijn, zo te leven en zo te handelen als in hun kringen juist is. En dan bedoel ik niet alleen het medemenselijk handelen, maar al hun handelen en hun hele leven. Het door hun gekozen werkveld, de door hun geluisterde muziek, de door hun gelezen bronnen en de door hun gekozen hobbies. Ze kiezen niet wat henzelf aanstaat, maar wat in hun kringen als goed wordt geacht. Dat al snel genoeg blijkt dat ze er geen enkel plezier mee beleven, is het in de Bijbel voorspelde lijden dat je in je leven moet ondergaan. Al het lijden dat ze gemeen hebben met mensen die wel hun eigen voorkeuren volgen (ziekte, teleurstelling, pech), dat komt er bij hen nog eens extra bovenop.
11 augustus 2009
Boekbespreking The God Delusion
**Spoiler alert**. Ik begin mijn posts over The God Delusion met een boekbespreking. Ik heb de indruk niet anders te kunnen. Ik wil vermijden dat ik mijn reacties uit de lucht laat vallen. Wie het boek wil lezen zonder voorkennis, die raad ik af deze boekbespreking te lezen. Wie met me van gedachten wil wisselen, nodig ik van harte uit. Ik heb daar sterk behoefte aan.
Dawkins is geen godsdienstwetenschapper en hij zal het ook nooit (willen) worden. Meermaals vermeldt hij in het boek dat je niet ingevoerd hoeft te wezen in geloof om er een mening over te hebben. Zoals je ook niet ingevoerd hoeft te zijn in gastronomie om verstand te hebben van lekker eten (mijn voorbeeld). En Dawkins voegt daar aan toe dat de meeste gelovigen ook geen verstand hebben van hun eigen geloof en daarom op hetzelfde kennisniveau staan. Maar als je geloof als geheel wilt wegzetten als onzin, is het weldegelijk van belang dat je er kennis van ontwikkelt. Dawkins erkent dat hij meermaals geanimeerde gesprekken heeft gehad met gerenommeerde theologen (en andere gerenommeerde theologen zet hij terecht op hun nummer) en dat hij verrassend genoeg geen moeite heeft met een geloofsopvatting als die van Dietrich Bonhoeffer. Al zegt hij wel dat wanneer gelovigen niet geloven in een alom aanwezige, almachtige, alziende, persoonlijke God die gebeden verhoort, dat diegenen dan eigenlijk gewoon atheïsten zijn. Waarmee ik al aan het begin van mijn tekst het naambordje tevoorschijn haal: ik ben een atheïst.
Hoofdstuk 1 Over mensen die ongelovig zijn maar geloof zo waarderen
Dit is het enige hoofdstuk waarin echt grondeloos gebasht wordt. De arrogantie van het eigen gelijk, zo veelvuldig geëtaleerd door Dawkins' ongenode apostelen, wordt hier breed uitgemeten. Hij bekritiseert ongelovigen die godsdienst prettig vinden voor andere mensen en die warme gevoelens krijgen van de rituelen. Dit eerste hoofdstuk is zoals je verwacht dat het hele boek is. Ten onrechte, maar wie dit hoofdstuk dus niet gedisciplineerd uitleest, komt niet bij de werkelijke informatie. Dawkins verliest op zijn doel van bekering van gelovigen, als ze eerst door deze litanie heen moeten.
Hoofdstuk 2 Hypotheses over polytheisme, monotheisme, de founding fathers die keihard atheïst waren, dat agnosticisme laf is, wat de God die NOMA wordt genoemd door milde wetenschappers zo onwaarschijnlijk maakt
Dawkins duikt de theorie in. Wie echt geïnteresseerd is naar de wetenschappelijke achtergrond van verschillende religies, kan andere boeken kiezen boven dit boek. Het voordeel van Dawkins is dat hij schrijft als een televisiepresentator. Alsof hij spreekt en met flair en ironie. Dat maakt de informatie breed toegankelijk, als is de informatie subjectief, want een oproep van Dawkins, itt de objectieve informatie van de godsdienstwetenschap. Dit hoofdstuk zal bij niemand de behoefte wekken om meer te weten te komen over godsdiensten. Bij godsdienstigen zal het eerder de behoefte wekken om meer te weten te komen over het beeld dat ongelovigen hebben van godsdiensten. Die behoefte kreeg ik ervan.
De makkelijke schrijfstijl van Dawkins irriteert ook regelmatig. Je voelt je af en toe weggezet als een dombo, door zijn populaire taal.
Het deel over NOMA is nieuw voor me en dus interessant, maar het is niet makkelijk geschreven en ik snap het daarom niet. Of agnosticisme laf is of niet zal me worst wezen.
Argumenten voor Gods bestaan. Dawkins haalt de scholastiek erbij
Apologetiek focust zich al sinds de 19e eeuw meer op het verdedigen van de christelijke moraal dan op het verdedigen van het geloof. De laatste grote golf van verdediging van het katholieke geloof was ten tijde van het Eerste Vaticaans Concilie. Dawkins kan daarom moeilijk reageren op moderne apologetiek (ik tel de simplistische apologetiek van de evangelicals natuurlijk niet meer) en Dawkins moet dan ook teruggrijpen op de oude apologeten uit de scholastiek (de middeleeuwen). De denktrant van de scholastiek bestond binnen een diepchristelijke samenleving en beantwoordde vragen van die tijd. Vanzelfsprekend houdt die apologetiek geen stand tegen moderne vragen. Het hoofdstuk loopt dan ook scheef en daar kan Dawkins weinig aan doen. De theologie als academische tak is in de afgelopen eeuw definitief gespleten in twee stromingen. De ene is de stroming wil letterlijk blijven lezen omdat het volgens hen onmogelijk is het geloof te onderzoeken zonder het te demystificeren. De andere stroming bestaat uit wat Dawkins 'atheïstische' theologen zou noemen. Die theologie, die niet letterlijk leest, vat God zo abstract op dat je er op je vrije zondag met je gewone doordeweekse zorgen niets meer aan hebt. Die laatste stroming is volgens Dawkins al atheïst. Die eerste stroming is Dawkins' tegenstander en zal nooit luisteren naar argumenten tegen God, want argumenten, zoals gebruikelijk in het wetenschappelijk discours, zijn voor die stroming al een gepasseerd station.
De Boeing 747 tegen je gebruikt en waarom het ontstaan van de aarde niets met toeval te maken heeft
Geweldig hoofdstuk. Het argument dat binnen het creationisme veelvuldig wordt gebruikt is dat van de onmogelijk kleine kans dat je op een schroothoop met een wervelstorm een complete, werkende Boeing 747 kunt krijgen en hoe het ontstaan van de wereld in de vorm zoals we die kennen, net zo'n kleine kans heeft om te ontstaan uit een natuurlijk fenomeen en dus van bovennatuurlijke herkomst moet zijn. Dawkins legt kansberekening uit en gaat daarna verder met hoe het universum en niets binnen het universum ooit bij toeval tot stand is gekomen. Het fascineerde me natuurlijk omdat het me tegemoet kwam (ik heb moeite met toeval), maar met schaamte bekende ik dankzij dit hoofdstuk ook dat mijn geloof deels voortkomt uit mijn grote gebrek aan kennis van natuurkunde, scheikunde en biologie. Als ik daar meer vanaf weet, ben ik zo zeker niet meer van mijn godsdienstige standpunten, vermoed ik. Het is genant het te moeten bekennen, maar het is wel waar. Ik ben vermoedelijk gelovig omdat ik een gebrek aan kennis heb.
Hoe we dan toch aan religie komen
Dawkins legt hier aan de hand van de mementheorie en andere mogelijke oorzaken uit hoe religie zichzelf in stand heeft weten te houden en waarom religie evolutionaire voordelen kan hebben. Ik heb in christelijke en niet-christelijke bronnen gelezen dat de mementheorie een hypothese is waar nog geen bewijs voor is . Jammer dat Dawkins dat niet even in een voetnoot zet. Vermoedelijk verdedigt hij in een andere publicatie de mementheorie wel, maar dan had hij daar naar mogen verwijzen.
Hoe we dan toch aan religie komen wordt heel veel beter uitgelegd door Daniel Dennett in Breaking the Spell. Ik kan 'm aanraden voor wie 'm van me wil lenen.
En waarom we een moraal hebben
De moraal van de mens leeft buiten de religie om. Dat bewijst het dagelijks nieuws ons wel en dat bewijst het gehamer op zonde van de kerk ook. De grondregels van elke religie zijn ook identiek aan die van de volgende (dood niet, steel niet, ga niet op andermans vrouw liggen). Dawkins heeft gelijk dat de moraal niet vanuit de religie komt, maar de religie vanuit de moraal. Het gaf me heel sentimenteel een gevoel van verbondenheid met de atheïstische mensheid, terwijl ik het las. Al wist ik het al wel. Ik ken voldoende atheïsten. Ik vond en vind het prettig enerzijds dat we in de kern allemaal hetzelfde nastreven en dus allemaal even onvolmaakt zijn en anderzijds voelt het prettig dat ik die dikke pillen van heilige boeken niet hoef te lezen om mijn moraal bij te spijkeren. Die dwangmatige onhebbelijkheid heb ik wel. Nee, ik blijk de zaak gewoon af te kunnen kijken van alle mensen om me heen.
Je zult het je misschien niet voor kunnen stellen, maar naar aanleiding van dit hoofdstuk viel er een last van me af zo groot als mijn jarenlang gepieker over medische ethiek. Zie ook hier.
Oh ja, Dawkins vermeldt ook hoe de tien geboden eigenlijk beperkt zijn tot de eigen joodse clan en niet zijn bedoeld voor de buren of de onbekenden. Hij legt ook uit hoe evolutionair logisch het is om de eigen clan te willen ondersteunen en de vreemdelingen vooral niet. Ik kan me voorstellen hoe bij sommige lezers dat een daling van achting dat heeft betekent voor de godsdienst. Het is de gelovigen te doen om het eigen volk. Van sommige zaken verwacht je dat het algemene kennis is totdat je merkt dat iemand daar hele pagina's aan wijdt en het dus niet algemeen bekend is geweest: de tien geboden zijn egocentrisch.
Het hoofdstuk over de Bijbel
Hier had hij wat mij betreft nog veel meer uit kunnen pakken. Het ontstaan van de Bijbel is een geweldige en zeer profane geschiedenis. Mijns inziens zou dat onderdeel moeten zijn van het vak Godsdienst op school. Al zullen de letterlijklezers dat vooral niet willen. Het Boek is met liefde tot stand gekomen en tot in de vezels menselijk. Mooi hoofdstuk, voor mij oud nieuws en Dawkins had nog veel verder kunnen gaan.
Waarom zo anti-religie
Ook een dijk van een hoofdstuk. Dawkins geeft pagina na pagina voorbeelden van onderdrukking op basis van religieuze overtuigingen of machtshonger met behulp van religieuze overtuigingen. Dit is het materiaal waarmee op internet ellenlange, smakelijke discussies worden gevoerd. Eerder in het boek, maar ik noem het hier, somt Dawkins een aantal voorbeelden op van onderdrukking van atheïsten in de VS. Een atheïst die in zijn stad een vreedzame demonstratie wilde organiseren tijdens een gebedsgenezingsdienst kreeg categorisch politiebescherming geweigerd door de autoriteiten. Ik ben geschokt dat in een geciviliseerd land waarin vrijheid van meningsuiting zo ver gaat dat Aryan Nation stront mag roepen, een bepaalde mening gewelddadig mag worden bestreden zonder dat de autoriteiten bescherming bieden. Het is beschamend.
Waarom religie slecht is voor kinderen
Opnieuw veelvuldige voorbeelden van militante informatievoorziening. Deze keer met kinderen, die hun kritisch vermogen nog niet volledig hebben kunnen ontwikkelen. Het is stof tot nadenken want ik wil ook (mijn) kinderen religieus opvoeden. Ik weet nog niet wat ik hiermee moet.
En het hoofdstuk over hoe heerlijk fris en fruitig de wereld wetenschappelijk toch is
Dawkins sluit af met een pleidooi voor de wetenschap, de kritische analyse, het atheïsme en de ultieme positiviteit van de honger naar kennis. Eerder in het boek haalt hij al Augustinus aan (en ook Luther) die waarschuwen dat de honger naar kennis tot ongeluk leidt. Het voert te ver om daar hier een uiteenzetting over neer te zetten (en ik schenk mezelf nu tijd om goed over die post na te denken), maar Augustinus (en ja, Luther ook wel een beetje) heeft wel een punt.
Ik heb veel gelezen dat me tot nadenken stemt. Daarnaast heb ik honger gekregen naar meer kritiek op godsdienst. Wel vind ik dat het boek beter onderbouwd was geweest als Dawkins meer kennis had gehad van de hedendaagse theologie. Dawkins zelf is een sympathieke intellectueel, maar veel van zijn lezers missen in dit boek belangrijke nuances ten aanzien van religie.
Ik kan het boek aan iedereen van harte aanraden en wil me graag inzetten voor een beter maatschappelijk klimaat voor vrijdenkers. Dat is ook hier nodig met het christelijke kabinet. Ja, mooi boek. Ik ben onder de indruk en voel me onderwezen.
Dawkins is geen godsdienstwetenschapper en hij zal het ook nooit (willen) worden. Meermaals vermeldt hij in het boek dat je niet ingevoerd hoeft te wezen in geloof om er een mening over te hebben. Zoals je ook niet ingevoerd hoeft te zijn in gastronomie om verstand te hebben van lekker eten (mijn voorbeeld). En Dawkins voegt daar aan toe dat de meeste gelovigen ook geen verstand hebben van hun eigen geloof en daarom op hetzelfde kennisniveau staan. Maar als je geloof als geheel wilt wegzetten als onzin, is het weldegelijk van belang dat je er kennis van ontwikkelt. Dawkins erkent dat hij meermaals geanimeerde gesprekken heeft gehad met gerenommeerde theologen (en andere gerenommeerde theologen zet hij terecht op hun nummer) en dat hij verrassend genoeg geen moeite heeft met een geloofsopvatting als die van Dietrich Bonhoeffer. Al zegt hij wel dat wanneer gelovigen niet geloven in een alom aanwezige, almachtige, alziende, persoonlijke God die gebeden verhoort, dat diegenen dan eigenlijk gewoon atheïsten zijn. Waarmee ik al aan het begin van mijn tekst het naambordje tevoorschijn haal: ik ben een atheïst.
Hoofdstuk 1 Over mensen die ongelovig zijn maar geloof zo waarderen
Dit is het enige hoofdstuk waarin echt grondeloos gebasht wordt. De arrogantie van het eigen gelijk, zo veelvuldig geëtaleerd door Dawkins' ongenode apostelen, wordt hier breed uitgemeten. Hij bekritiseert ongelovigen die godsdienst prettig vinden voor andere mensen en die warme gevoelens krijgen van de rituelen. Dit eerste hoofdstuk is zoals je verwacht dat het hele boek is. Ten onrechte, maar wie dit hoofdstuk dus niet gedisciplineerd uitleest, komt niet bij de werkelijke informatie. Dawkins verliest op zijn doel van bekering van gelovigen, als ze eerst door deze litanie heen moeten.
Hoofdstuk 2 Hypotheses over polytheisme, monotheisme, de founding fathers die keihard atheïst waren, dat agnosticisme laf is, wat de God die NOMA wordt genoemd door milde wetenschappers zo onwaarschijnlijk maakt
Dawkins duikt de theorie in. Wie echt geïnteresseerd is naar de wetenschappelijke achtergrond van verschillende religies, kan andere boeken kiezen boven dit boek. Het voordeel van Dawkins is dat hij schrijft als een televisiepresentator. Alsof hij spreekt en met flair en ironie. Dat maakt de informatie breed toegankelijk, als is de informatie subjectief, want een oproep van Dawkins, itt de objectieve informatie van de godsdienstwetenschap. Dit hoofdstuk zal bij niemand de behoefte wekken om meer te weten te komen over godsdiensten. Bij godsdienstigen zal het eerder de behoefte wekken om meer te weten te komen over het beeld dat ongelovigen hebben van godsdiensten. Die behoefte kreeg ik ervan.
De makkelijke schrijfstijl van Dawkins irriteert ook regelmatig. Je voelt je af en toe weggezet als een dombo, door zijn populaire taal.
Het deel over NOMA is nieuw voor me en dus interessant, maar het is niet makkelijk geschreven en ik snap het daarom niet. Of agnosticisme laf is of niet zal me worst wezen.
Argumenten voor Gods bestaan. Dawkins haalt de scholastiek erbij
Apologetiek focust zich al sinds de 19e eeuw meer op het verdedigen van de christelijke moraal dan op het verdedigen van het geloof. De laatste grote golf van verdediging van het katholieke geloof was ten tijde van het Eerste Vaticaans Concilie. Dawkins kan daarom moeilijk reageren op moderne apologetiek (ik tel de simplistische apologetiek van de evangelicals natuurlijk niet meer) en Dawkins moet dan ook teruggrijpen op de oude apologeten uit de scholastiek (de middeleeuwen). De denktrant van de scholastiek bestond binnen een diepchristelijke samenleving en beantwoordde vragen van die tijd. Vanzelfsprekend houdt die apologetiek geen stand tegen moderne vragen. Het hoofdstuk loopt dan ook scheef en daar kan Dawkins weinig aan doen. De theologie als academische tak is in de afgelopen eeuw definitief gespleten in twee stromingen. De ene is de stroming wil letterlijk blijven lezen omdat het volgens hen onmogelijk is het geloof te onderzoeken zonder het te demystificeren. De andere stroming bestaat uit wat Dawkins 'atheïstische' theologen zou noemen. Die theologie, die niet letterlijk leest, vat God zo abstract op dat je er op je vrije zondag met je gewone doordeweekse zorgen niets meer aan hebt. Die laatste stroming is volgens Dawkins al atheïst. Die eerste stroming is Dawkins' tegenstander en zal nooit luisteren naar argumenten tegen God, want argumenten, zoals gebruikelijk in het wetenschappelijk discours, zijn voor die stroming al een gepasseerd station.
De Boeing 747 tegen je gebruikt en waarom het ontstaan van de aarde niets met toeval te maken heeft
Geweldig hoofdstuk. Het argument dat binnen het creationisme veelvuldig wordt gebruikt is dat van de onmogelijk kleine kans dat je op een schroothoop met een wervelstorm een complete, werkende Boeing 747 kunt krijgen en hoe het ontstaan van de wereld in de vorm zoals we die kennen, net zo'n kleine kans heeft om te ontstaan uit een natuurlijk fenomeen en dus van bovennatuurlijke herkomst moet zijn. Dawkins legt kansberekening uit en gaat daarna verder met hoe het universum en niets binnen het universum ooit bij toeval tot stand is gekomen. Het fascineerde me natuurlijk omdat het me tegemoet kwam (ik heb moeite met toeval), maar met schaamte bekende ik dankzij dit hoofdstuk ook dat mijn geloof deels voortkomt uit mijn grote gebrek aan kennis van natuurkunde, scheikunde en biologie. Als ik daar meer vanaf weet, ben ik zo zeker niet meer van mijn godsdienstige standpunten, vermoed ik. Het is genant het te moeten bekennen, maar het is wel waar. Ik ben vermoedelijk gelovig omdat ik een gebrek aan kennis heb.
Hoe we dan toch aan religie komen
Dawkins legt hier aan de hand van de mementheorie en andere mogelijke oorzaken uit hoe religie zichzelf in stand heeft weten te houden en waarom religie evolutionaire voordelen kan hebben. Ik heb in christelijke en niet-christelijke bronnen gelezen dat de mementheorie een hypothese is waar nog geen bewijs voor is . Jammer dat Dawkins dat niet even in een voetnoot zet. Vermoedelijk verdedigt hij in een andere publicatie de mementheorie wel, maar dan had hij daar naar mogen verwijzen.
Hoe we dan toch aan religie komen wordt heel veel beter uitgelegd door Daniel Dennett in Breaking the Spell. Ik kan 'm aanraden voor wie 'm van me wil lenen.
En waarom we een moraal hebben
De moraal van de mens leeft buiten de religie om. Dat bewijst het dagelijks nieuws ons wel en dat bewijst het gehamer op zonde van de kerk ook. De grondregels van elke religie zijn ook identiek aan die van de volgende (dood niet, steel niet, ga niet op andermans vrouw liggen). Dawkins heeft gelijk dat de moraal niet vanuit de religie komt, maar de religie vanuit de moraal. Het gaf me heel sentimenteel een gevoel van verbondenheid met de atheïstische mensheid, terwijl ik het las. Al wist ik het al wel. Ik ken voldoende atheïsten. Ik vond en vind het prettig enerzijds dat we in de kern allemaal hetzelfde nastreven en dus allemaal even onvolmaakt zijn en anderzijds voelt het prettig dat ik die dikke pillen van heilige boeken niet hoef te lezen om mijn moraal bij te spijkeren. Die dwangmatige onhebbelijkheid heb ik wel. Nee, ik blijk de zaak gewoon af te kunnen kijken van alle mensen om me heen.
Je zult het je misschien niet voor kunnen stellen, maar naar aanleiding van dit hoofdstuk viel er een last van me af zo groot als mijn jarenlang gepieker over medische ethiek. Zie ook hier.
Oh ja, Dawkins vermeldt ook hoe de tien geboden eigenlijk beperkt zijn tot de eigen joodse clan en niet zijn bedoeld voor de buren of de onbekenden. Hij legt ook uit hoe evolutionair logisch het is om de eigen clan te willen ondersteunen en de vreemdelingen vooral niet. Ik kan me voorstellen hoe bij sommige lezers dat een daling van achting dat heeft betekent voor de godsdienst. Het is de gelovigen te doen om het eigen volk. Van sommige zaken verwacht je dat het algemene kennis is totdat je merkt dat iemand daar hele pagina's aan wijdt en het dus niet algemeen bekend is geweest: de tien geboden zijn egocentrisch.
Het hoofdstuk over de Bijbel
Hier had hij wat mij betreft nog veel meer uit kunnen pakken. Het ontstaan van de Bijbel is een geweldige en zeer profane geschiedenis. Mijns inziens zou dat onderdeel moeten zijn van het vak Godsdienst op school. Al zullen de letterlijklezers dat vooral niet willen. Het Boek is met liefde tot stand gekomen en tot in de vezels menselijk. Mooi hoofdstuk, voor mij oud nieuws en Dawkins had nog veel verder kunnen gaan.
Waarom zo anti-religie
Ook een dijk van een hoofdstuk. Dawkins geeft pagina na pagina voorbeelden van onderdrukking op basis van religieuze overtuigingen of machtshonger met behulp van religieuze overtuigingen. Dit is het materiaal waarmee op internet ellenlange, smakelijke discussies worden gevoerd. Eerder in het boek, maar ik noem het hier, somt Dawkins een aantal voorbeelden op van onderdrukking van atheïsten in de VS. Een atheïst die in zijn stad een vreedzame demonstratie wilde organiseren tijdens een gebedsgenezingsdienst kreeg categorisch politiebescherming geweigerd door de autoriteiten. Ik ben geschokt dat in een geciviliseerd land waarin vrijheid van meningsuiting zo ver gaat dat Aryan Nation stront mag roepen, een bepaalde mening gewelddadig mag worden bestreden zonder dat de autoriteiten bescherming bieden. Het is beschamend.
Waarom religie slecht is voor kinderen
Opnieuw veelvuldige voorbeelden van militante informatievoorziening. Deze keer met kinderen, die hun kritisch vermogen nog niet volledig hebben kunnen ontwikkelen. Het is stof tot nadenken want ik wil ook (mijn) kinderen religieus opvoeden. Ik weet nog niet wat ik hiermee moet.
En het hoofdstuk over hoe heerlijk fris en fruitig de wereld wetenschappelijk toch is
Dawkins sluit af met een pleidooi voor de wetenschap, de kritische analyse, het atheïsme en de ultieme positiviteit van de honger naar kennis. Eerder in het boek haalt hij al Augustinus aan (en ook Luther) die waarschuwen dat de honger naar kennis tot ongeluk leidt. Het voert te ver om daar hier een uiteenzetting over neer te zetten (en ik schenk mezelf nu tijd om goed over die post na te denken), maar Augustinus (en ja, Luther ook wel een beetje) heeft wel een punt.
Ik heb veel gelezen dat me tot nadenken stemt. Daarnaast heb ik honger gekregen naar meer kritiek op godsdienst. Wel vind ik dat het boek beter onderbouwd was geweest als Dawkins meer kennis had gehad van de hedendaagse theologie. Dawkins zelf is een sympathieke intellectueel, maar veel van zijn lezers missen in dit boek belangrijke nuances ten aanzien van religie.
Ik kan het boek aan iedereen van harte aanraden en wil me graag inzetten voor een beter maatschappelijk klimaat voor vrijdenkers. Dat is ook hier nodig met het christelijke kabinet. Ja, mooi boek. Ik ben onder de indruk en voel me onderwezen.
Barbies
Brazilië heeft een grotere televisie-industrie dan Portugal. De meeste soapseries die je op de Portugese televisie ziet, zijn Braziliaans. Dat kun je overigens ook horen. Braziliaans Portugees is melodieuzer en zachter dan het Portugees in Portugal, dat meer op een slavische taal lijkt. In 2004 waren we in Brazilië en daar viel me op wat me nu weer opviel in Portugal: de barbie-vrouwen. Ik neem aan dat de barbie-vrouwen in Portugal als kopieën van de Braziliaanse barbie-vrouwen zijn ontstaan dankzij de Braziliaanse telenovela's op tv.
Maar misschien is het oorspronkelijk een heel Zuideuropees verschijnsel, want in Italië schijnen ook veel barbievrouwen te zijn. Daar ben ik alleen nog niet geweest.
Het meest tot de verbeelding sprekende voorbeeld van de barbie-vrouw zag ik destijds op de Braziliaanse televisie in een soort Service Salon. Een vrouwelijke arts was iets aan het uitleggen over een vrouwenkwaal (het geluid stond niet aan, dus ik heb geen idee wat nu de kwaal was). Ze was geblondeerd, gebruind, gecaket en had lange rode nagels. Nu was ze niet de eerste barbie-vrouw die ik zag in Brazilië, bij lange na niet. Alle vrouwen die geld hadden om te eten, zagen er uit als Barbies: strakke konten, gestraight haar, altijd make-up en bijna altijd aan het sporten. Ik vond de arts alleen nog opvallender omdat ze precies tegengesteld was aan hoe wij in Nederland een arts willen zien. Een Nederlandse dokter wordt met lange rode nagels juist minder serieus genomen.
Mijn eigen theorie is dat als het in Brazilië van grote waarde is om er als vrouw bevallig uit te zien, het wel een maatschappij moet zijn die gericht is op het blikveld van de gemiddele heteroman. Cultuurrelativerend zou je kunnen zeggen dat een land waar het lichaam hoger wordt gewaardeerd dan de geest niet noodzakelijk slechter is dan een land waar het precies andersom is. Maar een voordeel van het hoger waarderen van de geest dan het lichaam is wel dat knappe koppen worden gestimuleerd en zodoende te prijzen slimme oplossingen bedenken.
Het christendom - daar is de link met een immer terugkerend thema - is vrij snel na ontstaan onder invloed van de Platoonse filosofie overtuigd geraakt van de overheersing van de geest over het lichaam. Beruchte voorbeelden zijn o.a. de zelfkastijding, de onthouding en in de vroegere variant de vasten. Augustinus heeft heel wat passages besteed aan de inferioriteit van het lichaam. Het is daarom des te verbazender dat in de typisch katholieke landen dat ethos nauwelijks meer wordt aangehangen, In ieder geval niet publiekelijk. De fysieke aantrekkingskracht is sterker dan de oude ideologie. Ook al heeft de ideologie zo zijn voordelen.
Ik kon er niks aan doen, ik vond het moeite om niks van de Barbies. Zowel in Brazilië als in Portugal. Nog afgezien van mijn adoratie van de geest ben ik ook nog eens opgevoed door Disney en volgens Walt zijn mensen die je waarderen om je uiterlijk uiteindelijk de mensen die je een wedgie geven op je prom.
Maar misschien is het oorspronkelijk een heel Zuideuropees verschijnsel, want in Italië schijnen ook veel barbievrouwen te zijn. Daar ben ik alleen nog niet geweest.
Het meest tot de verbeelding sprekende voorbeeld van de barbie-vrouw zag ik destijds op de Braziliaanse televisie in een soort Service Salon. Een vrouwelijke arts was iets aan het uitleggen over een vrouwenkwaal (het geluid stond niet aan, dus ik heb geen idee wat nu de kwaal was). Ze was geblondeerd, gebruind, gecaket en had lange rode nagels. Nu was ze niet de eerste barbie-vrouw die ik zag in Brazilië, bij lange na niet. Alle vrouwen die geld hadden om te eten, zagen er uit als Barbies: strakke konten, gestraight haar, altijd make-up en bijna altijd aan het sporten. Ik vond de arts alleen nog opvallender omdat ze precies tegengesteld was aan hoe wij in Nederland een arts willen zien. Een Nederlandse dokter wordt met lange rode nagels juist minder serieus genomen.
Mijn eigen theorie is dat als het in Brazilië van grote waarde is om er als vrouw bevallig uit te zien, het wel een maatschappij moet zijn die gericht is op het blikveld van de gemiddele heteroman. Cultuurrelativerend zou je kunnen zeggen dat een land waar het lichaam hoger wordt gewaardeerd dan de geest niet noodzakelijk slechter is dan een land waar het precies andersom is. Maar een voordeel van het hoger waarderen van de geest dan het lichaam is wel dat knappe koppen worden gestimuleerd en zodoende te prijzen slimme oplossingen bedenken.
Het christendom - daar is de link met een immer terugkerend thema - is vrij snel na ontstaan onder invloed van de Platoonse filosofie overtuigd geraakt van de overheersing van de geest over het lichaam. Beruchte voorbeelden zijn o.a. de zelfkastijding, de onthouding en in de vroegere variant de vasten. Augustinus heeft heel wat passages besteed aan de inferioriteit van het lichaam. Het is daarom des te verbazender dat in de typisch katholieke landen dat ethos nauwelijks meer wordt aangehangen, In ieder geval niet publiekelijk. De fysieke aantrekkingskracht is sterker dan de oude ideologie. Ook al heeft de ideologie zo zijn voordelen.
Ik kon er niks aan doen, ik vond het moeite om niks van de Barbies. Zowel in Brazilië als in Portugal. Nog afgezien van mijn adoratie van de geest ben ik ook nog eens opgevoed door Disney en volgens Walt zijn mensen die je waarderen om je uiterlijk uiteindelijk de mensen die je een wedgie geven op je prom.
9 augustus 2009
Bashing
De eerste reden dat ik The God Delusion wilde lezen was omdat ik verwachtte dat het ernstig zou schelden op religie. Ik ben gewend dat een sarcastische reactie, tot het denigrerende toe, er in ieder geval voor zorgt dat het onderwerp nuchter benaderd wordt. In werkelijkheid gaat het natuurlijk verder dan nuchterheid. Het is directe afwijzing zonder tweede kans. Mijn wederhelft heeft me gewaarschuwd dat mijn sarcasme was gaan klinken als een constante stroom van klachten over alles wat ik las, op tv zag of meemaakte in dagelijkse situaties.
Het is waar en ik ben mijn gedrag gedegen gaan bijsturen.
Overigens scheldt The God Delusion niet op religie, in de zin van ongefundeerd gefulmineer. Het is in veel gevallen heel terechte kritiek. Ik kom er nog op terug, maar als lokker voor mijn volgend bericht over dit onderwerp: ik ben het met een groot deel van het boek nog eens ook.
Met het resterende grote deel dan ook weer niet...
Het is waar en ik ben mijn gedrag gedegen gaan bijsturen.
Overigens scheldt The God Delusion niet op religie, in de zin van ongefundeerd gefulmineer. Het is in veel gevallen heel terechte kritiek. Ik kom er nog op terug, maar als lokker voor mijn volgend bericht over dit onderwerp: ik ben het met een groot deel van het boek nog eens ook.
Met het resterende grote deel dan ook weer niet...
Abonneren op:
Posts (Atom)