16 oktober 2009

Joemen Inturest

Zoals hier rijkelijk bekend is één van de eigenschappen die ik het minst aan mezelf waardeer mijn neiging om neer te kijken op twee, elkaar tegengestelde, gedragstypen. Enerzijds de mensen die zich enorme moeite getroosten om upperclass te willen worden en dus aspecten van de upperclass per se leuk vinden. Mensen die koste wat kost klassieke concerten uitzitten terwijl ze er eigenlijk weinig mee kunnen. Of golftoernooien of een concours-hippique. Precies aan de andere kant kijk ik neer op mensen die achterbuurttrekken vertonen. En daar beschouw ik soepballen uit blik (dat is toch ook gewoon smerig), alle soaps elke avond kijken, muziekfeesten op het plein, de hedendaagse populaire mode met die bontlaarzen en nasi bestellen in een sushi-restaurant ook toe.

Als ik er over nadenk, begrijp ik prima dat mensen lekker hun gang maar moeten gaan met hun grillen. Maar impulsief geeft het me minstens een scheve wenkbrauw als ik dat soort gedrag zie.

Joemen inturest is een zwak van me. Ik merk dat ik aandachtiger lees als er levensverhalen op papier staan. In Elsevier staan vaak van die moordzaken in lange artikelen beschreven. De moord en de rechtzaak interesseren me in die artikelen eigenlijk weinig (dit in tegenstelling tot Law & Order, wat ik zo vaak mogelijk als maar kan volg). De lol van die artikelen zit 'm mij in de schrijfsels naar de moord toe. Het slachtoffer leefde zo en zo, de dader zo en na de moord proberen de nabestaanden op deze en deze manier weer op te krabbelen. Ik las zo'n artikel laatst weer en er werd in vermeld dat de nabestaanden een soort altaartje hadden gemaakt van een dressoir in de huiskamer, met allemaal foto's erop. Ze hadden een website gemaakt, een stille tocht gelopen en waren geïnterviewd door sbs 6. De familie van de dader had naar dat interview gekeken en voelde zich ellendiger nu ze de nabestaanden via tv kende. Dwangmatig keek een familielid van de dader dagelijks op de voor het slachtoffer opgerichte website.

Uiteraard disclaim ik direct dat ik de draak wil steken met dit verdriet en zeg ik erbij dat ik geen idee heb hoe deze mensen zich voelen, aangezien ik nooit een volwassen dierbare ben verloren. Maar zoals daar elk cliché in rouwverwerking uit de kast werd getrokken. Bij elk aspect van de rouw daalde mijn achting weer een graad dieper. En dat is natuurlijk niet sympathiek van me.

Toen ik ongeveer twee jaar geleden besloot dat ik nog niet eens in een kerkelijk ambt geschopt zal kunnen worden, stelde een vriendin voor dat ik 'rituelenboer' (mijn vertaling) zou kunnen worden. Maar je zal toch het hele jaar door met stille tochten, witte op te laten ballonnen, websites met sterretjes en geëlektroniseerd Candle in the Wind en het Hart van Nederland-gevoel om moeten gaan. En dan heb ik die huwelijken en nieuwe-faserituelen nog niet eens genoemd.

Waar halen mensen het toch zo vandaan, dat een stille tocht nog een mooie gelegenheid kan zijn? Waarom hoort die opgesomde lelijkheid er toch nu zo bij?

Geen opmerkingen: