Tijdens mijn studie had ik maar een paar klasgenoten. Dit vak is niet populair. Eén van mijn klasgenoten bewonderde ik bijzonder. We spraken elkaar maar zelden en ik kan me ook dan maar twee gesprekken herinneren: over haar kat die ze per ongeluk opgesloten had op het toilet en voor wie ze weer snel naar huis moest en over haar tientallen kleuren nagellak. Ik bewonderde haar niet zozeer om haar mooie nagels en dat we elkaar weinig spraken, kwam niet omdat we elkaar weinig zagen of omdat we in andere milieus verkeerden of zo. Nee 'Tara' was stil. Van zichzelf. Ze maakte zich niet druk om zichzelf of haar omgeving. Wel om haar kat, natuurlijk. Tara kon rustig zitten en een beetje om zich heen kijken. Ik vond dankzij Pris het account van Tara op hyves en ze lijkt geen steek veranderd. Destijds heb ik Pris weleens verteld dat ik Tara een geweldig type mens vond. Pris zag het niet echt, maar ze vond het prima.
Tegenwoordig heb ik zo'n collega: 'Tom'. Hij heeft, om het iets negatief maar desondanks respectvol te zeggen, een eenvoudige baan bij ons. Als ik hem al eens zie, dan is hij rustig en zegt niets tenzij je hem iets hebt gevraagd. HIj bemoeit zich helemaal nergens mee, is geen onderwerp van gesprek, spreekt niet over anderen en is niet betrokken bij extra-curriculaire activiteiten. Er zingt een gerucht rond dat hij een hersenbloeding heeft gehad en daarom niet veel impulsen tegelijkertijd kan hebben. Hersenbloeding of niet, het is een held van mij. Maanden geleden zag ik hem opeens met boodschappen naar zijn huis toe lopen. Hij blijkt bij mij om de hoek te wonen. Tom leidt een rustig leven, laat zich nergens mee in, doet gelijkmatig en goed zijn werk en is behulpzaam en vriendelijk als je hem iets vraagt. Nooit heb ik gehoord dat hij op zijn strepen stond of ergens mee wilde scoren.
Mensen als Tom en Tara hebben misschien een duistere kant. Volgens mij worden veel korte verhalen geschreven over het ontmoeten van dit soort onopvallende mensen die, naarmate het verhaal vordert, gestoorde trekken vertonen. Bij Tara of Tom heb ik ze niet ontdekt. Ik ben jaloers op hun gedrag.
Als iemand me zou vragen wie mijn helden zijn, dan zeg ik niet Moeder Theresa, Mandela of Obama. Voor mij zijn dat Tom en Tara. Ja, misschien komt daar weer dat uit de kluiten gewassen ego van mij om de hoek kijken, dat zelfs mijn helden weer anders dan anders moeten zijn, maar aan de andere kant, echt, wat zou ik graag op ze willen lijken.
1 opmerking:
Ik zie het net zoals je collega ook niet. De fascinatie voor de stille personen snap ik wel. Maar het feit dat je het mooi vind dat daar achter geen stille kracht speelt vind ik raar. Je moet toch als persoon hebben om ergens een passie voor te hebben hoe klein dan ook?
Dat definieert wel het mens zijn imo.
Een reactie posten