Een groot plezier is de Wikipedia-index op etniciteiten. Volken waar je nooit iets van hoort, eigen talen, eigen culturen, vaak een zwervend bestaan, en nog maar klein in aantal, maar wel met roemruchte geschiedenissen. Twee van die volkeren (al hoewel geen van tweeën erg klein) waar ik nieuwsitems over blijf volgen en waarvoor ik dus naar de bibliotheek gespoed ben, zijn de Roma en de Basken. Of eigenlijk was ik nog niet eens zo ver dat ik naar boeken over de Roma op zoek was gegaan. Het boek dat ik een paar dagen geleden uitlas lag er gewoon op een standaard en heb ik dus direct geclaimd. Begraaf me Rechtop : Omzwervingen van de Europese Roma van Isabel Fonseca leek me een boek met een flinke dosis antropologie en sociologie, vaktermen en diepgaande theorieën, maar gelukkig was het dat helemaal niet. Ik vloog door de hoofdstukken. Over eten, feesten, huishouden, levensonderhoud en vanzelfsprekend ook de onderdrukking en de moorden waar de Roma slachtoffer van zijn. Ik raad het boek van harte aan. Bij het eerste hoofdstuk dacht ik 'Isabel is een beetje verliefd op de Roma, ziet het allemaal wat rooskleurig', maar later in het boek bekritiseert ze een Tsjechische Roma-deskundige die een hele theorie debiteert over de romantiek van de diefstal door Roma. Isabel is wel gecharmeerd van de Roma, maar niet tot het kritiekloze aan toe.
Als er één verschil levensgroot is tussen de Basken en de Roma dan is het dat het eerste volk zich teveel aan haar geschiedenis gelegen laat liggen en het laatste volk te weinig. Over de Basken las ik gisteren en eergisteren twee boeken: Zonen van Noach van Cees Zoon en De Wereldgeschiedenis volgens de Basken van Mark Kurlansky. Cees Zoon schreef een pamflet. Hij woont al geruime tijd in Spanje en heeft zo wat nadelen geconstateerd aan Spanjaarden in het algemeen en Basken in het bijzonder. Ik zou het boek niet aanraden. Met tegenzin begon ik naderhand in De Wereldgeschiedenis volgens de Basken, maar daaruit bleek wel hoe slecht Cees Zoon research heeft gedaan naar het waarom achter het Baskisch terrorisme. Daar zit echt grond achter. Ook al is het een oorlog, zijn alle oorlogen smerig en wil ik het dus helemaal niet verdedigen.
Jeremy Clarkson, op reis door Europa, heeft eens een ontzettend komisch stuk geschreven over Baskenland, met fascinerende theorieën. Zo zouden de Basken nooit eerder onafhankelijk zijn geweest (dat is onjuist, maar het is wel heel veel eeuwen terug), zouden ze allemaal bloedgroep O hebben (dat is bijzonder genoeg bijna waar: iets minder dan 50% heeft O negatief), en zouden ze de meest kromme taal van Europa hebben. Jeremy vertaalde een zin naar het Engels. De bedoeling was 'ik lees'. De vertaling was 'in the act of reading, doing, you have me'. Want zo loopt de zinsbouw in het Baskisch, vertelde Clarkson. Ook dat is ongeveer waar. Het Baskisch is een taal met 30 vervoegingen en het is het achtervoegsel dat de crux van een woord weergeeft. Een etxea is een huis. Een goikoetxea (en dit is een achternaam in Baskenland, zo frequent als de naam De Vries) is een 'huis daarboven' (of eigenlijk dus 'daarboven een huis'). Het is ook waar dat Baskisch aan helemaal niets in Europa verwant is. Dat geldt ook voor het Hongaars, maar van het Hongaars bestaat er een heel geloofwaardige theorie hoe het zo geïsoleerd tussen alle Indo-europese talen is geraakt en ook nog eens levend is gebleven. Van de herkomst van het Baskisch is hoegenaamd geen idee. Theorieën genoeg, maar niets klinkt het meest plausibel. De trots van de Basken dat ze veruit het oudste nog bestaande volk van Europa zijn heeft grond.
Van de Roma is bekend waar ze vandaan komen en dat is dankzij hun taal. Omdat ze altijd rondgetrokken hebben zijn er geen sporen van nederzettingen gevonden, maar hun taal lijkt nog zo sterk op het Sanskriet en het Hindi dat de herkomst te determineren is: Noord-India. Niet dat zij zelf daar bijzonder in geïnteresseerd zijn. De Roma hebben ook mij gecharmeerd. Omdat hun interesses en ambities heel ergens anders liggen dan wat ik gewend ben, omdat ze uiterst sterk zijn, omdat ze een wervelende geschiedenis hebben en omdat ze altijd opnieuw beginnen. De eigen tradities vinden ze belangrijk, maar het heeft er niet toe geleid dat ze willen weten met hoeveel ze zijn, waar al die Roma dan wonen, wat de Roma-identiteit dan maakt en dat ze door zich te verenigen ongelooflijk sterk en machtig kunnen worden. Isabel Fonseca constateerde in alle landen die ze bezocht dat de Roma ter plaatse er geen idee van hadden dat er Roma in andere landen woonden en het interesseerde ze ook niet. Ze interesseren zich niet voor opleidingen en je wordt raar aangekeken als je leest. Dat betekent dat je je afzondert en dan ben je waarschijnlijk ziek, want Roma zoeken altijd elkaars gezelschap op. Dat kinderen nauwelijks naar school gaan en niet kunnen lezen en schrijven wordt niet gezien als een tekortkoming. Er wordt überhaupt weinig geïnvesteerd in de toekomst. Roma zijn gewend dat de volgende dag altijd weer een oplossing brengt. De eigen geschiedenis is dus ook niet opgeschreven. Roma weten niet meer dan wat de oudste nog leven generatie weet en dat vinden ze dan ook heel, heel lang geleden. Dat maakt dan ook dat Roma altijd frisse moed houden. Ze hebben geen idee dat ze al eeuwen onderdrukt worden. Voor zover zij wíllen weten is dat pas 50 jaar aan de gang (ouder worden Roma gemiddeld niet).
Er zijn Roma die doorgeleerd hebben. Niet veel, maar Fonseca heeft er een aantal ontmoet. Ze worden meestal met wantrouwen behandeld door andere Roma vanwege onreinheid. Eeuwenlange ervaring heeft er wel toe geleid dat de Roma weten dat het niet goed is als je omgaat met niet-Roma. Daar komen ongelukken van. Niet-Roma worden 'gadje' genoemd en gadje zijn onrein. Fonseca noemde een sprekend voorbeeld. Toen ze met Amerikaanse Roma uit eten ging, wilden zij niet met het gadje-bestek eten en aten ze met hun handen. Ook Roma die een relatief welvarend leven leiden zijn trouw aan de reinheidswetten. Het is pas sinds een aantal jaren dat groepen Roma ontdekken voordeel te kunnen hebben aan gestudeerde Roma. Om zo de groep te vertegenwoordigen en hun rechten te verdedigen. Er zijn meerdere stichtingen, verbonden en vakbonden die de Roma vertegenwoordigen, maar het feit blijft dat het merendeel van de Roma geen weet heeft dat deze bestaan en geen belangstelling aan de dag leggen voor georganiseerde verbanden buiten de eigen clan. Meerdere malen in Begraaf me Rechtop wordt met verbazing geconstateerd dat de Roma geen eigen staat willen, geen vereniging en geen band met India. Ja, die band met India wordt aangehaald als er handel mee te drijven valt, maar de Roma bedrijven geen politiek.
Fonseca ontkracht een hoop mythen. Roma zijn uiterst schoon. Vooral in huis. Dat kinderen met vieze bekjes rondlopen is omdat ze meestal buitenspelen en daar overal met hun toet in mogen zitten. Ze worden zowel 's ochtends als 's avonds gewassen. Ook in de armste streken. Voor de buitenboel hebben Roma geen belangstelling. Aan leven bij of op een vuilnisbelt zijn ze gewend geraakt doordat ze daar naartoe zijn gedwongen door gadje. Gastvrijheid is uiterst belangrijk en daarvoor betaald worden door je gasten is een belediging. Roma leven in clans samen. Vaak met hele families in één huis, wagen of onder kartonnen dozen.
De eigen clan dient altijd gerespecteerd te worden. Buiten de pot piesen betekent eruit gezet worden. Roma-prostituees kom je niet veel tegen. Het is volkomen onrein. Natuurlijk is Fonseca ze tegengekomen, maar daar zat drama achter. Prostitutie wordt ook bij de Roma niet beschouwd als een respectabel beroep. Roma-bedelaars kom je veel vaker tegen. In hun ogen is dat niet vernederend. Een Roma vragen naar zijn beroep is eigenlijk het antwoord 'geld verdienen' zullen krijgen. Het maakt Roma, binnen de reinheidswetten, niet uit hoe zij hun geld verdienen. Ook stelen valt daaronder. De Tsjechische antropologe maakte daar een mooie romantiek omheen, maar Fonseca verdedigt het niet. Wel speelt in de voormalige Oostbloklanden mee dat de Roma veel makkelijker en beter weten ergens geld uit te slaan. Waar de gadje in die landen gewend waren geraakt achterover te zitten en uit sabotage niets uit te vreten voor het communistische regime, zette de Roma er ook na de val van de Muur de schouders onder en werden zo de eerste rijken in die landen. Dat zette kwaad bloed en versterkte het gerucht dat de Roma dieven waren.
De communisten hadden voor die tijd de Roma willen helpen door ze aan het werk te zetten in collectieve boerderijen. Het was voor hen dan ook onbegrijpelijk dat Roma vertrokken of dat ze naast de boerderij in de bossen met stukken hout en karton hutten bouwden omdat ze niet konden wennen aan leven in een huis.
Toen het communisme plaats maakte voor het kapitalisme, konden de werknemers van de collectieve boerderijen allemaal een stukje krijgen om voor zichzelf te beginnen. Mits ze bewijsstukken hadden dat ze op de boerderij hadden gewerkt. De Roma hadden die bewijsstukken niet bewaard, hadden zich niet op de hoogte laten stellen van die regeling of waren er van overtuigd dat ze belazerd zouden worden als ze voor zo'n stukje grond in aanmerking wilden komen. Ze startten hun eigen handeltjes. In loondienst willen ze sowieso al niet. Dat betekent je aan eenzijdige afspraken moeten houden en niet de vrijheid hebben om vanmiddag om drie uur naar de volgende stad te kunnen trekken. Dit is altijd door de plaatselijke autoriteiten tegengegaan. Het heeft vele decennia gekost, maar een groot deel van de Roma woont nu op één plek. Maar dan wel op hun eigen manier. Django Reinhardt was daarin een mooi voorbeeld. Nooit vervolgd door de Nazi's omdat ze zijn muziek zo mooi vonden, kocht hij op een gegeven moment een mooi huis voor zijn familie. Wie er op bezoek kwam zag een weelderige, onaangeroerde pronk en daarna in de tuin de leefomgeving van de familie. Niemand woonde in het huis, 'het huis was voor gasten'.
Dat de vrijheid van buiten leven en rondtrekken geliefd is bij de Roma kan uit zichzelf ontstaan zijn, maar het kan ook komen dat de Roma die vrijheid aangenomen moeten hebben omdat ze overal werden verjaagd. Fonseca bericht uitgebreid en misselijkmakend over de huidige moorden op en terrorisering van Roma, maar ook over 'De Verzwelging' (de Roma-holocaust ofwel porraimos. Typerend: ook de geschiedenis van De Verzwelging is onder de hedendaagse Roma vrijwel onbekend) in de meest grimmige details. Wat Mengele geflikt heeft, heb ik nooit ergens op internet of in geschiedenisboeken gelezen, Fonseca legt het in een aantal pagina's haarfijn uit en maakte me kotsmisselijk. Hoewel het de meest georganiseerde actie was om van de Roma af te komen kun je het, voor zover de geschiedenis van de Roma bekend is, niet eens het dieptepunt noemen. Het is een aaneenschakeling van verdrijving, onderdrukking en rampspoed. Fonseca ontdekt ondanks huizenhoge bureaucratie in de Oosteuropese archieven ook de sporen van eeuwenlang bezit van Roma door gadje. De Roma waren vanaf halverwege de middeleeuwen tot de Verlichting eigendom waar alles mee gedaan mocht worden. Van het bekende verleden is alleen de korte periode van de Verlichting een periode geweest van vrede en voorspoed voor de Roma. Maar, nogmaals, ze weten het zelf bewust niet. De Roma zijn kampioenen opnieuw beginnen en dat komt omdat ze niet willen weten dat het 'opnieuw' is. Ze kennen bewust de vorige keer niet.
De vreemde titel Begraaf me Rechtop is een uitspraak van een oude Roma-man, gericht aan Isabel Fonseca. Hij zei: "Begraaf me rechtop, want ik heb mijn hele leven op mijn knieën gezeten."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten