28 juli 2010

Erkenningsbehoefte

Frits van Egters zegt als besluit van het boek De Avonden: "Het is gezien. Het is niet onopgemerkt gebleven". De Avonden is een prachtverhaal, maar die laatste zin is de mooiste zin. Bas Heijne wijdt speciaal aan die zin de volgende passage in Leeswoede:
"Het is jouw blik die hem vormt, die zijn leven betekenis geeft. Vijftien minuten roem voor ieder van ons, voorspelde Andy Warhol. Maar het is niet de tijdsduur van de roem die verandert. Het is de roem zelf. Onze roem straalt niet, bezit geen sterrenglans. Het is eerder een beschermende teflonlaag. In een wereld die zinvolle verbanden mist, is er niets ergers dan volledig overgeleverd zijn aan jezelf. Wie wil weten wie hij is, zoekt de blikken van anderen."

Met die 'zinvolle banden' lijkt Heijne - door heel Leeswoede heen - de identificatie door middel van met name het gezins- en verenigingsleven te bedoelen. 'Ik ben mijn achtergrond en de voorgrond heb ik zodoende niet nodig.' Die laatste zin van Heijne treft bij mij doel. Een alledaags gesprek lijkt wel erg vaak op twee zichzelf verklarende roependen in de woestijn. Een alledaags gesprek lijkt wel erg vaak geen luisteraar te hebben. Die laatste zin speelt voor mij ook binnen de angst om geïsoleerd te raken. De angst te leven tussen mensen maar niet met hen. De angst om niet zichtbaar te zijn en bij hulpbehoevendheid op niemand een beroep te kunnen doen. Hoewel ik aan de andere kant geïsoleerde mensen idoliseer. Die passage van Heijne lezend begon ik me af te vragen of ik die angst niet deel met een veel grotere groep mensen dan ik denk. Zou het een heel algemeen beleefde angst zijn?

Ik las een interview van Ciska Dresselhuys met Kees van Kooten waarin hij bekende een zeer angstig man te zijn. Zijn leven lang al. Ik las zo'n interview van Dresslhuys ook met Adriaan van Dis en dit interview ademde de angst van Van Dis gewoonweg.
Gisteren nog las ik op de website van Zomergasten de volgende opmerking van één van mijn favoriete schrijvers, Maarten 't Hart:
"Ik laat me voortdurend leiden door angst. Door thuis te blijven bijvoorbeeld. Ik kan daar goed mee leven maar niet iedereen in mijn omgeving is er even gelukkig mee."

Wordt een onevenredig deel angstige mensen schrijver? Of zijn dit slechts drie openhartige mensen in een zee van Nederlanders die allemaal die angst delen met mij? Bas Heijne, en hij lijkt al die talentenjachten en andere audities wel te beschrijven, geeft me de indruk dat het laatste het geval is. Omdat zinvolle verbanden missen? Want vroeger had men geen individuele erkenning nodig? Alleen erkenning van de groep waar men bij hoorde? Misschien is die erkenningsbehoefte ingegeven door allerlei maatschappelijke aspecten of misschien kijkt Heijne niet ver genoeg en is die er al eeuwen. Daar wil ik graag meer over te weten komen. Want als de hele wereld ergens aan lijdt is het geen aandoening meer maar volksaard en dus doodnormaal. Erkenning van mijn buitengewone persoonlijkheid is fijn, maar ik wil er wel doodnormaal bij blijven.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Ik denk dat wel allemaal isolationisten zijn, bang om ge-isoleerd te raken. We zijn groepsdieren en willen (h)erkend worden. Ik denk dat sommige mensen zich er minder van bewust zijn omdat ze het 'sociale trucje' onbewust toepassen terwijl anderen zich er continue van bewust zijn. Misschien werkt continue bewustzijn van je sociale status isolationerend?

~Dacobus

Qaboos zei

Goed punt.
Ergens zeer sterk op focussen leidt er vaak toe dat het dan juist niet lukt.