Maar op de site van het Genootschap Onze Taal, die ik volgens mij vond dankzij Jon, trof ik de onderstaande tekst aan en die vind ik mooi:
"Ik kwam vannacht Rotterdam binnenfietsen, althans mijn maat fietste en ik zat fluitend achterop, ik ben zijn arbeidsvitamine, en wij waren het plaatsnaambordje nog niet gepasseerd of meteen zo'n politieauto met `STOP Politie'; twee van die jonge agentjes eruit. Ik zeg: `Je mag dat bordje weleens nakijken; daar lopen steeds twee woorden door elkaar.' Nou is dat niet de beste combinatie: een beetje koude nacht, twee politiemannen en humor. `Waar wij heengingen?'; dat is een heel normale vraag in vredestijd. Ik zei: `Wij zijn op weg naar de finish.' `Wat ’s de finish?', riep de ander. `Dat is de dood', riep ik koel. Ja en dan merk je toch dat de jongens alleen maar op lengte worden geselecteerd. De een zei: `Hahá, de heren hebben gedronken.' `Ja,' zei de ander, `de heren zijn onder invloed'. Ik zei: `Inderdaad heren, wij hebben gedronken en wij zijn inderdaad onder invloed'. `En wat hebben de heren dan gedronken?', en ik zei: `Wij hebben gedronken uit de rivier.' En hij zei: `Uit welke rivier?' En ik zei: `Uit elke rivier. Eeuwen verplaatst hij het water, heeft epidemieën verspreid, oorlogen overleefd, de bedding heeft beschutting geboden aan de hevigste verliefden en ook al zijn hun liefdes nu verzand in burgerlijke stiltes, of aan flarden gescheurd door nieuwe hartstochten, de rivier blijft stromen en stromen en stromen en stromen, blijft spelende kinderen verdrinken, het water ruist voort en voort en voort en juist dan, als je aan de kant van de rivier staat, dan proef je dat het leven niets is. IJskoud begint het water bij de gletsjer, stort zich in het dal waar iedereen zich bezighoudt met moord, politiek, achterklap, bloedschande, kwaadsprekerij, en gillend van het lachen, krijsend van plezier stort het water zich in zee, om met spoed weer te verdampen, zich te haasten naar de gletsjer om wederom gillend van het lachen, krijsend van plezier langs de mensheid te trekken, en uit díé rivier hebben wij gedronken, mijne heren, en wij zijn inderdaad onder invloed."Gillend van het lachen, krijsend van plezier. Het water, dat in al die taoïstische geschriften steeds als allegorie wordt gebruikt voor meebuigen met wat je tegenkomt en tegelijkertijd als allegorie voor doorzettingsvermogen. De vergankelijkheid van alles, de chaos en de immer aanwezige mogelijkheid om jezelf te zuiveren. De tekst landde op vruchtbare bodem en dus wilde ik 'm perse hier bewaren
Geen opmerkingen:
Een reactie posten