27 september 2009

Teun heeft er geen zin meer in

Lange vriendschappen zijn zeldzaam en in mijn leven zijn ze dat zeker. Dit jaar ken ik Pris tien jaar en in dat hele decennium hebben we, voor zo ver mijn geheugen reikt, nooit ruzie gehad. Erg veel gelegenheid hebben we daar de laatste vijf jaar ook niet voor gehad, want we spraken elkaar maar sporadisch. Afgelopen zomer hadden we weer afgesproken en het viel me bij die gelegenheid op dat ik wel erg veel over mijn werk sprak. Van Pris kreeg ik veel goed advies, dus nuttig was het wel, maar maakte ik dan niets anders mee?

De laatste weken moet ik bekennen dat ik met redelijk plezier naar mijn werk ga. Dat komt enerzijds omdat ik me bij de situatie heb neergelegd en privé uitdagingen op zoek en anderzijds komt dat omdat ik met het gebrek aan hersenkrakers veel werktijd kan besteden aan plezier maken en keuvelen. Sinds afgelopen week is het primaire onderwerp van gesprek weer Teun.

Toen ik anderhalf jaar geleden startte met deze baan werd het al snel duidelijk dat Teun erg veel taken had en zijn karakter hem ingaf dat hij zich vooral persoonlijk overal mee moest bemoeien. Hij klaagde dat ik hem te weinig informeerde. Ik antwoordde dat daar nauwelijks gelegenheid voor is, omdat hij elk uur van de dag overleg voert vanwege zijn grote hoeveelheid opdrachten. Er is geen vrij moment om naar hem toe te stappen en hem op de hoogte te brengen. Teuns antwoord was dat ik altijd kan inbreken. Ja tuurlijk, tot ik het een keertje echt flik.

Vorige week was Teun een weekje met vakantie. Het vreemde was dat wij daar niet van op de hoogte waren. Zijn excuus was dat we in zijn agenda kunnen kijken, maar dat heb ik allang niet meer gedaan omdat ik daar toch heilloos zou zoeken naar een vrij moment. Hij had zelfs zijn vergaderingen van die week niet geannuleerd. Meerdere mensen keken me verbaasd aan toen ik ze waarschuwde dat ze voor niks naar zijn kamer toeliepen. Ikzelf was inmiddels niet meer zo verbaasd, het waren twee acties in een lange rij van vreemd gedrag. Zo heeft Teun onze collega Jucht een vast contract aangeboden. Dat was al absurd, want Jucht is oprecht een verspilling van zuurstof, daar overdrijf ik met mijn hand op mijn hart helemaal niets aan. Maar Teun weet ook dat hij Jucht voortdurend in bescherming moet nemen omdat wij weinig respect voor Jucht op kunnen brengen. Een aantal weken terug stopte Teun opeens met zijn steunbetuigingen. Stilzwijgend. Af en toe merk je aan hem dat hij nog steeds achter Jucht staat, maar Teun vergeet dat hijzelf aanwezig moet zijn als Jucht iets voor ons uitvoert omdat a) Jucht fouten maakt en b) wij weglopen als we niet door Teun staande worden gehouden. Teun leek te zijn vergeten dat Jucht acties aan het uitvoeren was en Jucht is inmiddels onzeker geraakt omdat zijn stabiele positie weg is. Teun vergeet wat hij je gevraagd heeft, vergeet je vaak opdrachten te verstrekken, vergeet bijeenkomsten en geeft tegengestelde opdrachten. Toppunt is dat hij zijn eigen werk opeens naar alle kanten doorschuift.

Na zijn vakantie heeft Teun aan meerdere mensen, waaronder mij, verteld dat hij liever nog met vakantie was gebleven. Aan anderen die hij meer vertrouwd dan mij (oh, wat heeft hij dat mis) vertelde hij dat hij helemaal geen zin meer heeft in zijn werk. Dus wij theoretiseren nu voortdurend waarom dit zo gelopen is (overwerkt na meer dan anderhalf jaar geen rem op het tempo) en speuren naar signalen (tranen in zijn ogen, schuw langs ons heenlopen, benauwd dat we vragen stellen). Vrij snel kreeg ik te horen wat Teun had verteld: hij wilde weg. Ik was direct erg blij, want zoals hier bekend voel ik me behoorlijk lullig onder zijn regiem. 's Avonds vroeg ik me dan wel afwat we terug kunnen krijgen in de plaats van Teun. Ik ben inmiddels gewend niet meer zelf ergens over te beslissen en alles aan hem over te laten. Dat heeft erin geresulteerd dat ik de hele dag kan zitten geinen en alleen uitvoer waarvoor hij direct opdracht heeft gegeven. Het is, herinner ik me nog van vroeger, wel heel fijn om uitgedaagd te worden door je werk, maar net nu ben ik eraan gewend dat ik in mijn vrije tijd de meeste energie kan steken en logischerwijs steek ik die energie dan ook precies in datgene wat ik het leukst vind.

Teun schijnt al een aanbod van ergens anders te hebben en het kan dus voorkomen dat we binnenkort een heel andere stijl van werken krijgen. Hoe Teun me ook tegenstaat, ik heb nu niet zo'n zin om deze behaaglijke dagindeling te verliezen.

26 september 2009

Tikkie deceptie

Gisteren zag ik een heldere aanreiking van de Hogere Orde in het feit dat ik voor de tweede keer langs de start van de film I'm Not There (over Bob Dylan) zapte. De vorige keer haakte ik af bij de eerste set scenes. Ik begreep echt niet waar dat schattige donkere jongetje het nou helemaal over had. Maar deze keer beet ik op mijn tanden. Heel knap was het volgende 'bedrijf' (heet dat zo bij films?) waar nieuwe beelden tussen beelden uit de jaren 60 werden gevlochten en je bijna niet meer het verschil kon zien. In die serie scenes werd uitgelegd (door Julianne Moore, die ik lichtelijk aanbid) dat folk in de periode 1961-1963 zo populair raakte omdat de jeugd gedesillusioneerd was geraakt in de hunkerende drang van de samenleving naar de toenemende welvaart. McCarthy was net weggeschopt als communistenjager en de stille afspraak dat ieder in kapitalisme de ander naar de kroon moest steken om niet als een communist weggezet te worden, werd vergeten.

Folk werd als verweer gezien tegen de commerciële, gladde rock & roll. Folk was van de laagste klassen, de ploeterende arbeiders. En dus vrij van verdenking en werd geïdealiseerd.

Leerzaam, maar ontluisterend. Naïef dacht ik dat de folk logischerwijs zo'n vlucht nam omdat de melodieën zo ongecompliceerd mooi zijn, de ritmes lijken op de hartslag en de stemmen moéten kunnen zingen omdat er niet voor aan de knoppen gedraaid kan worden.
Maar nee, bah, het was politiek. Blijken die nieuwe helden van me toch gewoon niet voor de smaak maar voor het luchtje te hebben gekozen. Eikels.


Overigens heb ik I'm Not There weer niet afgekeken. Het zal een ode zijn aan het onderwerp (Dylan) dat er dubbele bodems en zo min mogelijk samenhang in de film zijn gemaakt. Ongetwijfeld een knap staaltje kunst, maar het verschil tussen een kunstfilm en een verhalende film is dat je bij de verhalende film pas na het einde kunt zeggen dat je de film gezien hebt. De kunstfilm is een aaneenschakeling van plaatjes - elk plaatje ter beoordeling op eigen schoonheid - en na plaatje drie afhaken is dan ook volkomen gerechtvaardigd. Risico voor de regisseur.

21 september 2009

Laatbloeier

Die vriend van mij, die gitaarliefhebber, is een groot fan van Bob Dylan. Die Dylan stond bij mij in het rijtje samen met The Beatles en The Rolling Stones. Het rijtje van gepasseerd, geadoreerd door oude mensen die doorsnee muziek als fenomenale muziek zien omdat mensen van hun leeftijd die muziek gemaakt hebben.
Ik kreeg cd's te leen van Bob Dylan en ik vond die muziek mooi, maar wel jammer dat die man er doorheen praatte. Er werd zelfs fiddle gespeeld, dus dan doe je het niet geheel verkeerd als band. Die band bleek The Band en die naam kregen ze omdat ze de band van Bob Dylan waren. Ik kreeg de autobiografie van Dylan te leen (moet ik nog wel even in beginnen), cd's van The Band en films van Scorsese over Dylan en over The Band. En Dylan bleek Woody Guthrie-fan. Ja, begrijpelijk en dan doet zo'n Dylan het toch niet verkeerd. En Dylan bleek verbaasd dat mensen zoveel aan hem toeschreven wat hij zelf nooit over zichzelf zou denken. Mensen dichtten zijn teksten diepere lagen toe die zijn teksten niet hebben. En hij waarschuwde ze dat zijn teksten niets meer waren dan wat er nu eenmaal stond en niemand wilde de schrijver zelf geloven. Vandaag vond ik op internet hoe ontzettend veel Dylan heeft geschreven en dat het mooi is. Waarschijnlijk scheelt het als hij die teksten niet zingt, maar je ze gewoon ziet staan. Waar haalde hij die teksten vandaan?
Scorsese maakte de film over het afscheidsconcert van The Band en het was gewoon folk. Waar al die ouwe knarren zo lyrisch over praten is gewoon net naast de pot piesende folk.

Omdat ik wilde weten of dat langlopende huwelijk tussen Kyra Sedgwick en Kevin Bacon nog steeds loopt, keek ik op imdb. En daar zag ik bij de lijst nutteloze feitjes waar ik zo van houd, staan dat Kyra familie is van Edie Sedgwick. Die naam heb ik eerder gehoord, dus googlede ik op Edie en vond ik sites over Factory Girl. Die film heb ik op dit moment op On Demand en toeval bestaat niet. Tot op heden weigerde ik te kijken naar noodlottige films. Over van die mensen die zich te gronde richten. Maar toeval bestaat niet en ik moest kijken. Nu ben ik fan van Edie. Niet dat ze echt iets gepresteerd heeft binnen mijn arrogante kader. Niet dat ze iets uitzonderlijks was en zeker niet omdat ze precies datgene deed waarvan ik geleerd heb dat je nooit moet doen: jezelf naar de klote helpen. Ik ben fan van Edie om geen enkele duidelijke reden en vermoedelijk omdat het Edie is. Ik heb voor het eerst in mijn leven een film gekeken over drugs, mismoedigheid, langzame zelfmoord en ranzige seks. En ik werd fan van de personages.

Er bestaan veel van die kinderen uit gegoede huize, die al op jonge leeftijd weten hoe de wereld in elkaar steekt en hoe mensen zich moeten gedragen. Kinderen die overspel niet begrijpen 'omdat je dat gewoon niet doet' en die junks hooguit 'zielig' vinden, maar minstens 'vies en mislukt'. In ieder geval zien zij ze nooit echt als 'mensen zoals zijzelf'. Mensen die experimenteren met de opties die de rafelige randen van het leven bieden, denken wat hen betreft gewoon niet logisch na. Waarom proberen wat anderen al naar de klote heeft geholpen? Waarom zelf in contact treden met mensen die zichzelf naar de klote hebben geholpen, anders dan om ze paternalistisch weer aan de andere kant van de grens te krijgen? Door hen naar je te laten luisteren. En eigenlijk zouden die mensen die zonodig alternatief moeten doen, die Woodstock geweldig vinden terwijl ze er nooit geweest zijn en die obscure bandjes luisteren omdat die obscuur zijn, die mensen zouden eigenlijk ook gewoon moeten luisteren. Die worden namelijk steeds zo laat burgerlijk, maar burgerlijk worden die lui toch echt ook.

Waar wil ik heen? Ik herken mij niet meer. Ik vond het onzin te denken dat ik een betweter was. Ik had gewoon de goot niet nodig om de goot te herkennen. Maar de goot, of laat ik eerlijker zijn, de rafels en dat alternatieve, dat is zo compleet fout of onbegrijpelijk niet. Daar zit Edie en Edie is een schat omdat ze Edie is en daar heb je al die gasten die Bob Dylan zo uitzonderlijk vinden, niet omdat hij echt uitzonderlijk is - dat zal hijzelf als eerste ontkennen - maar omdat Dylan eerst het hart van de muziek , de folk, heeft gehoord en daarna zijn eigen hart heeft laten spreken en daar kan hij geen ongelijk in hebben.

Denkend dat ik die levensfase met een gerust hart had overgeslagen, kom ik 'm nu tegen. Iets aan de zijlijn, maar hij maakt me volwassener dan ik was. Ik was nog een kind en ik ben nu iets ouder.

19 september 2009

Emotionele Youp heeft toch een keer gelijk

Begin jaren negentig was ik helemaal weg van Youp van 't Hek. Wat hij deed was nieuw en sarcastisch en ik kende vele teksten uit mijn hoofd. Tegenwoordig vind ik zijn kunstje oud en belegen. Wat ik toen al niet uit kon staan van Van 't Hek waren zijn 'emotionele momenten' waaruit we 'een les konden leren'. Dan ging ik altijd even plassen.

Maar op de site van het Genootschap Onze Taal, die ik volgens mij vond dankzij Jon, trof ik de onderstaande tekst aan en die vind ik mooi:


"Ik kwam vannacht Rotterdam binnenfietsen, althans mijn maat fietste en ik zat fluitend achterop, ik ben zijn arbeidsvitamine, en wij waren het plaatsnaambordje nog niet gepasseerd of meteen zo'n politieauto met `STOP Politie'; twee van die jonge agentjes eruit. Ik zeg: `Je mag dat bordje weleens nakijken; daar lopen steeds twee woorden door elkaar.' Nou is dat niet de beste combinatie: een beetje koude nacht, twee politiemannen en humor. `Waar wij heengingen?'; dat is een heel normale vraag in vredestijd. Ik zei: `Wij zijn op weg naar de finish.' `Wat ’s de finish?', riep de ander. `Dat is de dood', riep ik koel. Ja en dan merk je toch dat de jongens alleen maar op lengte worden geselecteerd. De een zei: `Hahá, de heren hebben gedronken.' `Ja,' zei de ander, `de heren zijn onder invloed'. Ik zei: `Inderdaad heren, wij hebben gedronken en wij zijn inderdaad onder invloed'. `En wat hebben de heren dan gedronken?', en ik zei: `Wij hebben gedronken uit de rivier.' En hij zei: `Uit welke rivier?' En ik zei: `Uit elke rivier. Eeuwen verplaatst hij het water, heeft epidemieën verspreid, oorlogen overleefd, de bedding heeft beschutting geboden aan de hevigste verliefden en ook al zijn hun liefdes nu verzand in burgerlijke stiltes, of aan flarden gescheurd door nieuwe hartstochten, de rivier blijft stromen en stromen en stromen en stromen, blijft spelende kinderen verdrinken, het water ruist voort en voort en voort en juist dan, als je aan de kant van de rivier staat, dan proef je dat het leven niets is. IJskoud begint het water bij de gletsjer, stort zich in het dal waar iedereen zich bezighoudt met moord, politiek, achterklap, bloedschande, kwaadsprekerij, en gillend van het lachen, krijsend van plezier stort het water zich in zee, om met spoed weer te verdampen, zich te haasten naar de gletsjer om wederom gillend van het lachen, krijsend van plezier langs de mensheid te trekken, en uit díé rivier hebben wij gedronken, mijne heren, en wij zijn inderdaad onder invloed."
Gillend van het lachen, krijsend van plezier. Het water, dat in al die taoïstische geschriften steeds als allegorie wordt gebruikt voor meebuigen met wat je tegenkomt en tegelijkertijd als allegorie voor doorzettingsvermogen. De vergankelijkheid van alles, de chaos en de immer aanwezige mogelijkheid om jezelf te zuiveren. De tekst landde op vruchtbare bodem en dus wilde ik 'm perse hier bewaren

15 september 2009

Doen? Ze 'doen' helemaal niks

"Vragen wat een taoïst 'doet' is eigenlijk hetzelfde als vragen hoe de confuciaan 'zondigt'."
- Tsj'ing-t'ai Sjien-Zjen

14 september 2009

Kleine levens

In mijn tienerjaren las ik Nooit in Burger van Pauline Broekema (inderdaad, die van het Journaal) voor het eerst en ik vond het een geweldig boek. Een hele subcultuur van vrouwen in streekdracht vastgelegd in interviews. De scene waarin Pauline met twee Scheveninger vrouwen op stap gaat en dat zij staat te wachten in haar zomerjack, terwijl de vrouwen zich verdringen bij de spiegel om de mooiste omslagdoek uit te kiezen, te plooien en vast te spelden. Ik vond het prachtig, vind het nog steeds prachtig. Een Spakenburgse die vertelt hoe ongemakkelijk ze zich voelt in een broek, dat ze maar één zondagse jas in burger zou hebben, maar één...en dat dracht nooit de mode hoeft te volgen omdat dracht nooit uit de mode raakt. Ik vind het prachtig.

Nooit in Burger had ik toen van de bieb. Het boek was niet meer te bestellen. Het is al uit 1991. Ik heb in elke stad waar een De Slegte is altijd even snel gekeken of Nooit in Burger te koop lag. Op de boekenmarkt van Bredevoort ben ik gaan kijken. Daar trof ik tijdens mijn zoektocht wel de Bing en Braet, de streekdrachtbijbel waarvan ik dacht dat die niet meer te krijgen zou zijn. De speurtocht heeft me prachtige boeken opgeleverd, maar niet Nooit in Burger.

Mijn moeder belde me laatst en vertelde dat ze weer naar Bredevoort was geweest en een mooie expositiegids had gekocht van het Nederlands Openluchtmuseum over werkdracht. We hadden het nog even over de verzamelingen en ik verzuchtte opnieuw dat ik zo graag Nooit in Burger zou willen hebben. Toen pas herinnerde ik me dat ik eerder al geslaagd ben met oude boeken bij Bol.com. Na ons relatief korte gesprek van zo'n 90 minuten, heb ik snel aan mijn wederhelft gevraagd of hij niet vlug-vlug even op bol.com kon kijken naar Nooit in Burger. Vijf minuten later had ik het boek besteld bij een particulier die het tweedehands te koop aanbood. Natuurlijk was de verkoopster een Zeeuwse...De volgende dag al lag het boek op de mat en ik heb het 's avonds opnieuw uitgelezen. Wat is het een mooi boek.

Broekema interviewde voor het boek onder andere een Arnemuidse die ik achteraf persoonlijk heb leren kennen. Ze heeft mijn Arnemuidse mutsen gemaakt. Het was leuk haar levensverhaal nu met die andere blik te lezen. Ik zou haar nooit persoonlijk naar haar verleden hebben gevraagd. Te privé.

Maar ook de andere verhalen heb ik met een andere blik gelezen. Niet meer als middelbaar scholier, zoals alle scholieren geobsedeerd door subculturen, maar nu als een getrouwde vrouw met baan. Alle vrouwen in het boek komen uit een ander tijdperk. Een tijdperk van armoede, kerkgang en geen carrièrekeuzes kunnen maken. Ik heb zeer veel ontzag gekregen voor de dames. Ze benadrukten dat ze geen grote intellectuele bagage hebben, maar levenswijsheid hebben of hadden ze des te meer.

Ze zijn niet geëmancipeerd en geregeld hebben ze slechte huwelijken gehad. Armoede, grote gezinnen en drankmisbruik door hun mannen. Maar de vrouwen legden uit dat ze die mannen begrepen. Dat niemand het makkelijk had of heeft. Dat je kunt knokken om te krijgen wat je wilt en dat je zeker tegenwoordig dubbel en dwars kunt krijgen waar je voor knokt, maar dat het hen voldoening bracht zich gelukkig te voelen met wat ze hadden. De vrouw uit Oldebroek vertelde zeer indrukwekkend over haar straat-, straatarme jeugd. Haar moeder heeft meerdere jaren moeten zwoegen om haar dochter eindelijk in de dracht te kunnen kleden en om die reden heeft die dochter de dracht nooit afgelegd (het jargon van drachtdragers, ook al zoiets moois). Het huis van haar ouders bestond uit een woonkamer, een deel en een washok. Meer niet. De meiden en de ouders sliepen in de woonkamer en de jongens op de deel. Maar ze herinnert zich de 'prachtige' vloer die ze hadden. Van rode en blauwe tegels en elke zaterdagavond strooiden haar ouders wit zand op die vloer en maakten zandtekeningen. Ik weet dat het afgezaagd klinkt, maar dat ze genoot van rood-blauwe tegels en figuren in wit zand, dat vind ik mooi.

Haar moeder zei: "je vader is koppig, maar hij is gek met mij." En het is nu herkenbaar. "Onbestorven weduwe", zeggen ze nu en "besteed hij wel tijd aan jou?". Maar hij is gek met mij en ik hoor bij hem.

Die vrouwen hebben me nu meer verteld dan destijds, toen ik alleen wilde weten over de dracht en bijvoorbeeld niet over hoe de Markense een belangrijk deel van haar familie verloor aan tbc. Wat een zeurverhaal vond ik dat toen en wat een sterk leven vind ik dat nu. Of de Volendamse die een slecht huwelijk had en in een krakerswoning trok met haar kinderen omdat haar man het grote gezin geestelijk niet aankon. Toen alle kinderen op zichzelf waren gaan wonen, ging ze weer naar hem terug. "En nu blijf ik voor altijd". Ze zegt: "Ik heb altijd van hem gehouden. Hij had een erg goeie natuur, ik hield gewoon van hem, dat is altijd gebleven." De Markense vult het onbewust aan: "Denk je dat mijn man en ik nooit woorden hebben? Dat spreekt toch vanzelf? Maar je prakkezeert er toch niet over om weg te gaan?"

En de vrijzinnige protestantse uit Borssele. Ze kreeg kritiek van de dominee dat ze te weinig in de kerk zaten. Ze vertelde Pauline over de keer dat er Arnemuidse vissers verdronken bij hen vlak over de dijk en dat twee Arnemuiders naar Borssele kwamen om de lijken te bergen. Haar vader is toen naar de dijk toegegaan en heeft de twee mannen meegenomen naar huis om ze te laten eten en slapen. "En dan vraagt zo'n dominee zich af of je wel christelijk bent".

Ik weet het, het zijn nu andere tijden. Maar alleen al een beetje van hen, al is het maar een beetje, dat wil ik wel meenemen.

12 september 2009

De vogelverschrikker

"Hoewel hij niet bewust probeert de rijst te beschermen tegen indringers,
staat de vogelverschrikker daar toch niet zonder doel."
- Bukkoku Kokushi

Leahy

Uit handigheidsoverwegingen heb ik vandaag een afspeellijst gemaakt op youtube met mijn favoriete fiddle-muziek. Dit is één van mijn meest favoriete tunes:

Ego? We zijn spiegels.

"Zelfbewustzijn kan zich alleen langs het spoor van de identificatie met anderen ontwikkelen.
Ego is oorspronkelijk alter.
Of liever: een hele serie alters."
"Door de rol van anderen na te spelen en daar eigen ervaringen mee op te doen, ontwikkelt een menselijk wezen het begin van een 'zelf'."
- G.H. Mead

Gepensioneerden

De mij toebedeelde heeft via zijn werk een geweldige OV-gratis door het hele land-kaart. Om die reden krijgt hij ook het blaadje Spoor van de NS. Vanochtend las ik daarin een berichtje dat me verbaasde:

"Oud NS'ers als Spoor ambassadeurs
Spoor Ambassadeurs Plus heet het project waarbij oud-NS'ers op vrijwillige basis hun vakmanschap en passie kunnen inzetten. Met hun jarenlange ervaring zijn ze een welkome hulp in situaties waar extra ondersteuning gewenst is. Samen met een servicemedewerker vormen ze bijvoorbeeld een extra aanspreekpunt op het station, adopteren ze onbemenste stations of krijgen ze promotiemiddelen om een ambassadeursrol in hun eigen omgeving te vervullen. De proef, die vorig jaar startte, is zo'n succes dat deze nu landelijk wordt uitgebreid."


Oud NS'ers vervelen zich blijkbaar stierlijk, anders zou dit project nooit zo succesvol gestart kunnen zijn. Tegelijkertijd voeren vakbonden actie tegen de verhoging van de pensioensleeftijd. Ik ben het volmondig met de vakbonden eens dat mensen die fysiek of mentaal loodzwaar werk hebben verricht, verhoudingsgewijs vroeg met pensioen moeten kunnen blijven gaan. Maar tegelijkertijd bedacht ik me dat de huidige pensioensinrichting in Nederland gewoon niet houdbaar is. Gezien de aardrijkskundeles die ik vroeger geleerd heb over bevolkingspiramides die bevolkingslampions zijn geworden. Ik zie niet hoe we een goede oplossing kunnen krijgen mét behoud van de huidige pensioensleeftijd.

Nu blijkt me, en dan kijk ik niet alleen naar de oud-NS'ers, maar ook naar mijn vader die een behoorlijk stressvol beroep heeft gehad, dat de gepensioneerden eigenlijk nog lang niet willen rusten. Het zal vermoedelijk wel zo zijn dat het vrijwilligerswerk anders op hen overkomt dan de vroegere baan. Vrijwilligerswerk heeft niet de druk van verplichting. Maar dat is, bedenk ik me dan, een eigen invulling van verplichting en werk. Wie zijn baan niet ziet als verplichting tegen wil en dank, maar eerder als een voldoening brengende dagbesteding die ook nog eens het voordeel biedt dat je er van kunt leven, zal vermoedelijk minder moeite hebben met een late pensioensleeftijd. Je hoort ook wel erg vaak dat ouderen niet willen stoppen met werken, ook al is het allang en breed en lichamelijk gezien tijd voor ze.


Nog een zijdelings naschrift. Die gepensioneerden, mijn lieve vader uitgezonderd, zijn vaker agressief, intolerant, ongedurig en gestrest dan jongeren in het dagelijks verkeer. In mijn omgeving. De opmerking over 'de jeugd van tegenwoordig' is een uitlating van een pot die de ketel verwijt. Ik persoonlijk heb, wanneer ik hinder ondervind, die last vaker van ouderen dan van jongeren. En omdat ik dat juist niet zou verwachten, valt het me zo op.

8 september 2009

Meer Armstrong

"In de Verenigde Staten hadden protestantse fundamentalisten een christelijk zionisme ontwikkeld dat paradoxaal genoeg juist antisemitisch was. In John Darby's visioen van de 'opname van de gemeente' had het joodse volk centraal gestaan. Jezus zou pas kunnen wederkeren als de joden in het Heilige Land woonden. De stichting van de staat Israël in 1948 was voor de fundamentalistische ideoloog Jerry Falwell het 'duidelijkst mogelijk teken van de ophanden zijnde wederkomst van Jezus Christus'. Steun aan Israël was geboden. Maar Darby had ook verkondigd dat de antichrist gedurende de eindtijd twee derde van de joden in Palestina zou ombrengen. Daarom keken diverse fundamentalistische auteurs reikhalzend uit naar een massaslachting waarin gruwelijke aantallen jodne zouden omkomen.
De christenfundamentalisten waren evenmin als de kookisten [joods-fundamentalistische volgelingen van Rabbi Kook - Qaboos] geïnteresseerd in vrede. Tijdens de Koude Oorlog kantten ze zich rabiaat tegen elke vorm van tegemoetkoming aan de Sovjet-Unie, de 'vijand van het noorden'. Vrede, zei televisiedominee James Robison, was 'in strijd met het Woord van God'. Ze waren niet bang voor een nucleaire catastrofe, die al door Petrus was voorspeld en die toch de ware gelovigen niet zou treffen; zij zouden immers al voor de rampspoed in de hemel worden opgenomen."
En:
"Het reconstructionisme, gegrondvest door de Texaanse econoom Gary North en zijn schoonvader Rousas John Rushdoony, is ervan overtuigd dat de seculiere regering in Washington ten ondergang gedoemd is. God zal haar binnenkort vervangen door een christelijk bestuur volgens strikt bijbelse regels. De reconstructionisten werken aan de voorbereiding van een christelijke theocratie waarin de moderne ketterij van de democratie zal zijn afgeschaft en de bijbelse voorschriften in hun geheel naar de letter zullen worden nageleefd. De slavernij zal weer worden ingevoerd en anticonceptie afgeschaft; echtbrekers, homoseksuelen, godslasteraars en astrologen zullen worden terechtgesteld en hardnekkig ongehoorzame kinderen gestenigd. God staat niet aan de kant van de armen. Integendeel, zo verklaart North, er is een 'rechtstreeks verband tussen verdorvenheid en armoede'. Belastinggelden moeten niet worden aangewend voor sociale voorzieningen, want 'het subsidiëren van nietsnutten komt neer op het subsidiëren van het kwaad'. De Bijbel verbiedt alle hulp aan het buitenland en met name aan ontwikkelingslanden, die met hun verstokte neiging tot heidendom, zedeloosheid en afgodendienst hun economische problemen geheel aan zichzelf te wijten hebben."
Uit: De Bijbel van Karen Armstrong

7 september 2009

Je vangt meer vliegen met stroop dan met azijn

In De Bijbel, van Karen Armstrong, over de geschiedenis van ontstaan en (letterlijk)lezing van de Bijbel, kwam ik de Scopes Trial opnieuw tegen. In Niet Zonder Religie (Why Religion Matters) van Huston Smith las ik eerder over deze rechtszaak. Smith is de ultieme apologeet. Wat hem betreft heeft elke religie het volkomen bij het juiste eind. Hij fulmineerde dan ook tegen de Scopes Trial waarin letterlijklezers werden genaild door vrijdenkers.

Karen Armstrong noemt de Scopes Trial in het licht van de opkomst van christelijk rechts in Amerika. Fundamentalistisch christelijk Amerika is namelijk behoorlijk jong. De Scopes Trial dateert van 1925 en was de eerste keer dat letterlijklezen de oppervlakte bereikte. Armstrong haakt daar als volgt op in:

"In de pers werden de fundamentalisten meesmuilend uitgemaakt voor hopeloze fossielen die het moderne leven niet aankonden. Uit hun reactie hierop kunnen wij ook nu nog lering trekken. Wanneer fundamentalisten worden aangevallen, zullen zij zich over het algemeen juist nog extremistischer opstellen. Vóór Dayton [Dayton, Tennessee, waar de Scopes Trial plaatsvond - Qaboos] waren de conservatieven op hun hoede geweest voor de evolutieleer, maar slechts weinigen hadden het 'creationisme' omhelsd, dat volhoudt dat het eerste hoofdstuk van Genesis tot in detail feitelijk waar is. Na het proces tegen Scopes werd hun letterlijke interpretatie van de Schrift veel rigoureuzer en maakten zij van het creationisme het vlaggenschip van hun beweging. Voordien waren de fundamentalisten bereid geweest om samen met de linkse politiek te werken aan maatschappelijke hervormingen; daarna maakten ze een ommezwaai naar uiterst rechts, en daar bevinden ze zich nu nog steeds."

Ik moest denken aan het boek Het Nieuwe Onbehagen van Vilan van de Loo. In al het onbehagen juist een heel aangenaam boek voor feministen. Van de Loo klaagt dat Ayaan Hirsi Ali niet serieus wordt genomen als voorvechter van de rechten voor islamitische vrouwen. Toen ik dat las, dacht ik terug aan al die keren in internetdiscussies dat meerdere vrouwen, waaronder ik, probeerden uit te leggen dat Ayaan meer vliegen zou vangen met stroop dan met azijn. Islamitische vrouwen zouden zich eerder door Ayaan verdedigd voelen, als Ayaan niet zou strijden tegen een deel van de identiteit van die vrouwen: hun geloof. Ayaan knokte zowel voor als tegen die vrouwen en won uiteindelijk niets.

Ik vond de passage uit dit boek van Armstrong om twee redenen belangrijk. Ten eerste toont het dat het hard bestrijden van moslimfundamentalisten zal leiden tot verharding van het moslimfundamentalisme. Ten tweede toont het aan dat overtuigd zijn van creationisme volgens Genesis en letterlijklezen van de Bijbel postmodern zijn en niet een klassiek onderdeel van de religie. De theologie en de samenleving van de 19e en 20e eeuw schiep letterlijklezers. Ze zaten niet al in de religie.

6 september 2009

Inglorious Basterds

Wie geen fan is van Tarantino kan zich de moeite besparen Inglorious Basterds te gaan kijken. Ik ben geen fan van Tarantino. Dat kan ik verantwoorden met Pulp Fiction, de beide Kill Bills en nu dus Inglorious Basterds op mijn conto. En deze film is een eeneiig zusje van de voorgaande.

Het is niet het overvloedige bloed dat er vloeit. Wie regelmatig de EO kijkt, ziet voldoende ziekenhuisbeelden om daar resistent tegen te zijn. Tarantino heeft de verwondingen heel realistisch in beeld gebracht. Bijna mooi. Een enkele keer zijn de zo van hem geroemde dialogen zelfs op een peil dat ik het volgen wilde. En als je deze dialogen roemt, moet je eens een echte film gaan kijken.

Er is één scene in de film die ik zelfs sterk vind. Tarantino is goed in zijn montage en ik ben het met zijn fans eens dat hij mooi verschillende, vaak archaïsche filmstijlen goed weet te integreren in zijn films. Ikzelf was daarnaast het meest gelukkig met de casting. Diane Kruger, Gedeon Burkhard, Omar Doom en specifiek Denis Menochet zijn om verschillende redenen heel prettig om naar te kijken.

Maar buiten dat om is het voorspelbaar, slecht geschreven, uitermate langdradig en aan alle kanten over the top. Het enige verfrissende aan de over the top-stijl van Tarantino is dat onmogelijk nog een van de personages uiteindelijk brandschoon het einde van de film bereikt. De ontknoping is dan ook niet geheel voorspelbaar.

Nee, dit was definitief mijn laatste Tarantino.

5 september 2009

Mededogen, matigheid en ootmoed

"Ik bezit drie schatten die ik koester en bewaar. De eerste is mededogen, de tweede matigheid, de derde ootmoed. Mededogen brengt dapperheid voort, matigheid een vrije geest en ootmoed geeft overwicht. Dapperheid zonder mededogen, vrijheid zonder matigheid, overwicht zonder nederigheid - zij betekenen de dood."
- Lao Tse

Problemen maken we zelf

Eerder schreef ik over het orthodox christelijk echtpaar dat ik gesproken heb over geloof. De vrouw van het echtpaar, laat ik haar voor het gemak Suus noemen, komt uit een gezin onder het juk van een tirannieke vader. Zo verklaart haar echtgenoot. Want Suus zelf heeft me over de situatie niet gesproken. Ze komt op het eerste gezicht over als een gedwee kindvrouwtje. Ik complimenteerde haar met haar bruidsjurk en ze wuifde de aandacht weg met de orthodoxe stelregel dat ze bescheiden en op de achtergrond moest blijven. Ook in het latere gesprek over het geloof kwamen er conventionele standpunten uit haar mond, die voor mij niet zichtbaar waren als eigen doordachte standpunten van Suus.

Suus is voor haar huwelijk een tijd opgenomen geweest om te herstellen van aanvallen die haar vader op haar geestelijke en lichamelijke gezondheid schijnt te hebben gepleegd. Het fijne weet ik er niet van. Niet dat de echtgenoot van Suus het me niet heeft verteld. Hij kent het onderscheid tussen privé en openbaar helaas helemaal niet. Ik heb alleen niet naar hem geluisterd. Wel heb ik verstaan dat Suus na de inrichting nog niet in goede doen was. Ze sliep slecht, had fysieke gebreken waar ik de details van ken, maar die je niet aan het publiek zou toevertrouwen als je respect had voor je vrouw en was zeer angstig. Ik gebruik de verleden tijd want het afgelopen weekend is er een doorbraak geweest. Zo vertelde, uiteraard, de echtgenoot.

Nadat de ouders -herstel: de vader. De moeder hobbelde er achteraan- tijdens het huwelijk liet(en) merken geen contact meer met het bruidspaar te willen, vroegen de ouders vorig weekend plotseling of ze langs mochten komen bij Suus en echtgenoot. Er zijn toen gesprekken gevoerd en de vader heeft -gedrogeerd en ingestort- zijn excuses aangeboden.
Het deed de echtgenoot begrijpelijkerwijs goed dat dit gebeurd is. En nadat ik er expliciet naar gevraagd had, gaf de echtgenoot ook toe dat het ook voor Suus fijn was. Ze sliep nu eindelijk 's nachts en ze kon ontspannen.

Met geen mogelijkheid kan ik precies indenken hoe Suus zich gevoeld moet hebben, wat ze precies heeft meegemaakt en hoe moeilijk het voor haar is om weer op te krabbelen. Ik dank de Heer dat ik niet in dat milieu ben opgegroeid. Deze post is dan ook niet bedoeld als een terechtwijzing voor Suus.
Maar zodra de echtgenoot me erover vertelde, bedacht ik me dat de vrees die Suus voelde werd veroorzaakt door haar eigen gedachten. De verlammende angst, de afhankelijkheid nadat haar ouders het contact verbroken, de verontrusting, het was allemaal van en door Suus en door niemand anders. Dat ze opgelucht is nu ze verzoend is met haar ouders, is haar eigen conditionering.
Zo veel, misschien alles, van ons eigen lijden veroorzaken we eigenlijk zelf. Ik en ieder ander evengoed als Suus. En dat lijden wordt niet opgeheven doordat onze platgespoten vader kruipt van schuldgevoel, maar omdat wij zelf kiézen dat die kniebuiging van vader of enig ander voorval de énige oplossing kan zijn voor ons onbehagen. Suus kiést dat ze nodig heeft dat haar vader zich met haar verzoent. En Suus kan evengoed iets anders kiezen. De enige die Suus nodig heeft om haar probleem op te lossen is Suus.

En dat geldt voor de meeste van onze, misschien wel alle, problemen.

...Oh ja, en die echtgenoot is natuurlijk een hele slechte keuze van Suus. Aan hem heeft ze niets. Maar helaas kan ook daarin niemand anders dan Suus de oplossing brengen.

2 september 2009

Ware woorden

"Ware woorden zijn niet fraai. Fraaie woorden zijn niet oprecht.
Een zacht woord kan niet overtuigen en een overtuigend woord is niet zacht.
Een wijs man is niet geleerd en de geleerde kent geen wijsheid.
Zij die weten, spreken niet en zij die spreken, weten niet.
Kennen en niet gekend worden, dat is het beste.
Onwetend zijn en toch willen denken, dat is een ramp.
Kennen van eigen feilen is een begin van feilloosheid."
- Lao Tse