21 juni 2010

De taoïstische canon - deel 2

Vervolg op deel 1
De al genoemde tweede variant van de canon, opgesteld tijdens de Tang-dynastie en met verwerping van 3.)Tung-Shen werd in 748 vastgelegd in een beroemde catalogus: de K'ai-Yuan Pao Tsang (de Kostbare Geschriften verzameld tijdens de Regering van Keizer K'ai-Yuan). Omdat de Tang dynastie met veel geweld ten onder ging is ook dit boek verloren gegaan.

Tijdens de Noorderlijke Sung dynastie (690-1126) werd een nieuwe canon gevormd door Chang-chün fang, op basis van de K'ai-Yuan Pao Tsang (hoe hij dat kon zonder origineel exemplaar, is me nog niet uitgelegd). Chang-chün fang had alleen geen belangstelling voor liturgie en nam 7) niet op. Deze canon van hem nam hij op in een algehele encyclopedie die hij schreef: de Yun-chi ch'i-ch'ien (De Zeven Bamboerepen van het door de Wolken Verborgen Ransel). Ook deze canon is niet op papier bewaard gebleven. De spaarzame teksten die resteren zijn gered door de leerlingen van taoïstisch meester Ch'iu Ch'ang-Ch'un in de periode 1115-1234.

Hun canon werd verbrand door in macht overheersende militante boeddhisten. Pas tijdens de Ming dynastie (1368-1644 en ik zal in de toekomst hier eens een chronologisch rijtje van de dynastieën neerzetten) werd weer opdracht gegeven tot het verzamelen van alle nog bestaande taoïstische teksten. De Cheng-t'ung tao-tsang. Deze canon is geldend gebleven tot nu toe. Uitgangspunt van de exercitie was de 5e eeuwse verzameling van Lu Hsiu-Ching (zie deel 1). Hieronder volgt een overzicht van de inhoud van deze nu nog geldende canon. Het is een gehusselde variant van de 5e eeuwse canon die ik eerder opgesomd heb.

1) bevat nog steeds Shang-Ch'ing-teksten en Ling-Pao talismans en ceremonieën, maar nu ook Wu-jen p'ien (Het Begrijpen van de Werkelijkheid) over innerlijke alchemie en de commentaren op Wu-jen p'ien. Daarnaast bevat de Grot van het Verwezenlijkte nu ok de tekst Huang-ti yin-fu ching (Boek van de Gele Keizer over de Samenvloeiing van Yin). Op de begrippen yin en yang kom ik nog terug in een toekomstige post.

2) bestaat voornamelijk uit Ling-Pao en een beetje Shang-Ch'ing, waaronder de klassieker Huang-t'ing nei-ching yü-ching (Boek van het Gele Hof over Innerlijke Beelden).

3) is Ling-Pao waaronder de tekst Pei-tou yen-sheng ching (Geschrift van de Noordelijke Ster over een Lange Levensduur). Ik ken deze tekst nog niet, maar Eva Wong vermeldt dat het een beroemde tekst is binnen de Ling-Pao traditie. In 3) zitten ook nu de Tao te Ching, de Chuangtze en commentaren op beiden.

4) Volledig over de innerlijke alchemie. Inclusief de Tsan-tung-chi (De Drievoudige Eenheid) en Huang-ti nei-ching (Boek van de Gele Keizer over Inwendige Geneeskunde). De encyclopedie die ik hierboven al noemde schijnt hierin ook opgenomen te zijn, maar ik begrijp niet hoe. Het heeft dan een Droste-effect (de encyclopedie met daarin de teksten staat weer tussen die teksten zelf) en daarbij: de encyclopedie zou niet bewaard gebleven zijn...

5) Nog steeds de T'ai- p'ing ching, maar nu ook Ling-Pao talismans en ceremonieën. Daarnaast poëzie van meester Wang Ch'un-yang van de School van de Volledige Werkelijkheid en de poëzie van twee van zijn leerlingen: Sun Pu'erh en Ch'iu Ch'ang-Ch'un.


6) teksten van (veronderstelde) auteurs die niet als zodanig taoïst waren. Zoals Motzu (Mo Zi, een soort calvinistisch filosoof. Ik kom op hem terug) en de beroemde Sun Tzu met zijn De Kunst van het Oorlogvoeren, legalist Han-Fei-Tzu en de sofist Kung-Sun Lung. Het klassieke boek over taoïstische ethiek, de T'ai-Shang kan-yin p'ien (Verhandeling van Laotzu over het Antwoord van de Tao) en het encyclopedische werk P'ao-p'u-tzu van Ko Hung (de broer van Ko Hsüan, die in deel 1 wordt genoemd) staan ook in 6).


7) bestaat net als vroeger uit geschriften, talismans en ceremonieën van de Cheng-i Meng-Wei; het taoïsme van de Hemelse Leraren en daarnaast Shang-Ch'ing teksten.


Ongeveer honderd jaar na publicatie van deze canon werd er een supplement tussengevoegd. Dit gebeurde ongeveer tussen 1573 en 1619. Dit supplement heet de Wan-Li canon. 
Taoïstische teksten van na die periode zijn door de Taiwanees Hsiao T'ien-shih verzameld. En dat is recent, want Taiwan is jong. De titel van zijn verzameling is Tao-tsang Ching-hua (Essentiële Teksten van het Taoïsme. Heerlijk eenvoudige man, die Hsiao).
Maar zoals het christendom veel apocriefe geschriften heeft, zo heeft het taoïsme ze ook. Vele teksten zijn nooit in een canon opgenomen. Verschil met het christendom is dat deze teksten niet worden afgewezen als kwalitatief minder of als verzinsels. 


In een toekomstig deel 3 vat ik in duidelijker taal samen wat al deze verschuivingen betekenden voor het taoïsme.

Geen opmerkingen: