Mijn eerste bekentenis in dit verhaal: ik ben volgens mij nog nooit zo tevreden, misschien zelfs gelukkig, geweest als nu. Niet dat de zaken nu zo op rolletjes lopen. Helemaal niet. Maar over het geheel genomen voel ik me heel erg goed en alle gangbare tegenslagen raken me veel minder dan vroeger. Ik barst van de ideeën om over te schrijven, heb weer alle energie om te lezen, ben razend nieuwsgierig en ik voel torenhoge ambitie om van alles te gaan doen waar ik al jaren niet meer aan durfde te denken. Een week geleden schreef ik hier al dat de wens om theologie te studeren niet weggaat. Ook niet na meerdere beslissingen om er nu echt mee te nokken. Zoals twee jaar geleden. De reden dat ik mijn studie staakte was de crisis. Mijn werkgever destijds mocht me geen vast contract aanbieden en ik zou binnen zes maanden zonder werk zitten. Ik besloot naar uitzendbureaus te gaan om te proberen een contract te krijgen, op projectbasis of zo, voor 24 uur. Zodat ik door kon gaan met theologie. Mijn diploma inspireerde de intercedenten bij de uitzendbureaus niet bijzonder. Ik kreeg keer op keer te horen dat ik in het vakgebied kon werken waar ik vandaan kwam, maar dan was maar één werkgever in de regio een optie. Ik heb al eerder bij die werkgever gewerkt dus ik had de intercedenten verder niet nodig. Zodoende heb ik zelf gevraagd of ik daar in deeltijd zou kunnen gaan werken. Dat ging wel, maar niet voor minder dan 32 uur. Met maar drie dagen in de week (weekend meegerekend) haalde ik mijn studie niet naast mijn dagelijkse sores als het huishouden. Ik heb niet de indruk gehad dat ik een keus kon maken, want werkeloos raken was onverstandiger. Stoppen met mijn studie werd wel iets makkelijker gemaakt door de studie, al heeft het gevoel me niet losgelaten dat ik iets kostbaars weggooide...
Voordat ik verhuisde van de locatie Utrecht naar de locatie Tilburg van de faculteit Katholieke Theologie, was er rumoer over bisschoppelijke beslissingen ten aanzien van de kerkelijke opleiding. Er zou pressie zijn geweest om bepaalde docenten weg te sturen. Ik kon er uiteraard niet de ware informatie over krijgen. Het is een politiek getouwtrek geweest, maar feit is dat een aantal docenten verdwenen. Ik weet niet of dat een waar gemis is gebleken. Ik merkte wel dat ik andere colleges kreeg dan ik in Utrecht had gekregen. Niet dat het luid en duidelijk aan de bisschoppen lag, dat weet ik niet, maar het niveau was onbetwistbaar lager.
Fundamentele Theologie kreeg ik in Utrecht van Theo Bell. Hij is met pensioen gegaan in dat jaar, dus het is logisch dat daar een andere docent voor kwam. De opvolger was breed opgeleid, zeer eloquent en heel sympathiek, maar de toon van de les was anders. Bell sprak altijd als volgt: 'De Kerk stelt dat...et cetera'. De opvolger zei: "Wij ontvangen genade. We zien het niet, we horen het niet, we merken het niet, maar toch, we ontvangen het wel." Stellig. En meer de klank van catechese. Voor sommigen van mijn medestudenten was dit prettig. Ik wil met alle respect over deze medestudenten spreken. We hebben veel aan elkaar gehad en het was een warme, sympathieke groep. Maar sommigen hadden meer behoefte aan catechese dan aan, om maar een voorbeeld te noemen, bijbelwetenschap. Er vloeiden tranen in de colleges bijbelwetenschap. Omdat de geschiedenis van de Bijbel werd behandeld en niet de sacraliteit. De docente Talmudica zei verbaasd dat mensen niet bij bijbelwetenschap moesten zijn als ze er niet tegen konden dat de Bijbel niet uit de lucht is komen vallen.
Tijdens moraaltheologie vertelde de gloednieuwe docente trots dat een jongetje aan haar had gevraagd of zijn overleden hondje nu naar de hemel ging. Ze had geantwoord: als jij dat gelooft, dan gaat dat hondje naar de hemel. Ik beoordeel niet het gesprek tussen haar en het jongetje. Ik mis context. Maar ik begrijp niet hoe dat gesprek thuishoort in het college moraaltheologie. Het klinkt als een geruststellend suswoordje. Met de docente bediscussieerde ik tijdens het college waarom God ons de keuze wil geven van Hem te houden. Hij had ons zo kunnen scheppen dat we het automatisch doen. De docente antwoordde dat een uit vrije wil gekozen liefde waardevoller is dan een vanzelfsprekende, niet zelf gekozen liefde; bij wijze van spreken: een computerprogramma. Bij nader inzien kon ik mij daar in vinden. Als we geprogrammeerd zouden zijn tot een goed potje voetbal, zouden we namelijk dan nog voetballen? Of mechanisch tegen een bal schoppen? Op dat moment begon mijn klasgenoot te schreeuwen dat ik op moest houden met mijn weerwoord. En ook anderen in het lokaal vroegen zich af wat dit toch was dat voor hun ogen afspeelde. Ik heb mijn mond toen maar gehouden, maar naderhand vroeg de docent nog of ik verder wilde praten. Sympathiek.
Als ik het nu zo opschrijf, lijken het argumenten van niks om met de studie te stoppen. En daar komt bij dat ik het nog steeds verschrikkelijk mis. Het lag me gewoon goed. Ik vond het razend interessant. Vínd het razend interessant. Ik haalde hoge cijfers voor Kerkgeschiedenis zonder er ooit echt voor te hebben geleerd. Ik las er al boeken over voordat ik begon met de studie.
Maar goed, ik stopte. Ik heb twee jaar met veel tegenslag en toch ook plezier gewerkt bij die werkgever maar ik miste theologie. Ik wil er niet eens iets mee worden, behalve theoloog. Geen beroep. Het veld waar ik nu in werk vind ik leuk genoeg. Maar de oude teksten bestuderen, de talen leren, de ervaringen van de gelovigen horen, de doorwrochte leerstellingen en de psychologische achtergrond van rituelen en doctrine.Thuis zeggen ze: 'ga religiewetenschappen doen, dan leer je over veel meer religies.' Maar volgens mij is dat een vluchtig overzicht van wat er is en ik hoorde van een student dat religiestudies de vier grote religies (jodendom, christendom, islam en hindoeïsme) behandelt en niet al die kleine. Ik heb overwogen sinologie te doen en dan in de master te kijken naar Aziatische religies om zo door te stromen naar een studie taoïstisch meester bij één van de religieuze scholen. Maar sinologie is niet in deeltijd.
We gaan zien wat het wordt. Wu Wei, handel door niet te handelen. Het plezier is er in ieder geval weer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten